Vele Romebezoekers brachten zeker al eens een bezoek aan de Galleria Doria-Pamphili, ondergebracht in het imposante Palazzo Doria aan de Via del Corso. De Galleria bevat één van de belangrijkste particuliere kunstcollecties in Rome, met werken van ondermeer Titiaan, Caravaggio en Peter Paul Rubens. Minder bekend en vooral ook minder toegankelijk is Palazzo Pamphili dat zich aan de Piazza Navona bevindt. Het al even enorme gebouw huisvest vandaag de ambassade van Brazilië. Daarom loop je er niet zomaar in en uit. Regelmatig zijn er echter opmerkelijke kunsttentoonstellingen of concerten, waardoor je hier met een beetje geluk toch eens een kijkje kan nemen.
Giambattista Pamphili (Pamphilj, Pamfili, …) – (1574-1655) vatte reeds kort na zijn verkiezing tot paus Innocentius X in 1644 het plan op om het water van de Acqua Vergine (naar verluidt het beste water van Rome dat ook vandaag nog steeds de later gebouwde Trevifontein voedt) naar de Piazza Navona af te leiden om er een majestueuze fontein te bevoorraden. Dat werd de beroemde Vierstromenfontein van Bernini. De bouw van die fontein vormde de aanzet tot een volledige renovatie van het plein. Ook de bouw van een compleet nieuw en enorm familiepaleis paste in die pauselijke plannen. Het is het palazzo dat vandaag nog steeds de familienaam van de paus draagt.
Het werd gebouwd op de plek aan de Piazza Navona waar de familie Pamphili vroeger al enkele woningen bezat. Die had men in 1630 laten afbreken om er één deftig gebouw neer te zetten, wat toen beter paste bij de steeds machtiger en rijker wordende familie Pamphili. Toen Giambattista tot paus gekozen werd voldeed ook dit stulpje natuurlijk niet meer en moest een veel grotere palazzo worden gebouwd, voornamelijk om te tonen dat Innocentius X meer en beter kon dan zijn voorganger Urbanus VIII die in 1627 opdracht had gegeven voor de bouw van het toch ook al niet zo kleine Palazzo Barberini.
Het nieuwe Palazzo Pamphili aan de Piazza Navona werd zo groot dat de voorziene gronden niet volstonden en ook de aangrenzende gebouwen moesten worden opgekocht. Daarna werden ze eveneens verwerkt in het nieuwe paleis. Hetzelfde gebeurde ook met het oorspronkelijke Palazzo Pamphili, waarvan de decoratie die gemaakt werd door Agostino Tassi (1580-1644) nog gedeeltelijk te zien is en het nu eveneens verdwenen Palazzo Cybo. Het palazzo heeft drie binnenpleinen en domineert vandaag samen met de San Agnese zowat de hele Piazza Navona.
Het nieuwe paleis werd later de woning van Olimpia Maidalchini, de schoonzus van Innocentius X die weduwe was en volgens velen de echte macht in het Vaticaan uitoefende. Olimpia Maidalchini was de moeder van Camillo Pamphili, die het tot kardinaal zou brengen. Hij kwam door zijn huwelijk in het bezit van Palazzo Aldobrandini, vandaag beter bekend als het voormelde Palazzo Doria (Pamphili), te vinden in de Via del Corso en gedeeltelijk ingericht als privémuseum.
Op de gevel van Palazzo Pamphili merken we boven de vensters van de middenverdieping het terugkerende motief van de duif met olijftak, het Pamphili-wapen. De zalen in het gebouw zijn groots en prachtig gedecoreerd door ondermeer Giacinto Gemignani, Gaspard Dughet, Andrea Camassei, Giacinto Brandi, Francesco Allegrini en Pier Francesco Mola.
Als je het plein ’s avonds na het vallen van de duisternis bezoekt, kan je vaak iets zien van het bijzondere interieur. Dankzij de verlichting kan je meestal op de eerste verdieping, net links van de kerk, de plafondfresco’s bewonderen van de door Borromini ontworpen galleria, maar die door Pietro da Cortona werd geschilderd in de periode 1651-1654. Deze zaal is 33,2 m lang en 7,2 m breed en het fresco toont het verhaal van Aeneas. Het is een meesterwerk van Pietro da Cortona (die eigenlijk Pietro Berrettini heette, 1596-1669). De organisatie en de schikking van de personages is subliem, de meester heeft er liefst drie jaar aan gewerkt.
Deze schilder en architect maakte ook het immense plafondfresco in het Palazzo Barberini. Zijn illusionistische barokke schildertrant is ook te zien in diverse fresco’s, onder andere in de Santa Bibiana (1624-1626) aan de Via Giovanni Giolitti. In Firenze decoreerde da Cortona het Palazzo Pitti. De onderwerpen van zowel de fresco’s als de schilderijen zijn meestal ontleend aan de klassieke mythologie of geschiedenis en geven in allegorische vorm commentaar op het leven van opdrachtgevers en de eigen tijd.
Bouwwerken van zijn hand zijn de gevels van de Santa Maria della Pace (1656-1657), de Santa Maria in Via Lata (1658-1662) en de kerk Santi Luca e Martina (1634-1650) aan de Via della Curia. Tegen het einde van zijn leven wijdde da Cortona zich volledig aan de bouwkunst en schreef hij een verhandeling over de schilderkunst.
Het Palazzo Pamphili kreeg ook een plaats in de muziekgeschiedenis. Zo werden in de Sala Palestrina bovenaan de eretrap, eveneens een wonderlijke schepping van Borromini, de Concerti Grossi van Corelli (1653-1713) voor het eerst uitgevoerd. Ook Georg Friedrich Händel (1685-1759) heeft hier gewerkt, hij componeerde er begin 1707 de cantate ‘Delirio amoroso’ voor kardinaal Pamphili die wellicht zelf de tekstdichter was. In datzelfde jaar schreef de kardinaal nog het libretto voor Händels oratorium ‘Il trionfo del Tempo’.
Tot het begin van de twintigste eeuw bevonden zich nog winkeltjes op het gelijkvloers van het Palazzo Pamphili, zoals we dat vandaag nog steeds bij heel wat palazzi op de Via del Corso zien. Nadat Brazilië in het begin van de twintigste eeuw bepaalde delen van het gebouw huurde voor zijn diplomatieke missies, drong het land er vanaf 1920 bij Rome op aan om belangrijke delen van het palazzo te kopen. Het huurcontract kreeg daarop een koopoptie maar bij de Romeinse bevolking was er veel verzet tegen een eventuele verkoop van het gebouw aan een vreemde en overzeese natie. Bovendien was het palazzo ondertussen ook in een dramatisch vervallen toestand geraakt en dringend aan renovatie toe.
Uiteindelijk werd het paleis in 1960 toch verkocht, mits de belofte dat Brazilië het gebouw grondig zou restaureren. Die werken begonnen in 1961 en zouden vele jaren duren. Wie op een oudere postkaart of foto’s uit die tijd de toestand van de gevel aan de zijde van Piazza Navona nog eens terugziet, begrijpt de enorme omvang van deze opdracht. Brazilië heeft nooit willen vertellen hoeveel de jarenlange restauratie uiteindelijk heeft gekost. Achter de nu prachtige gevel kwamen functionele kantoren voor de ambassade. Ook de kamers op het ‘piano nobile’ werden mooi gerestaureerd, eveneens een werk dat vele decennia aansleepte.
De Braziliaanse ambassade pakt regelmatig uit met evenementen (zoals het grote lichtspektakel op de gevel naar aanleiding van de Olympische zomerspelen in Rio vorig jaar), maar organiseert regelmatig ook kunsttentoonstellingen en concerten. Als je de uitgaanskalender in de lokale kranten een beetje volgt, raak je er wel een keer binnen, al zie je dan natuurlijk niet het hele gebouw. De toegang is vaak zelfs gratis. Anderzijds kan je ook een bevriend diplomatiek contact aanspreken en jezelf een keertje laten uitnodigen op een receptie of een feestje in deze fraaie palazzo boordevol geschiedenis.
Geef een reactie