Wanneer werd Constantijn De Grote christen? – Deel I – De Apollodroom

Vandaag lees je het eerste deel van een vierdelige reeks met als onderwerp Wanneer werd Constantijn de Grote christen?, geschreven door S.P.Q.R.-clublid Toon Verhelst. Hij las het boek Constantijn en de christelijke revolutie in het Romeinse Rijk van de Nederlandse historicus Henk Singor en raakte vooral geboeid door het hoofdstuk over het moment van de bekering van keizer Constantijn. Hij maakte hiervan voor zichzelf een synthese die je de komende dagen op deze pagina’s kan terugvinden. De verschillende delen kunnen afzonderlijk worden gelezen. Toon Verhelst hield zich strikt aan de visie van Singor, al werd ook andere lectuur doorgenomen. Toon Verhelst kon ook terecht in de Maurits Sabbebibliotheek (GBIB) in Leuven.

Ongetwijfeld heeft Constantijn (onderkeizer/keizer 306-337) veel betekend bij de doorbraak van het christendom in het Romeinse Rijk. Zijn realisaties en bijdragen zijn tot vandaag nog aan te wijzen. Maar wanneer koos hij, al dan niet openlijk, voor deze godsdienst? Hierop geeft Henk Singor een duidelijk antwoord in zijn boek Constantijn en de christelijke revolutie in het Romeinse Rijk uit 2012. De auteur gaat te rade bij christelijke schrijvers. In het begin maakte de zoon van Helena deel uit van een tetrarchie. Hoe verliep daarin zijn carrière? In welke god stelde hij zijn vertrouwen vóór hij zich wendde tot de God van de christenen?

Keizer Diocletianus had in 293 een tetrarchie gesticht waardoor het Romeinse Rijk bestuurd werd door twee keizers (Augusti), Maximianus in het westen en Diocletianus in het oosten, en twee ‘onderkeizers’ (Caesares), Constantius Chlorus (de vader van Constantijn) in het westen en Galerius in het oosten. Dezen zouden mettertijd de Augusti vreedzaam opvolgen, wat voordien weleens anders verliep.

Deze tetrarchie hield lang stand. Maar in 305 traden Diocletianus en zijn mede-Augustus Maximianus (deze laatste tegen zijn zin) af en vormde zich de tweede tetrarchie. De Augusti werden, zoals voorzien, Constantius Chlorus in het westen (aan zijn bestuursgebied werd Spanje toegevoegd) en Galerius in het oosten, evenwel voor een korte periode want in 306 stierf Constantius.

Nog in hetzelfde jaar werd de derde tetrarchie geïnstalleerd. Severus trad nu aan als Augustus in het westen en nu kwam Constantijn op het politieke toneel als zijn Caesar (Brittannië, Gallië, Spanje). Galerius bleef Augustus in het oosten terwijl de hardnekkigste christenenvervolger in spe Maximinus Daia daar de positie van Caesar verwierf.

Maar het liep fout. Maxentius (zoon van de afgetreden Maximianus) begon zich delen van Severus’ bestuursgebied (Italië en Noord-Afrika) toe te eigenen. Op 28 oktober 306 palmde hij zelfs Rome in. De bevolking was blij weer een “keizer” binnen hun muren te mogen begroeten. Severus vocht terug maar vond eind 307, in gevangenschap de dood, meteen het einde van de derde tetrarchie.

De stichting van de vierde tetrachie liet een jaar op zich wachten en dat zou gebeuren op de conferentie van Carnuntum in november 308. Carnuntum (het huidige Petronell) was een legerkamp aan de Donau, veertig kilometer ten westen van Wenen (Vindobona). Hier waren aanwezig: de al afgetreden keizers Diocletianus en Maximianus, evenals de oosterse regerende keizer Galerius en zijn vriend en hoge officier Licinius, een nieuwkomer. Constantijn en Maxentius waren niet uitgenodigd.

Afgesproken werd dat in het westen Licinius Augustus zou worden in opvolging van de onfortuinlijke Severus. Zijn bestuursgebied omvatte vooral Italië en Noord-Afrika, maar daar zat Maxentius, de zoon van Maximianus, als usurpator (onrechtmatig bezetter) sinds 28 oktober 306 in de weg. In het westen herbevestigde men Constantijn als Caesar. Zijn bestuursgebied omvatte nog steeds Brittannië, Gallië en Spanje, zijn residentiestad was Trier. In het oosten bleef Galerius Augustus en Maximinus Daia Caesar.

Niet iedereen keerde gelukkig van deze conferentie terug. Constantijn moest Licinius in rang boven zich dulden. Hij kon voorlopig vrede nemen met de titel Augustus die zijn soldaten hem hadden toegekend bij de opvolging van zijn vader Constantius in 306. Hij stelde zich tegenover deze vierde tetrarchie dan ook zeer afstandelijk op. Licinius moest zijn bestuursgebied nog veroveren op Maxentius. Hij kreeg van zijn vriend Galerius het opperbevel over de troepen in Pannonië om de usurpator te verdrijven.

Maar vooral Maximianus keerde ontgoocheld naar het zuiden van Gallië terug; hij was naar Carnuntum gekomen in de hoop opnieuw Augustus te worden in het westen (ondanks zijn aftreden in 305). Daartoe trachtte hij alsnog in het zuiden van Gallië een legermacht op de been te brengen. Hij verschanste zich in Massilia maar belegerd door Constantijn moest hij zich overgeven. In het voorjaar van 310 werd hij ter dood gebracht. Na de definitieve uitschakeling van Maximianus en na de node komst van Licinius keerde Constantijn (buste midden) zich af van de tetrarchie om grootsere plannen te koesteren. Eerst en vooral wou hij Italië veroveren op Maxentius (buste links) en daarin Licinius (buste rechts) vóór zijn.

Eigenlijk kende de vierde tetrarchie een einde met de dood van Galerius, de Augustus van het oosten. Hij stierf begin mei 311, weinige dagen na het uitvaardigen van zijn tolerantie-edict voor de christenen. Formeel was voor de overdracht van zijn rijksdeel niets geregeld. Licinius (Augustus van het westen) en Maximinus Daia (Caesar van het oosten) haastten zich om Galerius’ bestuursgebied in te palmen: respectievelijk verkregen zij de Balkan en Klein-Azië. Nu moest Maxentius nog verjaagd worden. Constantijn was er klaar voor.

Op de terugweg naar het noorden in het voorjaar van 310, na de uitschakeling van Maximianus, langs de grote heirweg Arles-Autun-Trier-Keulen sloeg Constantijn op een bepaald moment af naar Grand in de Vogezen om het heiligdom van Apollo Grannus te bezoeken (het antieke Andesina). Volgens een lofrede (panegyriek) later in dat jaar gehouden in het paleis in Trier, heeft Constantijn daar in een droom Apollo gezien, zo moet hij het althans aan de lofredenaar hebben verteld.

De tekst staat te lezen in de zesde Latijnse panegyriek uit een verzameling van twaalf die werden ontdekt in 1533 (Panegyrici Latini). In deze rede wordt Constantijn gelijkgesteld met Apollo, de Onoverwinnelijke Zonnegod, aan wie de wereldheerschappij zou toevallen. Zo koos Constantijn voor Apollo als zijn god-helper in de strijd. Door deze keuze verzaakte hij aan de traditionele tetrarchische goden, Jupiter, Hercules, Mars en koos hij voor een ongedeelde monarchie in plaats van een tetrarchie.

Al in 310 begon hij bronzen munten te slaan: op de voorzijde zijn portret en op de achterzijde de Zonnegod (een globus in de hand als wereldheerser). Deze kwamen massaal bij soldaten en gewone burgers terecht. Aanzienlijke personen, die eind 310 in Trier ook de lofrede al hadden gehoord, kregen – zelfs nadat Constantijn zich tot de christelijke God had toegewend – gouden medaillons (geslagen in Ticinum in 313) ten geschenke waarop hij en de Zon als eeneiige tweeling stonden afgebeeld.

In de leidende en hem ondersteunende kringen werd (letterlijk) nog het beeld gehandhaafd van zijn aanhankelijkheid aan de Zonnegod. Op de achterzijde gaat de godin Victoria hem voor bij een feestelijke intocht. Voor zijn god-helper Apollo heeft Constantijn ongetwijfeld ook een speciaal vexillum laten vervaardigen. Dit bestond uit een lange schacht met een dwarsstang waaraan een doek hing. Op het doek was het teken van de Zonnegod, een zesarmige ster, aangebracht. Het werd gedragen door iemand in de onmiddellijke omgeving van de keizer.

Het verhaal van de droom en de lofuitingen daaraan verbonden, het verspreiden van zijn beeltenis samen met de Zonnegod propageerden Constantijns ambitie om ooit, de tetrarchie voorbij, te heersen over het hele Romeinse rijk. In 310 nog slechts Caesar in het westen, zag Constantijn het tetrarchisch systeem met, zoals gezegd, de dood van Galerius in 311 spoedig uiteenvallen. Het werd ieder voor zich. Hij kon nu zijn veroveringstocht inzetten met als eerste doel Maxentius Italië en Rome te ontnemen. Apollo zal zijn metgezel zijn.

Morgen: Deel II – Eusebius en het teken op het vaandel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.