De Via Sistina brengt ons van bovenaan de Spaanse Trappen tot aan de in 1642 aangelegde Piazza Barberini, ooit het voorplein van het Palazzo Barberini, vandaag een prachtig museum. De zijde aan de overkant met de lage gebouwen (snackbars en een bioscoop) vormt de achterkant van het park van het palazzo, hier bevond zich de in 1875 afgebroken monumentale toegang.
Vandaag ligt de ingang en het bijhorende museum aan de Via Quattro Fontane in het verlengde van de Via Sistina, dit was eigenlijk de vroegere zijingang van het Palazzo Barberini.
In het midden van Piazza Barberini staat de Fontana del Tritone uit 1643, een werk van Gian Lorenzo Bernini. De Italiaanse componist Ottorino Respighi (1879-1936) wijdde in zijn ‘Fontane di Roma’ (1916) een deel aan ‘La Fontana di Tritone al mattino’, met een reidans van najaden en tritons.
De bijna een eeuw jongere Trevifontein mag dan misschien wel de indrukwekkendste zijn, deze Tritonfontein behoort zeker tot de elegantste fonteinen van Rome.
Gian Lorenzo Bernini (1598-1680) introduceerde hier een nieuwigheid door travertijn te gebruiken in plaats van marmer. Bernini was ‘de man die fonteinen ontwierp alsof hij ze strooien kon’.
Dat citaat komt uit de nog steeds fantastische ‘Gids voor Rome’ van de Nederlandse schrijver Leo van Egeraat – 1923-1991), zowat de vader van de hedendaagse verhalende reisgids, wiens boeken over Rome en Italië in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw werden gepubliceerd, maar die ook vandaag nog altijd boeiend en leerrijk zijn en waaruit we graag blijven citeren.
In het midden van een geometrische vijver dragen vier ondersteboven gekeerde dolfijnen op hun staart een gigantische sint-jakobsschelp die zijn twee geribbelde helften als een boek opent waardoor een triton zichtbaar wordt terwijl hij op een trompethoorn (kinkhoorn) blaast.
De ‘muziek’ is een verticale straal water die glinstert in het Romeinse zonnelicht, op de pauselijke schilden zie je de altijd aanwezige bijen van de familie Barberini. De familie Barberini voerde bijen in haar familiewapen en die beestjes zie je in Rome vaak terug in de woningen en monumenten die deze familie verwezenlijkte.
Triton, een god uit de Griekse mythologie, was een zoon van Poseidon (of Neptunus bij de Romeinen) en Amphitrite. Wanneer Poseidon in een vrolijke bui was, ging hij naar het wateroppervlak met zijn vierspan. Triton, half mens, half vis, reed vervolgens over het water met paarden en zeemonsters en blies ondertussen op zijn kinkhoorn om de golven te bedaren.
Triton heeft een bijrolletje in het Romeinse epos Aeneis. In de sprookjes van Hans Christian Andersen is hij de vader van de kleine zeemeermin. Triton wordt in de Griekse mythologie meestal voorgesteld met het hoofd en de romp van een man en de staart van een vis, een meerman.
Door de link met Neptunus was het logisch dat astronomen één van de manen van de planeet Neptunus de naam Triton gaven. Leuk is dat veel later bleek dat op het oppervlak van de maan Triton gasgeisers actief zijn die griezelig veel lijken op de watergeiser boven deze fontein van Bernini. Alleen zijn de stralen op Triton acht tot tien kilometer hoog.
Tot het einde van de achttiende eeuw speelde zich voor de fontein op de Piazza Barberini een macaber gebruik af. Op handkarren werden voor dit kunstwerk de op straat of in de Tiber gevonden lijken tentoongesteld terwijl een stadsomroeper de mensen opriep om hen te komen identificeren.
De Fontana del Tritone gaf haar naam aan de brede, drukke laan, de Via del Tritone, die vanaf het plein naar beneden loopt richting Via del Corso. De straat is populair bij het winkelend publiek. Wij gaan even (kijkend naar de Tritonfontein) naar links waar de Via Vittorio Veneto begint.
Op de hoek van Piazza Barberini met de Via Veneto staat immers nog een tweede en wat minder opvallende fontein van Gian Lorenzo Bernini, namelijk de Fontana delle Api, de bijenfontein uit 1644. Ze toont drinkende bijen en een bijenkoningin die weg wil vliegen.
Deze bescheiden fontein is minder spectaculair dan de vorige, maar ook hier stroomt het water in een geopende sint-jakobsschelp. De opdrachtgever was Urbanus VIII Barberini (1623-1644), ‘whose bees buzz all over Rome’.
De Fontana delle Api is één van de twee fonteinen die werd gerestaureerd als goedmaker voor de vernieling van de beroemde Barcacciafontein aan de voet van de Spaanse Trappen. Die raakte begin 2015 beschadigd tijdens rellen met Nederlandse Feyenoordfans, maar de stad Rome zorgde zelf voor een snelle herstelling.
Enkele Nederlanders in Rome namen het initiatief om via de speciaal hiervoor opgerichte vereniging Salviamo la Barcaccia geld in te zamelen en daarmee als gebaar van goede wil en verzoening de restauratie van een andere fontein te financieren. Dat werden uiteindelijk twee fonteinen. De tweede was de Fontana dei Giardini di Viale Tiziano in het noorden van Rome.
Oorspronkelijk werd de bijenfontein geplaatst op de hoek van het Palazzo Soderini, tussen Piazza Barberini en de Via Sistina. Deze fontein werd omstreeks 1870 ontmanteld en kwam terecht in de stedelijke magazijnen.
Vele jaren later, tussen 1915 en 1916, werd het monument herbouwd op de huidige locatie, in een nogal geïsoleerde positie en leunend tegen een aantal blokken van travertijn.
Bij die gelegenheid werden heel wat versleten stukken en onderdelen vervangen, in zoverre zelfs dat vandaag nog enkel de bijen en het centrale deel van het schelpbekken de enige originele onderdelen zijn van het oorspronkelijke monument.
Toen de Fontana delle Api destijds werd ingehuldigd stond er volgens het verhaal een inscriptie op die foutief aangaf dat de fontein was ingehuldigd in het 22ste jaar van het pontificaat van de paus, en dit terwijl het 21ste jaar van Urbanus VIII nog niet voorbij was.
Uit bijgeloof vreesde men dat de foutieve ‘XXII’ een ongunstig voorteken zou kunnen zijn dat misschien wel het overlijden van de paus aankondigde. Om het gevaar te bezweren werd de laatste ‘I’ al snel na de inhuldiging van de fontein weggekapt.
Maar in de hemel was blijkbaar al beslist over het lot van Urbanus VIII: de paus stierf welgeteld acht dagen vóór het begin van het 22ste jaar van zijn pontificaat, dat duurde van 6 augustus 1623 tot 29 juli 1644. De toch al bijgelovige Romeinen werden nadien nog bijgeloviger.
Het voorval zorgde ook voor heel wat spot bij het sprekende standbeeld Pasquino: ‘Havendo li Barberini succhiato tutto il mondo, ora vogliono succhiare anche il tempo’ (Nadat de Barberini eerst de hele wereld hebben leeggezogen willen ze nu ook de tijd opzuigen’). Op de fontein staat in het Latijn dat het water ter beschikking staat van ‘mensen en dieren’.
Geef een reactie