Zoals je gisteren kon lezen begint Rome, mede als gevolg van het zogenaamde kasseienplan, ook met de heraanleg van de totaal versleten bestrating van Piazza Venezia. Er komen opnieuw kasseistenen. Het gaat ditmaal niet om gebrekkig uitgevoerde onderhoudswerken zoals die in het verleden gebeurden als gevolg van het Mafia Capitale-schandaal, maar om een grondige aanpak. Want Rome is de slechte wegen meer dan beu.
De laatste poging tot herstel dateert uit 2016, maar leverde weinig resultaat op. Op dat moment was de maffieuze bende al een tijdje opgerold, maar zat Rome met een enorme put in de stadskas, waardoor aannemers niet meer konden betaald worden. Die stadskas raakte sindsdien niet meer gevuld. Alleen is de put inmiddels een krater geworden van om en bij de 13 miljard euro.
De werkzaamheden op en rond Piazza Venezia zullen zeven maanden duren. Zolang de beperkingen naar aanleiding van de viruscrisis nog gelden, is het bijzonder kalm in de stad, wat natuurlijk interessant en vooral veiliger is voor de aannemer.
In Rome was er vandaag, de eerste dag van een lichte versoepeling van de coronamaatregelen, overigens weinig volk op het openbaar vervoer en op de wegen. Het station Termini was tijdens de ochtendspits zelfs bijna leeg. De scholen zijn nog steeds gesloten en dat scheelt minstens vijftig procent van het spitsverkeer.
Zodra het dagelijkse leven in de stad weer wat normaler wordt, riskeert Rome echter een enorme verkeerschaos op het drukke plein. Daar zijn nu immers ook al de voorbereidingen voor de aanleg van Metrolijn C aan de gang.
De in normale omstandigheden altijd drukke Piazza Venezia behoort tot de pleinen met het slechtste wegdek van Rome. Ongelijk liggende en verzakte kasseien, oneffenheden, gaten en putten in de weg, loszittende stenen, … alles lijkt erop gericht om vooral motorrijders het leven zuur te maken. Er gebeuren regelmatig ongelukken. Maar ook auto- en busgebruikers worden hier permanent door elkaar geschud.
Het nieuwe wegenproject van het stadsbestuur moet eindelijk een einde maken aan de slechte toestand. Tegelijk wordt ook het rioleringsnetwerk gereinigd en worden de mangaten vervangen. De werken op het plein zullen in verschillende fasen verlopen, waarbij telkens een vast gedeelte wordt afgebakend en afgewerkt vooraleer aan het volgende te beginnen.
Voor de veiligheid van zowel de arbeiders als het doorgaande verkeer wordt het allleszins geen eenvoudige opdracht omdat op het plein zoals verteld dus ook al wordt gewerkt in het kader van de aanleg van Metrolijn C.
In de eerste fase, die nu begint, wordt het gedeelte tussen Piazza d’Aracoeli en Piazza di San Marco aangepakt. De volgende fase omvat de zone rond de Via Quattro Novembre waar ook al wordt gewerkt.
Onderhoudswerkzaamheden in de Romeinse straten werden jarenlang zeer gebrekkig of met slechte bouwmaterialen uitgevoerd en soms zelfs helemaal niet, ook al liet de aannemer in kwestie zich er wel voor betalen.
Uit het proces dat volgde op het ‘Mafia Capitale’-schandaal bleek dat in het verleden vele werkzaamheden in Rome fout liepen omdat aannemers in samenspraak met bepaalde ambtenaren wel geld voor openbare werken op zak staken maar de opdracht gewoon niet of in het beste geval slechts rommelig en zonder kwaliteitsgaranties of controle uitvoerden.
Rome zat jarenlang in de wurggreep van maffiosi, corrupte politici, omgekochte ambtenaren, ondernemers met gangsterallures en zelfs voormalige terroristen. Die werkten allemaal mee aan een systeem dat de overheid al sinds het jaar 2000 vele honderden miljoenen euro’s heeft gekost. Het precieze bedrag valt onmogelijk te becijferen, maar bedraagt volgens sommigen zelfs meer dan een miljard euro.
Toen de bende werd opgerold kreeg het netwerk in de media al gauw de naam ‘Mafia Capitale’, of ‘hoofdstedelijke maffia’ omdat de maffiosi zo diep waren doorgedrongen in het bestuurlijke en administratieve hart van Rome. Talrijke kopstukken uit de ambtenarij en het stadsbestuur bleken betrokken te zijn bij één van de grootste naoorlogse schandalen in Rome.
Maffieuze ondernemers of hun stromannen kochten lokale politici en topfiguren bij de stadsdiensten om, met de bedoeling de meest winstgevende aanbestedingen binnen te halen. Het criminele netwerk sleepte op die manier onterecht flink wat contracten in de wacht. Concurrenten grepen steevast naast de opdrachten waardoor hun financiële reserves opdroogden en sommigen failliet gingen.
Interessant voor de fraudeurs waren vooral het groenonderhoud, de wegen- en infrastructuurwerken, het schoonmaken van de straten, de huisvuilophaling en afvalverwerking, maar ook de uitbating van zigeunerkampen en opvangcentra voor vluchtelingen en asielzoekers bleken erg lucratief.
Als de werken al werden uitgevoerd gebeurde dat met minderwaardige bouwmaterialen, afgekeurd asfalt of beton dat meer zand dan cement bevatte. Het onderhoudscontract van openbaar groen en het verwijderen van onkruid was doorgaans nog gemakkelijker uit te voeren: dat liet men gewoon groeien.
Maar nog vaker werden de vele miljoenen euro’s die de malafide bedrijven op die manier van de stad Rome in handen kregen, gewoon niet besteed aan het uitvoeren van de contracten, maar vloeiden ze vrijwel uitsluitend naar de bankrekeningen van de criminelen. Verantwoordelijke ambtenaren die betrokken waren bij het systeem deelden in de winst en moesten daarom uiteraard ook zwijgen.
De toenmalige burgemeester van Rome, Ignazio Marino werd na zijn glansrijke verkiezingsoverwinning in 2013 al snel benaderd door het maffianetwerk dat hem duidelijk maakte hoe met overheidsopdrachten werd gefraudeerd, hoe toewijzingen werden vervalst en op welke manier fondsen konden worden verduisterd.
Maar Marino weigerde het frauduleuze spel mee te spelen en bracht de praktijken onder de aandacht van het gerecht. De Raggruppamento Operativo Speciale, een speciale onderzoekseenheid van de Carabinieri, die zich bezighoudt met de bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme, wist het netwerk na vele maanden speurwerk uiteindelijk op te rollen. Via onder meer afgeluisterde telefoongesprekken wisten de speurders langzaam maar zeker het enorm vertakte corruptiesysteem in kaart te brengen.
De speurders sloegen toe op 2 december 2014. Bij een reeks invallen in en de omgeving van Rome arresteerde de politie 37 mensen, waaronder de voorzitter van de gemeenteraad en het diensthoofd van de afdeling Huisvesting van de stad, verscheidene politici, ambtenaren en leden van de ‘Ndrangheta, de Calabrese maffia.
Met de operatie ‘Mondo di Mezzo’ (Tussenwereld) rolden de speurders het grootste deel van het netwerk op dat jarenlang vele miljoenen euro’s verdiende, altijd ten nadele van de stad en vaak ten koste van de zwaksten in de maatschappij.
Het arrestatiebevel telde 1.200 bladzijden. De arrestanten werden beschuldigd van afpersing, samenzwering, het afsluiten van illegale leningen, drugshandel, het witwassen van geld, het illegaal uitvoeren van werken, omkoping en frauduleuze manipulaties met onder meer overheidsopdrachten.
Burgemeester Ignazio Marino had echter op teveel tenen getrapt en absoluut niet begrepen dat zoveel directeurs van gemeentelijke bedrijven en grote ondernemingen en topambtenaren bij de Mafia Capitale-zaak betrokken waren en louche zaken deden met machtige criminelen.
Zeker na de succesvolle actie van het gerecht stond het in de sterren geschreven dat zijn kop moest rollen. In de nasleep van de arrestaties kreeg Ignazio Marino al doodsbedreigingen, maar het duurde niet lang vooraleer deskundig werd afgerekend met de burgemeester.
Ignazio Marino werd in 2015 na een vermeend onkostenschandaal, gepleegd met een kredietkaart van de stad, tot ontslag gedwongen wegens verduistering, fraude en schriftvervalsing.
Er was onder meer sprake van peperdure etentjes bij kaarslicht op kosten van de stad in het gezelschap van escortdames. Later bleek dat het allemaal verzonnen beschuldigingen waren en Marino werd dan ook op alle fronten vrijgesproken. Op dat moment had Marino de politiek echter al teleurgesteld verlaten.
Wie wel gearresteerd werd, was Marino’s voorganger Gianni Alemanno, die van 2008 tot 2013 burgemeester van Rome was. Hij zou goede banden gehad hebben met Massimo Carminati, één van de kopstukken in het schandaal, en zou vertrouwelingen op sleutelposten in de stad benoemd hebben, zodat contracten naar het criminele netwerk gingen. Zijn rol in het Mafia Capitale-schandaal zou de voormalige burgemeester uiteindelijk zes jaar gevangenisstraf opleveren.
Massimo Carminati, bijgenaamd Il Guercio (de eenogige) en een voormalig extreemrechtse terrorist, had nochtans een zwaar crimineel verleden. Hij was lid van de Nuclei Armati Rivoluzionari (NAR), een terroristische organisatie die actief was van 1977 tot november 1981.
De groep pleegde minstens 33 moorden in vier jaar tijd en smeedde in die periode ook plannen om onder meer de toenmalige minister-president Francesco Cossiga (die later president van Italië zou worden) en parlementsvoorzitter Gianfranco Fini te vermoorden.
De groep was vermoedelijk ook betrokken bij de bomaanslag op het station van Bologna in 1980, waarbij 85 doden en 200 gewonden vielen, al heeft ze die betrokkenheid altijd ontkend.
Carminati maakte ook deel uit van de Banda della Magliana, een in Rome gevestigde en erg actieve criminele organisatie die in de jaren ’70 en ’80 in Rome opereerde. Carminati was er onder meer actief als huurmoordenaar.
De Banda della Magliana leverde tevens logistieke steun aan de Nuclei Armati Rivoluzionari en voorzag leden van de terroristische groep van logies, valse papieren, wapens en bommen. In november 1981 werd ontdekt dat de Bende van Magliana een opslagplaats voor wapens en munitie had ingericht in de kelders van het Ministerie van Volksgezondheid.
In het regeringsgebouw lagen ook bommen en granaten die waren gestolen door een kopstuk van de NAR. De gestolen partij munitie bevatte ook een aantal dozen met een zeldzaam type kogels die konden gelinkt worden aan degene waarmee de Italiaanse journalist Carmine Pecorelli in 1979 in Rome was doodgeschoten.
Dat gebeurde een jaar na de ontvoering en moord op de voormalige premier Aldo Moro, een zaak die Pecorelli onderzocht en waarover hij ook publiceerde. Pecorelli had goede contacten met kopstukken van de regering, de loge en de geheime diensten.
Hij legde onder meer een verband tussen Operatie Gladio, de achterblijvende anticommunistische organisatie van de NAVO (waarvan het bestaan in oktober 1990 door premier Giulio Andreotti publiekelijk werd erkend ) en de dood van Aldo Moro. Dat kostte Pecorelli vermoedelijk het leven.
Voormalig premier Giulio Andreotti werd voor het gerecht gebracht wegens medeplichtigheid aan de moord op Pecorelli, maar werd uiteindelijk samen met zijn medeverdachten, waaronder Massimo Carminati, na verscheidene herzieningen door het Hooggerechtshof definitief vrijgesproken.
Ondanks zijn zware gerechtelijke verleden liep Carminati vreemd genoeg nooit ernstige veroordelingen op. In de jaren ’80 kreeg hij vier jaar gevangenisstraf voor een kraak op een aantal kluisjes van de Banca di Roma. Carminati werd beschouwd als het brein achter die inbraak.
De politie heeft altijd vermoed dat een of meer van die kluisjes compromitterend materiaal over belangrijke figuren bevatte, gegevens die Carminati gebruikte om dossiers op te stellen waarmee kopstukken uit de politiek en het bedrijfsleven konden worden gemanipuleerd en gechanteerd.
Het is inderdaad opvallend dat de man sinds die tijd vrijwel van de gerechtelijke radar verdween. Alleen in 2012 dook zijn naam nog eens op in een gerechteiijk onderzoek naar gemanipuleerde voetbaluitslagen, een geliefde praktijk van de gokmaffia waarmee miljoenen worden binnengehaald.
Tot eind 2014 dus bleek dat Carminati één van de leidende figuren was in de Mafia Capitale-zaak, die toen al vele jaren aan de gang was.
Het knoeien met gemeenschapsgeld bij de uitvoering van openbare aanbestedingen heeft de stad Rome doorheen de jaren minstens een miljard euro gekost, al menen sommigen dat dit bedrag nog aan de lage kant ligt en dat het werkelijke verlies veel hoger is omdat het corruptieschandaal nog veel langer aan de gang zou geweest zijn dan algemeen wordt aangenomen.
Toen de Mafia Capitale-zaak losbarste en duidelijk werd hoe ver de tentakels van de organisatie reikten, ging een schokgolf door Italië, een land dat nochtans wel wat gewoon is als het over corruptie en de macht van de georganiseerde misdaad gaat.
Het onderzoek en het daaropvolgende proces waren het belangrijkste sinds operatie ‘Mani Pulite’ (Schone Handen), de geruchtmakende zaak waarbij in het begin van de jaren ‘90 zowat de helft van de Italiaanse parlementsleden in opspraak kwamen omdat ze smeergeld aannamen.
Op 20 juli 2017 werd Massimo Carminati veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor zijn aandeel in de Mafia Capitale-zaak. Een jaar later werd die straf in hoger beroep al teruggebracht tot 14 jaar.
De hallucinante gebeurtenissen omtrent het Mafia Capitale-verhaal vormden de basis voor het boek (van Giancarlo De Cataldo en Carlo Bonini) en de film Suburra (2015) en de succesvolle gelijknamige televisieserie uit 2017. De figuur van maffiaman Samurai is duidelijk geïnspireerd op Massimo Carminati.
Het personage Il Nero in het boek Romanzo Criminale, geschreven in 2002 door Giancarlo De Cataldo en dat verwijst naar de ware gebeurtenissen van de Banda della Magliana, is eveneens gebaseerd op Massimo Carminati. Romanzo Criminale werd in 2005 ook verfilmd door Michele Placido, in 2008 volgde eveneens een televisieserie die losjes gabaseerd was op het filmverhaal.
Geef een reactie