Archive for oktober, 2020

Paus maakt namen dertien nieuwe kardinalen bekend

31 oktober 2020

Paus Franciscus zal op 28 november tijdens een consistorie dertien nieuwe kardinalen creëren. Hun namen werden nu al bekendgemaakt. De nieuwelingen zijn afkomstig uit alle hoeken van de wereld, al zijn er nog steeds zeven Europeanen bij.

Eén van hen is Mario Grech uit Malta, die als secretaris-generaal van de bisschoppensynode al een topfunctie heeft in het Vaticaan. Paus Franciscus kiest ditmaal echter slechts twee medewerkers uit de Curie, het bestuursorgaan in het Vaticaan.

De andere is Marcello Semeraro, die sinds kort aan het hoofd staat van het Congregatio de Causis Sanctorum (de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen), waar hij de in opspraak gekomen kardinaal Becciu opvolgde. Vroeger werden veel meer Curie-geestelijken kardinaal, die tijd lijkt voorbij.

franciscus

Nog enkele in het oog springende toekomstige kardinalen: Cornelius Sim, die uit Brunei komt, Wilton Daniel Gregory, de aartsbisschop van het grote bisdom Washington en de eerste Afro-Amerikaan die kardinaal wordt en Antoine Kambanda, de aartsbisschop van Kigali (Rwanda).

Daarnaast zijn er nog Celestino Aós Braco, de aartsbisschop van Chili, en Mauro Gambetti, de abt van het Sacro Convento-klooster in Assisi, die als 55-jarige één van de jongste kardinalen zal worden.

Kardinalen lopen vooral in de kijker bij een conclaaf, wanneer een nieuwe paus moet worden verkozen. Zij zijn degenen die uit hun eigen groep een nieuwe paus kiezen, al mogen ze zelf niet ouder zijn dan 80 jaar om te mogen stemmen. Een conclaaf wordt enkel gehouden wanneer de paus sterft of terugtreedt.

Gewoonlijk schommelt het aantal stemgerechtigde kardinalen rond de 120, maar dat aantal kan dus wel variëren. Momenteel zijn ze met 128. Kardinaal Giovanni Angelo Becciu verloor onlangs zijn stemrecht als gevolg van een financieel schandaal. Vier van de dertien nieuwkomers zijn wegens hun leeftijd niet meer stemgerechtigd.

Met de dertien nieuwe kardinalen inbegrepen, werd bijna 60 procent van de huidige groep kardinalen aangesteld door paus Franciscus. Daardoor kan die er vrij zeker van zijn dat zijn opvolger min of meer dezelfde beleidslijn zal volgen dan hijzelf.

De nieuwe kardinalen:

  • Mario Grech (Malta) – Secretaris-generaal van de Synode van Bisschoppen
  • Marcello Semeraro (Italië) – Prefect van de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen
  • Antoine Kambanda (Rwanda) – Aartsbisschop van Kigali
    Wilton Daniel Gregory (Verenigde Staten) – Aartsbisschop van Washington
  • Jose Fuerte Advincula (Filipijnen) – Aartsbisschop van Capiz
  • Celestino Amos Braco, O.F.M. Cap. (Chili) – Aartsbisschop van Santiago
  • Cornelius Sim (Brunei) – Apostolisch vicaris van Brunei
  • Augusto Paolo Lojudice (Italië) – Aartsbisschop van Siena-Colle di Val d’Elsa-Montalcino
  • Mauro Gambetti, O.F.M. Conv. (Italië) – Aartsbisschop ad personam
  • Felipe Arizmendi Esquivel (Mexico) – Bisschop-emeritus van San Cristóbal de Las Casas
  • Silvano Maria Tomasi, CS (Italië) – Titulair aartsbisschop;
    diplomaat-emeritus van de Romeinse Curie
  • Raniero Cantalamessa, O.F.M. Cap. (Italië) – Priester
  • Enrico Feroci (Italië) – Priester

Verloren Romeinse stad Ad Duodecimum wellicht gevonden in Nederland

31 oktober 2020

Waar ligt de Romeinse plaats Ad Duodecimum? Dat is een vraag die archeologen al eeuwenlang bezighoudt. De plek wordt vermeld in de Historiae van de Romeinse geschiedschrijver Tacitus, maar naast een vermelding op de beroemde Peutingerkaart, zijn er nooit concrete archeologische of historische aanwijzingen gevonden voor de juiste locatie van deze Romeinse nederzetting op het grondgebied van het huidige Nederland.

Archeoloog Nils Kerkhoven uit Dreumel verklaart in de krant de Gelderlander dat Ad Duodecimum volgens recent onderzoek in de buurt van Alphen aan de Maas heeft gelegen. Dreumel is een dorp in het Land van Maas en Waal (gemeente West Maas en Waal) in de provincie Gelderland. Het ligt aan de rivier de Waal tussen de dorpen Wamel en Heerewaarden.

In 2017 werden tussen Dreumel en Alphen spectaculaire archeologische vondsten gedaan, waaronder vijftien schepen uit de Romeinse tijd en meer dan honderdduizend sporen die zelfs teruggaan tot de prehistorie. In 2018 werden nog eens vier schepen opgegraven. Er zijn ook stenen gevonden met een vorm die erop wijst dat ze afkomstig zijn van een Romeinse brug over de Maas.

Tevens werd een grote Romeinse nederzetting ontdekt, waarvan nu wordt aangenomen dat het mogelijk gaat om Ad Duodecimum. De plek wordt door archeologen beschouwd als de grootste archeologische vindplaats van Nederland.

peutingerkaart (2)

De beroemde Tabula Peutingeriana of Peutingerkaart is een kopie van een Romeinse reiskaart uit de derde of de vierde eeuw en omvat een gebied van Groot-Brittannië, Spanje en Noord-Afrika in het westen tot zelfs aan de rivier de Ganges in het oosten.

De enorme kaart is niet oppervlakte-getrouw, maar eerder een schematische voorstelling van het wegennet en de etappeplaatsen in het Romeinse Rijk. Over het grootste deel van de kaart werden ook de afstanden van de etappes aangegeven, deels in Romeinse mijlen (milia passuum), en voor het Gallische deel in leugae (ongeveer 1,5 Romeinse mijl).

In het midden bevindt zich de stad Rome en in het westen ligt de provincie Neder-Germanië (Germania Inferior), met steden zoals Xanten en Nijmegen. Ook legerkampen aan de Rijn worden genoemd, zoals Castra Herculis, dat wellicht het castellum in Arnhem Meinerswijk was.

Daaronder staat de naam Ad Duodecimum. De naam betekent letterlijk ‘bij de twaalfde’, mogelijk de twaalfde mijlpaal. De afstand dient dan gezien te worden vanuit Nijmegen. Dit komt echter niet overeen met de afstand die vermeld wordt op de Peutingerkaart. Deskundigen zijn het oneens over de precieze afstand van Nijmegen naar Ad Duodecimum. De meningen variëren van 26 km tot 40 km.

peutingerkaart (4)

De Peutingerkaart geeft naar alle waarschijnlijkheid de situatie weer in de vroege derde eeuw na Chr., toen er een heerweg liep vanaf Nijmegen, hoofdstad van de civitas Batavorum (het stamgebied der Bataven) naar Forum Hadriani, de hoofdstad van de Cananefaatse civitas, en vandaar naar de meest westelijke nederzetting aan de Rijn.

Deze heerbaan volgde grotendeels de loop van Waal en Maas, die op de Peutingerkaart als één rivier worden weergegeven met de naam Patabus (Batavus). Ad Duodecimum was één van de pleisterplaatsen langs deze weg, mogelijk een officiële Romeinse halteplaats waar koeriers of reizigers konden eten, baden, overnachten en van paard kon wisselen.

Archeoloog Nils Kerkhoven denkt dat de vele vondsten aan de Maas afkomstig zijn van Ad Duodecimum. Alleen de Romeinen bouwden in de eerste eeuwen van onze jaartelling met steen. Dat deden ze alleen voor een serieuze nederzetting, zeg maar een stadje. De meningen zijn nog verdeeld en het onderzoek gaat voort. Toch durf ik met zoveel vondsten op deze plek en de afstanden op de Peutingerkaart die lijken te kloppen, wel een gokje  wagen dat dit de juiste plek is, verklaart Kerkhoven begin deze week in de Gelderlander.

peutingerkaart (3)

De Tabula Peutingeriana is een rol perkament, samengesteld uit twaalf bladen van ongeveer 38 cm hoog, elk 59 tot 65 cm lang, met een totale lengte van 6,82 m. Het eerste blad, met daarop het Iberisch Schiereiland en de Britse eilanden is verloren gegaan, waardoor er nog maar elf bladen resteren.

De oudste bekende kopie is een handschrift uit de dertiende eeuw, dat nu bewaard wordt in de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek in Wenen. Het is deze kopie die de naam gaf aan de kaart. Vervaardigd door een monnik uit Colmar werd de kaart uit een bibliotheek in Zuid-Duitsland gevonden door Conrad Celtis, die het document in 1507 naliet aan de humanist Konrad Peutinger uit Augsburg.

Na de dood van Konrad Peutinger kreeg de cartograaf Abraham Ortelius de vraag om de kaart in druk uit te geven. Hij stierf echter voor hij het werk afhad, maar een half jaar later had Jan Moretus de klus geklaard en begin 1599 drukte de uitgeverij Plantijn te Antwerpen er 250 exemplaren van, op halve grootte en verdeeld over acht drukplaten.

Later volgden nog verschillende uitgaven met dezelfde, maar ook met nieuwe drukplaten. Het is niet gemakkelijk de vermelde Romeinse namen aan hedendaagse steden te koppelen, wat nog steeds aanleiding geeft tot nieuwe interpretaties.

peutingerkaart (6)

In 1616 gaf ook cartograaf Petrus Bertius zijn versie van de Tabula Peutingeriana uit in zijn werk Commentariorum Rerum Germanicarum. Ook Bertius gaf in zijn commentaar hierin een interpretatie van enige vermelde Romeinse namen. Dit werk, zowel de kaarten als de beschrijvingen, zijn online te raadplegen op de website van de Universiteit van Mannheim.

peutingerkaart (5)

De tegenwoordig meest gebruikte kopie van de kaart is de facsimile van Konrad Miller uit 1887. Miller produceerde een volledige kopie in kleur op twee derde van het originele formaat. Hij heeft daarbij van het ontbrekende eerste blad een hypothetische reconstructie gemaakt, waardoor ook Spanje, Portugal en Engeland weer op de kaart staan. De  kopie van Miller is online te raadplegen op de website Bibliotheca Augustana.

Belgische steden of locaties op de Peutingerkaart die tot Gallia Belgica behoorden zijn onder meer Viroviacum (Wervik), Turnaco (Doornik), Atuaca Tungrorum (Tongeren) en Vodgoriacum (Waudrez).

peutingerkaart (1)

Nederlandse steden of locaties op de kaart zijn onder meer Praetorium Agrippinae (Valkenburg – Zuid-Holland), Matilone (Leiden-Roomburg), Albaniana (Alphen aan den Rijn), Catualium (Heel), Forum Hadriani (Voorburg), Flenio (mogelijk Vlaardingen), Tablis (Oud-Alblas?), Caspingio (Asperen?), Grinnibus (Rossum – Gelderland?), Ad Duodecimum (tot dusver onbekend), Ulpia Noviomagus Batavorum (Nijmegen), Ceuclum (Cuijk), Blariaco (Blerick) en Cortovallio (Heerlen).

Romeinse munt geveild voor bijna 3 miljoen euro

30 oktober 2020

In Londen is een Romeinse munt geveild met de afbeelding van Brutus. De gouden aureus bracht 2,7 miljoen pond op, omgerekend bijna 3 miljoen euro. Het veilinghuis Roma Numismatics had de munt eerder geschat op zo’n 500.000 euro.

De koper is niet bekend, maar die moet ook nog 20 procent veiingkosten en de btw op die kosten betalen, waardoor het muntje al gauw 3,6 miljoen euro zal kosten.

Van de munt die nu werd geveild zijn maar twee exemplaren bekend. De munt is een getuige van de burgeroorlogen die Rome in de eerste eeuw v. Chr. teisterden. Op de voorzijde is Brutus afgebeeld, één van de leiders van de samenzwering tegen Julius Caesar.

brutusmunt

Op de voorzijde van de munt zie je de beeltenis van Brutus. Op de keerzijde in het midden staat een zogenaamde vrijheidsmuts afgebeeld. Brutus en zijn aanhangers beweerden dat de Romeinen hun vrijheid hadden teruggekregen door de moord op Caesar.

In het oude Rome werd een slaaf vrijgelaten tijdens een ceremonie waarin een praetor de slaaf aanraakte met een staf, een vindicta, en verklaarde dat hij vrij was. Het hoofd van de slaaf werd geschoren waarna hij of zij een pilleus od pilleum kreeg opgezet, een vilten muts. Zowel de vindicta als de pilleus werden beschouwd als symbolen van Libertas, de godin die vrijheid vertegenwoordigde.

Eveneens op de achterzijde van de Brutusmunt zie je de dolken, de wapens die de samenzweerders gebruikten om Caesar te doden. Onderaan staat de tekst Eid Mar, de afkorting voor Eidibus Martiis, de iden van maart, de dag waarop Caesar werd vermoord.

ACHTERGRONDINFORMATIE:
BESCHRIJVING VAN DE MUNT
(TEKST UIT DE CATALOGUS)

Q. Servilius Caepio (M. Junius) Brutus AV Aureus. Military mint travelling with Brutus in the East, late summer-autumn, 42 BC. L. Plaetorius Cestianus, moneyer. Bare head of Brutus to right; BRVT above, IMP before, L • PLAET • CEST behind / Pileus between two daggers of differing design, their points downwards; below, EID•MAR. A. Campana, Eidibus Martiis (forthcoming), 13 (O1/R6) and pl. 1, 13 (this coin); Crawford -; Sydenham -; BMCRR -; Bahrfeldt -; Babelon -; H. A. Cahn, Eidibus Martiis, QT XVII (1989), pp. 211-32, 4a = CRI 215 = NFA XXV, 1990, 306 = Sotheby’s Zurich, 1993, 87 (same obverse die) = R. Walburg, Zeitzeugen. Münzen aus der Sammlung der Deutschen Bundesbank. Hirmer Verlag, München 2018, pp. 48-9 (Kat. 65, 66); Cahn, L’aureus de Brutus avec EID MAR, Actes du Congrés Internationale de Numismatique 1953, obverse die ‘A’; Calicó 58 = Biaggi 39 = Cahn, Actes, Actes du Congrés Internationale de Numismatique 1953, p. 213 = Cahn, Eidibus Martiis, 24a; for this type in silver see: – A. Campana, Eidibus Martiis, 14-18 (same dies); Crawford 508/3; Sydenham 1301; BMCRE East 68; Cahn, Eidibus Martiis, 6 (same dies); S. Nodelman, Brutus the Tyrannicide in Ancient Portraits in the J. Paul Getty Museum: Volume 1, p. 51, fig. 8 (same dies); Vagi, vol. II, p. 198, 95 = Feirstein Collection, NAC 39, 2007, 89 (same dies); John Work Garrett Collection, part I, Leu-NFA, 1984, 685 (same obverse die); Loscombe Collection, Sotheby, 1855, 683 = BMC II 480, 69 (same obverse die); Lanz 158, 2014, 373 (same obverse die); Künker 124, 2007, 8483 = Leu 71, 1997, 265 = Münzen & Medaillen 19, 1959, 150 (same obverse die). 8.06g, 19mm, 12h.

Near mint state and highly lustrous; the usual die breaks, minor surface marks, light red-brown calcite deposits on obverse and reverse.
Authenticated and encapsulated by Numismatic Guaranty Corporation (NGC) and graded MS★ 5/5 – 3/5, Fine Style (#5770688-001).
Excessively Rare; the third known example: one on long-term loan to the British Museum, the other in the Deutsche Bundesbank collection.

  • From the collection of the Baron Dominique de Chambrier, original attestation of provenance included;
  • Ex collection of Bernard de Chambrier (1878-1963) and Marie Alvine Irma von Bonstetten (1893-1968);
  • Ex collection of the Baron Gustave Charles Ferdinand von Bonstetten, Chamberlain to Ferdinand I, Emperor of Austria.

Marie Alvine Irma von Bonstetten was daughter of Gustave August Arthur Albert von Bonstetten (1864-1935), the founder of the ‘Automobile Club Suisse’ in 1898, and great-niece of Gustave Charles Ferdinand von Bonstetten (1816-1892), who was a distinguished antiquarian and collector who published many articles in the Recueil d’antiquités suisses (1855, 1860 and 1867) and L’Essai sur les dolmens (Geneva, 1865), an authoritative study on European dolmens erected between the 5th millennium BC and the end of the 3rd millennium BC. Later, Gustave Charles Ferdinand von Bonstetten worked as an independent researcher and carried out archaeological excavations in both Switzerland and France. In 1873 he donated a part of his important collection to the ‘Antiquarium of Bern’ and his collection formed the basis of the Bernisches Historisches Museum. The Musée Romain of Avenches also owns pieces from his collection.

Nothing resonates so deeply with those knowledgeable in ancient Roman coinage as the dramatic EID MAR type struck by Brutus in 42 BC, nor indeed is any type more sought after by connoisseurs. Herbert A. Cahn’s 1989 study entitled Eidibus Martiis noted 56 examples in silver and 2 in gold. Anecdotal comments have long suggested the extent of the surviving population of EID MAR denarii could approximate as many as a hundred specimens – a reasonably high figure for what is considered to be an extreme rarity – and Campana’s as yet unpublished Die Study indeed identifies 88 examples (at last count) in silver (of which at least 34 are now in institutional collections) and 3 in gold. On account of its enormous historical importance and enhanced by its virtual unobtainability to all but the most fortunate of collectors, this coin type like no other has inspired great admiration, fascination, disbelief and desire in the hearts of historians, numismatists and collectors.

Foremost of the reasons for the exalted position of the type in the collective consciousness is its naked and shameless celebration of the murder of Julius Caesar two years earlier in 44 BC. This brutal and bloody assassination had been prompted by the well-founded belief among the Senate that Caesar indented to make himself king, which in truth he was already in all but name. By special decree of the Senate Caesar had been made dictator perpetuo – dictator in perpetuity – and granted the extraordinary and unprecedented honour of striking coins bearing his own likeness, thus breaking the ancient taboo of placing the image of a living Roman upon a coin. By these and other affronts to the traditional values and institutions of the Republic did Caesar seal his fate. On 15 March, 44 BC, in a room adjoining the east portico of the Theatre of Pompey, Caesar was stabbed twenty three times by the gang of Senators numbering over thirty and perhaps as many as sixty, men that Caesar called his friends, and of whom many had been pardoned by him on the battlefield and now owed their ranks and offices to him. The simple but bold reverse design employed by Brutus for this aureus contains the three principal elements of this ‘patriotic’ act of regicide committed to liberate the Republic from monarchical tyranny. Most striking are the two daggers of differing design, the one symbolising that wielded by Brutus himself, the other that of Cassius his co-consipirator. These flank the pileus, the cap of Liberty as worn by the divine twins and patrons of Roman armies Castor and Pollux, and which was conferred upon all freed slaves as a mark of their emancipation. The legend EID MAR is the abbreviation of EIDIBVS MARTIIS – the Ides of March. Thus, in an act of unparalleled braggadocio, we are at once presented with the murder weapons used to slay Caesar, the precise date of the deed, and the motive.

While the leaders of the Second Triumvirate Antony, Octavian and Lepidus embraced the practice of striking coins bearing their own images, the hypocrisy of Brutus placing his own portrait on the obverse of the EID MAR type cannot not have been lost on the Liberator. Both a betrayal of his personal devotion to the ancient traditions of the Republic, and an emulation of the tyrant he had slain, it may well be that he was convinced into allowing his image to be co-opted by the Republican party as a rallying symbol for the swiftly approaching engagement between their legions and those Antony and Octavian. As a descendant of Lucius Junius Brutus, the founder and first consul of the Roman Republic, who in 509 BC had sworn on a bloody dagger to overthrow the unjust rule of the Tarquin kings, the clearly drawn parallels must have been heady propaganda to the Republican cause.

The present coin exhibits the characteristic die breaks common (to greater or lesser degree) to all of the known examples of Cahn die ‘A’ (Campana O1). The most prominent of these are a sickle-shaped feature located behind the nape of Brutus’ neck, a further break emanating from the peak of Brutus’ forehead where it meets his hairline, and an area of roughness directly before Brutus’ brow that can be seen to evolve into a pronounced pellet-like break on late die-state examples. Additional die breaks are located above the tip of the nose, between the back of the head and ‘A’ of PLAET, between and above the letters ‘P’ and ‘L’ of PLAET, and extending vertically downwards from below the chin.

The evolution of the die breaks can be seen to exist in at least six distinct stages, as noted by Cahn in Eidibus Martiis, and exemplified by the below listed coins, in order by earliest die-state to latest. The comparison of these die-states permits us to determine the progression of said breaks.

Denarius: Jameson 7 = Hess 1954, 214 = Hess-Leu 41, 54 (hereafter referred to as the Jameson example).
Denarius: Sotheby, 1855, 683 (BM example).
Aureus: NFA XXV, 1990, 306 = Sotheby’s Zurich, 1993, 87 (Deutsche Bundesbank example).
Denarius: NFA-Leu 1984 (Garrett example).
Aureus: Present coin; cf. also NAC 39, 2007, 89 (Feirstein example).
Denarius: Künker 124, 2007, 8483 = Leu 71, 1997, 265 = Münzen & Medaillen 19, 1959, 150 (M&M example).

Stage 1: Cahn 1, 2. The obverse die used to strike of the five examples examined by Cahn is intact – the coins are sharply struck and detailed. This is confirmed by inspection of the available image of the Jameson example.

Stage 2: Cahn 3. A linear die break has appeared above the ‘C’ of CEST, behind the nape of the neck. Although not discernible on Cahn’s plate, this is visible in the BM example’s published image of the coin.

Stage 3: Cahn 4. The Deutsche Bundesbank example shows the linear die break having evolved into the distinctive sickle-shape it retains for the remainder of its use. Also present now is the very beginning of the forehead break, and the area of roughness before the brow. Also present is the break above the letters ‘PL’ of PLAET. The breaks above the tip of the nose, between the letters ‘PL’ of the legend, and between the head and the ‘A’ are as yet absent.

Stage 4: Cahn 5, 6. The Garrett Collection example now shows the vertical break below the chin, as well as the presence of the break between the back of the head and the ‘A’of the legend.

Stage 5: The present aureus exhibits an enlargement of the forehead break, in both the vertical and horizontal axes, and strengthening of the ‘dot’ above the tip of the nose – a distinct advance from Cahn 6a, 6b, and the Garrett example. The other principal change is that the break between ‘PL’ is now present. The forked break before the brow exhibits little to no progression. The Feirstein example may be another example of this obverse die state, however it is so weakly struck that prior to the clarification provided by of the present aureus and Campana’s Die Study, its place in the die state progression was uncertain.

Stage 6: Cahn 7, 8, 9. The latest known die-state may be observed on the M&M example, which in addition to the breaks clearly visible on the present aureus, also possesses a break just inside the beaded border at 2 o’clock. Furthermore, the break before the brow has now become a very prominent pellet-like protrusion.

Conclusions:

The present aureus occupies a logical but previously unrepresented gap in the die break progression as laid out by Cahn, since the Feirstein example lacked sufficient detail to be of useful comparison, and other specimens are either too worn or otherwise poorly conserved. While the forehead break on this aureus is much advanced from Cahn 6a, 6b, and the Garrett example, the break before the brow has not yet progressed to being a fully-formed pellet as it already is by Cahn 7a-d and the M&M example, among others (see also Lanz 158, 373), nor is the additional ‘dot’ break at 2 o’clock inside the beaded border present yet. Campana’s forthcoming die study confirms the die state progression laid out above, and furnishes a great many additional examples for comparison.

Considerations on the EID MAR type:

In ‘The EID MAR type of Brutus, an overview of current research and portfolio of related papers’ (private publication, available on request from Roma Numismatics Ltd.), Andrew McCabe provides a comprehensive summary of all numismatic texts devoted to the EID MAR type in both gold and silver. Gathering together ancient sources, antiquarian studies and archaeological evidence, the Overview traces the known references to the type from the second century AD, through the renaissance and into modern times. It furthermore aggregates the available information concerning the dispersal and rediscovery of known examples, bringing to light hoard evidence that establishes a clear archaeological context for a number of these. Moreover, the Overview draws on and expands upon the works of Mattingly, Cahn, Woytek and others to provide important insights into the series, particularly as concerns their place in the ‘Liberator’ coinage series, their method of manufacture, and the likely timing and location of minting. The Overview has clear implications for cultural property considerations (confirming that the type is pan-European in dispersal, rather than provenant from the soil of any one modern nation) while providing hard evidence for the reaffirmation of the now prevalent acceptance of both the Biaggi-Winckless and Deutsche Bundesbank EID MAR aurei.

Our own conclusions drawn from a study of the die-state progression of Cahn die ‘A’ clearly have important bearing on considerations concerning the present coin. That the EID MAR type was indeed struck in gold by Brutus as well as in silver must be considered to be beyond all reasonable doubt, as represented by the ‘Biaggi-Winckless’ coin now in the British Museum, and the NFA-Sotheby’s coin now in the collection of the Deutsche Bundesbank, which until recently were believed to be the only two surviving examples of the issue. The fact that the present aureus occupies a previously unrepresented stage in the die-state progression, combined with the fact that it is die-paired (O1/46) in accordance with the die progression prescribed by Cahn and confirmed by McCabe and Campana, and obvious physical properties of the coin (fabric, die axis, and strike properties) which are entirely consistent with the Deutsche Bundesbank example (being closer in state of preservation than the Biaggi-Winckless coin) and other contemporary ‘Liberator’ aurei in general, provides an unassailable argument in favour of the piece, which further augments our understanding of both the Biaggi-Winckless and Deutsche Bundesbank examples, and the series as a whole.

Nieuw filmpje over recente opgravingen in Pompeii

30 oktober 2020

We hebben al eerder bericht over de recent opgegraven villa’s en ontdekkingen in de gedeeltelijk bedolven Romeinse stad Pompeii. In een nieuw documentair filmpje wordt meer verteld over deze vondsten die gebeurden in het kader van het Grande Progretto Pompei-project.

leda-en-de-zwaan

Dankzij dat project is er weer geld om onder de bergen as en puin te zoeken naar wat er nog allemaal verborgen ligt. Zo werden bijvoorbeeld een prachtige fresco ontdekt van Narcissus, een erotische fresco van Leda en de Zwaan en een fresco van twee vechtende gladiatoren.

narcissusNarcissus

Ook werden de resten van een meer dan tweeduizend jaar oude tuin uitgegraven en werd een paardenskelet met uitrusting ontdekt, evenals een fraaie en goed bewaarde mozaïek van de Griekse jager Orion.

vechtende-gladiatorenVechtende gladiatoren

Om geïnteresseerden te laten genieten van de nieuwste vondsten, lanceerde het Pompeii Archeological Park een filmpje waarin vooral aandacht wordt besteed aan de twee villa’s die recentelijk werden opgegraven.

Het gaat om het ‘Huis met de Tuin’ waar archeologen de wortels van planten werden ontdekt die er tweeduizend jaar geleden groeiden. Het andere is het ‘Huis van Orion’ waar twee mozaïeken van Orion werden gevonden.

pompeiivilla

Massimo Osanna, de directeur van het archeologische park, geeft toelichting bij het filmpje dat iets meer dan zeven minuten duurt. Dat doet hij in het Italiaans, maar het filmpje is ondertiteld in het Engels.

Je kan het filmpje hier bekijken.

Muntencollectie Gallo-Romeins Museum Tongeren eind 2021 online te raadplegen

29 oktober 2020

Muntspecialist Hugo Vanhoudt legt de laatste hand aan de digitalisering van alle 6.500 Romeinse munten van het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Eind 2021 zal de volledige Romeinse muntencollectie door iedereen online te raadplegen zijn. Vlaanderen subsidieert dit project met 35.000 euro.

romeinsemunt(7)

Het Gallo-Romeins Museum beschikt over een behoorlijk grote muntencollectie. Het is een mix van aureii (goud), denarii (zilver) en sestertiën (brons) en ondersoorten. In het verleden werden die munten weleens (gedeeltelijk) tentoongesteld, maar tegenwoordig bevindt het grootste deel ervan zich in de reserves van het museum.

Niet al die munten passen even goed in ons huidige collectieprofiel van de prehistorie tot de vroege middeleeuwen. We hebben ook latere munten. Bovendien stellen we nu enkel munten tentoon als die een bepaald verhaal vertellen, zoals bijvoorbeeld de muntschat van Riemst, die we wel tonen, verklaart archeoloog Igor Van den Vonder in de Mediahuis-kranten.

romeinsemunt(1)

De vondst in Riemst bestaat uit een tweehonderdtal Romeinse munten die per toeval werden ontdekt in 1905 bij de Romeinse weg tussen Tongeren en Maastricht. Een tachtigtal munten kwamen terecht in het Gallo-Romeins Museum.

Germanen waren binnengevallen in de civitas Tungrorum, het bestuursgebied van het Romeinse Tongeren. Het was een periode van chaos en terreur en zonder veel centraal gezag. Hier in het noorden van het Romeinse Rijk had je met Postumus een tegenkeizer, terwijl keizer Gallienus in Rome zijn macht hier niet kon doen gelden.

romeinsemunt(4)

In die periode, omstreeks 270, heeft iemand vlakbij een Romeinse villa die muntschat begraven. Uiteraard met de bedoeling om ze weer op te graven in betere tijden.

Waarschijnlijk heeft degene die de munten verstopte het niet overleefd of heeft hij zijn spaargeld niet teruggevonden. Tegelijk zie je dat vooral die munten begraven werden die nog een hoog percentage aan edelmetaal bevatten. Kortom, munten die nog niet gedevalueerd waren.

Ook die muntschat heeft numismaat Hugo Vanhoudt, een gepensioneerde ingenieur uit Leuven, gefotografeerd en gedigitaliseerd. Hij fotografeert al veertig jaar munten en schrijft er zelfs boeken over. Op een bepaald moment heeft hij zijn apparatuur geprofessionaliseerd met aangepaste software.

romeinsemunt(3)

Als ik manueel fotografeer, doe ik misschien dertig munten per dag. Hiermee kan ik tot zestig munten per uur gaan. Het is een slim ding dat informatie integreert, zoals bijvoorbeeld het inventarisnummer dat ik meegeef. Het houdt ook rekening met het soort metaal en past zich aan om de munt zo ideaal mogelijk te fotograferen.

De software meet ook de munt en zal die in een document automatisch op ware grootte presenteren. Maar je kan uiteraard ook uitvergroten om alle details goed te zien. Zonder dit moet je achteraf nog veel assembleren. Nu niet meer, vertelt Hugo Vanhoudt in de krant Het Belang van Limburg.

De hele Romeinse muntcollectie van het Gallo-Romeins Museum, die voor ruim 90 procent in Tongerse bodem werd teruggevonden, zal vanaf eind 2021 door iedereen online te onderzoeken zijn.

Afspraken maken en verplaatsingen naar het museum hoeven dan niet meer. Daarmee volgt Tongeren een internationale tendens om muntverzamelingen online te zetten. Waarin België overigens achterop loopt.

romeinsemunt(8)

Zijn er aan de hand van deze collectie algemene uitspraken te doen over het financiële verkeer in Romeins Tongeren? Het onderzoek van deze collectie is beperkt. We hebben een inventaris, maar daar zijn nog geen globale conclusies uit getrokken. Maar online zullen de munten beschikbaar zijn voor onderzoekers wereldwijd. Op termijn zullen we zo onze Romeinse collectie beter kunnen duiden, stelt Igor Van den Vonder, die als archeoloog verbonden is aan het museum.

Onderzoekers kunnen met goede foto’s meer zien dan op de echte munt. We gaan die afbeeldingen bovendien beschikbaar stellen in open data, liefst gelinkt, en vrij te gebruiken door iedereen. Er wordt gewerkt met gestandaardiseerde internationale termen. Zo zal bijvoorbeeld ook een Chinees of een Braziliaan hierop onderzoek kunnen doen, besluit Igor Van den Vonder

De afbeeldingen van Romeinse munten die je in dit artikel ziet behoren niet tot de collectie van het Gallo-Romeins Museum, maar werden louter als illustratie toegevoegd.

Regering keurt stimuleringspakket van 5,4 miljard euro goed

28 oktober 2020

De Italiaanse regering heeft een stimuleringsplan goedgekeurd ter ondersteuning van de talrijke bedrijven die getroffen zijn door de nieuwe beperkingen van de regering die probeert om de tweede virusgolf in te dammen.

Aan dat plan is een financieel pakket van 5,4 miljard euro verbonden. Een deel van dat geld zal -worden uitgekeerd in de vorm van belastingvoordelen en subsidies. Ook de aanvullende fondsen voor tijdelijke ontslagregelingen worden ermee gevuld.

eurobiljettenbtw

Minister van Economie en Financiën Roberto Gualtieri beloofde dat het steungeld uiterlijk midden november rechtstreeks op de bankrekeningen zal belanden van alle betrokken bedrijven en personen die er recht op hebben. De minister vermeldde dat expliciet in de hoop de mensen gerust te stellen. Talrijke Italianen staan voor een financiële afgrond.

In Italië werden vandaag 24.991 nieuwe Covid 19-besmettingen geregistreerd. Dat is het hoogste dagelijkse aantal sinds het begin van de pandemie.

Ook het aantal virusgerelateerde sterfgevallen ging fors de hoogte in. Vandaag kwamen 205 mensen om als gevolg van het coronavirus. Gisteren werden 221 doden geregistreerd, twee dagen geleden vielen er 141 slachtoffers. In Italië zijn nu in totaal 37.905 officiële Covid-19-doden geteld.

virusteller281020

De capaciteit van heel wat ziekenhuizen is stilaan bereikt. Bij sommige is het al zover. Zo werden aan het Santa Maria Gorettiziekenhuis in Latina alle zitbanken uit een kapel gehaald om er een aantal ziekenhuisbedden te kunnen plaatsen.

De strenge beperkingen die premier Giuseppe Conte en zijn regeringsploeg aan de bevolking hebben opgelegd, zorgen al een paar dagen voor protesten in verschillende Italiaanse steden. Het zijn de eigenaars van kleinere bedrijven die op straat komen, samen met hun werknemers die financieel zwaar getroffen zijn door de maatregelen.

In sommige gevallen werden de vreedzame demonstraties echter gekaapt door groeperingen met minder goede bedoelingen en die er een eigen agenda op nahouden. Daardoor ontaardden de betogingen in geweld. Vrijwel overal moest de oproerpolitie fors ingrijpen met traangas en waterkanonnen. Er werden verschillende onruststokers gearresteerd.

Academia Belgica en UGent organiseren online event op 30 oktober

28 oktober 2020

De Academia Belgica in Rome organiseert in samenwerking met de Universiteit Gent op 30 oktober om 16.30 uur een online ronde tafel met als titel From labrum to lavacrum: the evolution of Roman bathing habits en de boekvoorstelling van Public Baths and Bathing Habits in Late Antiquity van dr. Sadi Maréchal (UGent).

Omwille van de ellendige virusperikelen is dit een online evenement dat iedereen echter vrij kan volgen. Voor één keer kunnen geïnteresseerden er ook vanuit hun huiskamer live bij zijn in Rome. Het volstaat om even voor het aangeduide tijdstip van het evenement in te loggen via deze link (zoomlink ID 982 4092 3883).

untitled

Romeinse badhuizen in de oudheid waren veel meer dan een gemeenschappelijke badkamer om het zweet en stof van een harde dag werken weg te wassen. Het waren sociale ontmoetingsplaatsen waar het aangenaam toeven was met familie, vrienden of collega’s, maar ook de gebouwen bij uitstek waarmee keizers en edelen het gewone volk konden verbluffen met pracht, praal en technologie.

Deze ronde tafel brengt specialisten van Romeinse badhuizen samen naar aanleiding van de publicatie van het boek Public Baths and Bathing Habits in Late Antiquity (uitgeverij Brill, 2020) en zoomt in op de evolutie die de Romeinse badgebouwen doorheen de eeuwen heen doormaakten.

De nadruk ligt vooral op de overgang naar de late oudheid, traditioneel gezien als een periode van teloorgang van de Romeinse baden en badgewoontes. Recent onderzoek van de sprekers wijst echter uit dat baden net één van de weinige publieke gebouwen waren die nog steeds werden gebouwd en gerestaureerd, ook door de christelijke autoriteiten.

De diepgewortelde ideeën over gezondheid en zelfrepresentatie die onafscheidelijk verbonden waren met de badgewoontes, evenals de symbolische waarde voor de uitstraling van een stad en voor de geldschieter, verzekerden dat badhuizen deel bleven uitmaken van het stadsweefsel en private woningen, ook na de hoogdagen van het keizerrijk.

De uitnodiging voor dit evenement kan je hier downloaden (PDF-formaat).

Vaticaan versterkt strijd tegen corruptie

27 oktober 2020

De belangrijkste diensten van het Vaticaan gaan nog nauwer samenwerken in de strijd tegen corruptie en geldverspilling. Juan Antonio Guerrero s.j., de prefect van het Secretariaat voor de Economie, en de auditor-generaal hebben een memorandum ondertekend waarin zij zich engageren om nog beter samen te werken in de strijd tegen corruptie.

vaticaanstad (5)

Dat impliceert ook een nauw toezicht op de uitvoering van de richtlijnen van paus Franciscus. Er zal veel strikter toegezien worden of de toekenning van overheidsopdrachten wel volgens de regels is gebeurd. Transacties zoals de vastgoedoperatis waar de uit zijn functies gezette kardinaal Becciu bij betrokken was, moeten veel transparanter worden.

Pater Guerrero noemt het engagement een nieuwe, belangrijke stap om corruptie binnen en buiten Vaticaanstad te voorkomen en te bestrijden. Het is volgens hem ook een belangrijk initiatief om verspilling tegen te gaan.

Dat is mooi meegenomen, want de inkomsten van het Vaticaan zijn in deze virustijden aanzienlijk gedaald. Zo zijn er momenteel veel minder bezoekers dan gewoonlijk in de Vaticaanse Musea. Tijdens de lockdown werden maandenlang helemaal geen tickets verkocht.

Horeca in Rome ziet het niet meer zitten: restaurants sluiten voortaan om 18 uur

27 oktober 2020

De Italiaanse regering nam vorig weekend alweer enkele nieuwe maatregelen in een poging de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De ministers vergaderden zaterdag 18 uur lang, met als uiteindelijk resultaat dat premier Giuseppe Conte ’s nachts een nieuw decreet kon ondertekenen. Dat wordt vanaf vandaag van kracht en blijft tot minstens 24 november geldig.

horecalockdown(1)

Hoewel een nieuwe nationale lockdown voorlopig uitblijft, wordt in een aantal bedrijfssectoren met ontzetting gereageerd op de nieuwe maatregelen. Onder meer de uitbaters van privésportscholen, bioscopen en zwembaden wijzen op de grote verliezen die ze dit jaar al maakten.

Maar het is vooral de restaurant- en cateringsector die zich andermaal gepakt voelt omdat ze vanaf vandaag reeds om 18 uur de deuren moeten sluiten. Het afhalen van maaltijden blijft wel mogelijk tot middernacht.

De vereniging Confesercenti Roma, die de belangen van tienduizenden kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigd, kreeg dit weekend al meer dan duizend telefoontjes met de vraag voor financiële steun.

Daar zitten opvallend veel horeca-ondernemingen tussen. Die hebben dringend compensatie en bescherming nodig, anders dreigen nu zeer snel uitzettingen en sluitingen, stelt de sectorvereniging.

De financiële ellende was door het maandenlange gebrek aan inkomsten al groot na de lockdown, maar de trage herstart door het gebrek aan toeristen en andere klanten, heeft vele bedrijven pas echt in grote moeilijkheden gebracht.

Door de nieuwe noodmaatregelen krijgen velen nu wellicht de genadeslag. De economische crisis die momenteel in de sector heerst is ongezien. Het decreet dat de sluiting van bars, restaurants, ijssalons en andere eetgelegenheden oplegt, brengt een hele stad die leeft van handel en toerisme definitief op de knieën.

horecalockdown(8)

De winkels mogen voorlopig wel openblijven, maar die zien de sluiting van de restaurants met lede ogen aan. De meeste winkeliers verkochten de voorbije maanden al niet veel, maar de weinige klanten die na 18 of 19 uur nog even naar de stad komen, een tijdje winkelen en dan iets gaan eten, zullen nu ook verdwijnen.

Zonder horeca is de beleving in de stad weg. Wie niet dringend bepaalde spullen nodig heeft, neemt niet te moeite om in de stad te komen winkelen als nadien geen koffietje, een glaasje wijn of een aperitiefje kan gedronken worden. Vaak wordt de dag afgesloten met een hapje. Net als de beleving in de winkel zelf, maken bars en restaurants onlosmakelijk deel uit van het funshoppen.

Zonder horeca valt ook het uitgaansleven stil. Geen jarige die trakteert op restaurant, geen gepensioneerde die wordt uitgezwaaid en al zeker geen familie-etentjes of feestjes meer. Dus hebben ook maar weinig mensen nieuwe kleding nodig. Net zomin als de vele telewerkers. Wie thuis achter zijn of haar computer zit, hoeft geen nieuw kostuum of een mooi kleedje te dragen.

horecalockdown(10)

Wat werkgevers en hun personeel pas echt zorgen baart, is dat er momenteel nog geen besluit werd gepubliceerd dat voorziet in compensatie of een plan om de noodsituatie aan te pakken.

De premier kondigde op zijn persconferentie gisteren aan dat er een aantal steunmaatregelen op komst zijn, maar niemand weet precies hoeveel en hoe die zullen worden verdeeld.

Gezien de enorme vertragingen in het toekennen van steun na de eerste lockdown, zijn de ondernemers er absoluut niet gerust in. De situatie is ernstig, uitstel is geen optie, klinkt het.

Giuseppe Conte zei gisteren dat een vergoeding klaar ligt voor al degenen die door de nieuwe maatregelen economisch worden getroffen. Het geld zal aan de betrokken bedrijven worden toegekend via een bankoverschrijving door de belastingdienst.

Conte belooft naast enkele nieuwe steunbijdragen die niet moeten terugbetaald worden, ook een belastingvermindering voor de maanden oktober en november. Ook de tweede Imu-termijn (de belasting op onroerende goederen) die normaal op 16 december moet worden betaald, wordt afgeschaft.

Het decreet met de vergoedingen die bovenop de reeds bestaande steunmaatregelen zullen komen, wordt dinsdag gepubliceerd. In de loop van november moeten volgens Conte alle financiële compensaties toegekend zijn aan degenen die er recht op hebben.

horecalockdown(12)

Ondanks die beloftes zien heel wat restauranthouders het niet meer zitten. Velen van hen verkeerden na de lockdown al in moeilijkheden, maar nu ze enkel ’s middags nog een lunch mogen aanbieden, zien talrijke uitbaters nog maar één optie: sluiten.

Heel wat restaurants zullen gewoon niet meer openen omdat alleen de opbrengst van een lunch onmogelijk de kosten kan dekken. Bovendien is het grootste deel van de toeristen nog altijd niet teruggekeerd en doen meer dan 400.000 ambtenaren aan telewerk. Wie zou er dan nog komen lunchen?

De voorbije maanden was het ’s middags al zeer kalm, nu enkel nog openhouden voor de lunch is de moeite niet waard. Onze kosten liggen nog altijd een pak hoger dan de inkomsten, reageert de horecasector. Ook de sectorverenigingen en de vakbonden verwachten dat een heleboel zaken gewoon dicht zullen blijven.

Maar zelfs als ze gesloten blijven, moeten de bedrijven de kosten voor hun nutsvoorzieningen blijven betalen en blijft vooral de huur van hun pand voortlopen. Zelfs zonder enige activiteit blijven de kosten oplopen. De grootste slachtoffers zijn andermaal de talrijke personeelsleden.

Volgens Confesercenti Roma riskeren acht op de tien medewerkers van de kleine en middelgrote ondernemingen in Rome de komende maanden ontslagen te worden. Er is bovendien geen enkele garantie dat ze na 24 november weer aan het werk kunnen.

Die mensen zitten intussen in zware financiële moeilijkheden. Minstens 2.000 restaurantmedewerkers moeten hun vergoeding nog krijgen die in maart werd beloofd. De overgrote meerderheid wacht nog altijd op de beloofde cheque die in juni zou worden toegestuurd. Als deze situatie nog lang duurt, is het beroemde horecalandschap van Rome binnen enkele maanden een dorre vlakte, aldus een woordvoerder van Confesercenti.

De Romeinse pizzabakkers en een aantal restauranthouders voerden recent al eens actie om te protesteren tegen hun belabberde financiële toestand en de fiscale druk.

De cijfers zijn inderdaad dramatisch. Er zijn ongeveer 47.550 arbeiders aan de slag in Romeinse restaurants, van wie 33.000 mannen. In hotels werken bijna 30.000 mensen. Maar het decreet treft behalve bars, ijssalons, enoteca’s, … ook andere ondernemingen. In totaal worden naar schatting bijna 408.000 personeelsleden het slachtoffer van de nieuwe maatregelen.

horecalockdown(9)

De sectorvereniging begrijpt ook niet waarom de horeca nu weer opnieuw wordt getroffen, vooral omdat zowel de regering als wetenschappers al lieten weten dat de meeste besmettingen thuis in familiekring gebeuren en in de overvolle bussen en metro’s van het openbaar vervoer.

De befaamde kok Antonello Colonna, sterrenchef en eigenaar van verschillende restaurants, publiceerde gisteren een open brief waarin hij namens alle collega’s zijn onmacht uitschreeuwt:

We zijn als de kapiteins van een schip en we kunnen het dus niet opgeven. We moeten aan boord blijven, maar hoe moeten we varen? In heel Italië zijn er andermaal vele duizenden familiebedrijven die de voorbije maanden allemaal de Covid-19 maatregelen respecteerden, maar die nu hun activiteiten ’s avonds opnieuw moeten stopzetten. Wat gaat er met hen gebeuren?

Volgens de verschillende sector- en beroepsverenigingen is er ook dringend een herstartplan nodig. Er zou ook een decreet moeten komen om de huurprijzen tijdelijk te verlagen of voorlopig niet meer te innen. En de belastingdienst kan ook beter stoppen met het innen van achterstallige schulden. Wie geen inkomsten heeft kan ook niets betalen.

Maar voorlopig is alles gehuld in onzekerheid. We varen letterlijk blind. Onze leden vragen om hulp, maar we kunnen hen zelfs geen hoop geven omdat we zelf in het ongewisse verkeren. Als dit blijft duren eindigen we in een nooit gezien sociaal en economisch drama, aldus Confesercenti Roma.

sbanco

Ook Marco Pucciotti, eigenaar van Sbanco, één van de bekendste pizzeria’s in Rome, heeft al publiekelijk laten weten dat hij het niet meer ziet zitten en ermee ophoudt.

Vijf jaar geleden opende hij samen met de bekende pizzabakker Stefano Callegari (de uitvinder van de trapizzino, een streetfood-snack die intussen in zowat heel Rome verspreid is) zijn succesvolle pizzeria.

Maar na acht maanden financiële onzekerheid en nu alweer een nieuwe avondsluiting, vindt hij het welletjes. Dit is niet meer aanvaardbaar. Opnieuw wordt onze sector getroffen. Talrijke horeca-ondernemers maar ook hun vele werknemers zien nu al zwarte sneeuw. Wat moeten die mensen de komende maanden doen? vraagt Pucciotti.

Eigenlijk zitten we nu al in een soort lockdown en ik vertik het om opnieuw, zoals in maart, voor duizenden euro’s onverkocht voedsel en ingrediënten weg te moeten gooien. Onze toekomst wordt momenteel gewoon vernietigd.

Voor ons hoeft het in ieder geval niet meer, we stoppen ermee. Misschien voorgoed, misschien voorlopig, daar zijn we nog niet uit. We wachten alleszins op betere tijden, als die tenminste nog ooit komen, besluit Marco Pucciotti pessimistisch.

Voormalige burgemeester van Rome ziet gevangenisstraf in beroep bevestigd

26 oktober 2020

Gianni Alemanno (61), de voormalige burgemeester van Rome, ziet zijn eerdere veroordeling tot zes jaar gevangenis in beroep bevestigd. De politicus werd aangeklaagd wegens corruptie en illegale financiering en kwam onder vuur te llggen in de Mafia Capitale-zaak.

stadhuisrome

Alemanno houdt nog steeds vol onschuldig te zijn en stapt nu naar het Hooggerechtshof. In Italië worden celstraffen in principe niet uitgevoerd vooraleer alle beroepsprocedures uitgeput zijn.

Gianni Alemanno was burgemeester van 2008 tot 2013 en stond terecht voor het aanvaarden van bijna 300.000 euro aan steekpenningen. Van 2001 tot 2006 was ook minister van Landbouw in de regering van Silvio Berlusconi.