Eén van de beroemdste mozaïeken uit Pompeii zal worden gerestaureerd in het Nationaal Archeologisch Museum van Napels. De monumentale vloermozaïek toont de overwinning van Alexander de Grote op koning Darius III van Perzië tijdens de Slag van Issus in Zuid-Anatolië op 5 november 333 v. Chr. Hoewel het mozaïek gedeeltelijk beschadigd is, zijn de twee hoofdfiguren goed herkenbaar.
Het kunstwerk dateert uit ongeveer 100 v. Chr. en werd op 24 oktober 1831 herontdekt in het Huis van de Faun (Casa del Fauna) in Pompeii, de Romeinse stad die in 79 na Chr. door een vulkaanuitbarsting werd verwoest en onder een metersdikke laag lava en puin bedolven geraakte.
Daardoor is de antieke stad tot vandaag een fantastische tijdscapsule voor archeologen. Het mozaïek meet 5,82 bij 3,13 m en is één van de meest bekende werken uit de oude Romeinse stad.
Paolo Giulierini, de directeur van het Museo Archeologico Nazionale di Napoli (MANN) omschrijft het restauratieproject als een ambitieuze en complexe operatie, die zal worden uitgevoerd na een nauwgezette voorbereiding.
Tijdens de restauratie zal gebruik worden gemaakt van geavanceerde digitale technologie waardoor de delicate handelingen stap voor stap kunnen worden gevolgd. De restauratiekamer wordt op die manier een soort ‘transparante bouwplaats’, wat nog nooit eerder is gebeurd.
Toen het werd opgegraven bleek het mozaïek ondanks een aantal beschadigingen en ontbrekende delen nog in behoorlijk goede staat te verkeren en werd er lange tijd over gediscussieerd of het wel nodig was om het te verplaatsen naar het archeologisch museum van Napels, toen nog het Real Museo Borbonico.
Maar net als zovele andere ontdekkingen uit Pompeii, kwam ook het mozaïek daar uiteindelijk toch terecht. Al had een commissie er wel twaalf jaar voor nodig gehad om dat te beslissen.
Het buitengewoon kunstzinnig uitgevoerde mozaïek werd op 16 november 1844 losgemaakt in het Huis van de Faun en op een door ossen getrokken kar naar Napels vervoerd. Maar tijdens de reis, in Torre del Greco, gebeurde een ongeval.
De kar kantelde, waarbij het mozaïek op de grond viel. Uit schrik voor de vernieling die men zou aantreffen, werd de doos met het mozaïek pas in januari 1845 geopend. Tot grote opluchting van iedereen was het niet beschadigd geraakt.
Aanvankelijk werd het mozaïek op de vloer van het museum geplaatst, maar in 1916 werd het verplaatst naar de huidige positie aan een muur.
Het oppervlak van het mozaïek kampt al een hele tijd met uitstulpingen, waarschijnlijk een gevolg van oxidatie die wordt veroorzaakt door metalen elementen in het houten skelet dat in 1916 werd aangebracht.
Er zijn ook verticale en horizontale microscheurtjes en schade vastgesteld aan de eeuwenoude mortel die de naar schatting anderhalf miljoen kleine gekleurde tegeltjes, de zogenaamde tesserae, bij elkaar houden.
De beschadigingen worden verergerd door het eigen gewicht van het mozaïeken de verticale positie waarin het zich nu bevindt. Zowel de tesserae als de mortel zijn in de loop van de voorbije eeuw lichtjes naar beneden gegleden.
Het mozaïek is vermoedelijk in opdracht gemaakt omdat de voorouders van de eigenaar van het Casa del Fauno relaties hadden met de Macedonische koning. Er wordt aangenomen at het werk een kopie is van het doek van de Griekse schilder Philoxenes van Eretria.
Een andere, minder populaire theorie, stelt dat het mogelijk een origineel Hellenistisch mozaïek was dat dor Romeinen in Griekenland hadden buitgemaakt en dat vervolgens naar Rome was gebracht.
Meer details en foto’s over de restauratie vind je hier
(in het Italiaans)
Geef een reactie