Een gespecialiseerd technisch team van de Sovrintendenza Capitolina is begonnen met een reeks onderhoudsinterventies aan enkele belangrijke fonteinen in Rome. Daarbij horen de drie fonteinen op Piazza Navona, de Trevifontein en de leeuwenfontein op Piazza del Popolo.
De grootste ingreep tot nu toe is de herstelling van de beschadigde leeuwenkop van de Fontana dei Quattro Fiumi (Vierstromenfontein) op Piazza Navona. Voor dat karwei werden twee weken uitgetrokken.
Aan alle fonteinen worden algen en begroeiing weggehaald, de monumenten worden daarna behandeld met een desinfecterend product en er gebeuren wat kleinere algemene reinigings- en onderhoudswerken.
Het grootste karwei van het actuele onderhoudsprogramma omvat de herstelling van de leeuwensculptuur op de Vierstromenfontein van Bernini op Piazza Navona. Een tijdje geleden ontdekte men dat het onderste deel van de muil van de leeuw afgebroken was.
Foto: Sovrintendenza Capitolina ai Beni Culturali
Er werd meteen aan vandalisme gedacht, maar uit onderzoek bleek dat de metalen ankerpen die de delen aan elkaar verbond, was doorgeroest. De sculptuur moest dus weer hersteld worden.
Aan de Vierstromenfontein werden bovendien nog andere problemen vastgesteld. Uit de lauwerkrans rond het hoofd van het beeld van de Ganges waren drie blaadjes verdwenen. Die werden teruggevonden in het waterbassin nadat men dat had laten leeglopen.

Ook hier ging het louter om slijtage. De drie kleine stukjes ondergaan nu een voorbereidende behandeling in het labo en zullen eerstdaags weer op het beeld worden bevestigd.
Foto: Sovrintendenza Capitolina ai Beni Culturali
De beroemde Vierstromenfontein werd tussen 1648 en 1651 gebouwd door een grote groep kunstenaars en arbeiders onder leiding van Gian Lorenzo Bernini.
In het midden van een laag elliptisch bassin wordt de fontein voorgesteld als een grote travertijnklif, uitgehouwen uit een grot met vier openingen, die de granieten obelisk ondersteunt.
De fontein heeft zijn naam te danken aan de vier beelden die op de hoeken van de klif geplaatst zijn. Zij stellen namelijk vier grote stromen uit de vier toen bekende werelddelen voor. Ze zijn snel te identificeren door de vegetatie en de dieren die er langs zijn gebeeldhouwd.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn deze vier beelden niet van Bernini zelf, maar werden ze gemaakt door diverse leerlingen uit zijn atelier.

Het eerste is van Claude Poussin en staat voor de Ganges in Azië, uitgebeeld door een riviergod met een lauwerkrans op het hoofd en een grote stok (of boom) tussen de knieën.
De Donau in Europa (van Antonio Ercole Raggi) draagt het pauselijke wapen en toont Montedoro, een beroemd renpaard uit die tijd.
De Nijl (Afrika) werd gerealiseerd door Giacomo Antonio Fancelli en toont een boomgod met een doek over zijn hoofd. Dit gesluierde beeld zou een toespeling zijn op de toen nog onbekende bronnen van de Nijl die pas in de negentiende eeuw in kaart werden gebracht. Ook de leeuw en de palm verwijzen naar Afrika.
Ten slotte zien we de Rio de la Plata van Francesco Baratta voor Amerika met één arm omhoog – misschien als beschutting tegen de zonnestralen, voorgesteld door de obelisk – en daarnaast een gordeldier.
De nogal vreemde figuur met de stapel muntstukken zou symbool staan voor bodemschatten van Zuid-Amerika, maar kan ook een verwijzing zijn naar de primitieve bevolking in dat continent, waar de eerste missionarissen pas waren begonnen met het bekeren en dopen van de inboorlingen.
Over het beeld van de Rio de la Plata wordt weleens verteld dat het lijkt weg te duiken uit angst dat de gevel van de Sant’Agnese in Agone op hem valt. Ook het beeld van de Nijl, met de doek over het hoofd, zou dit doen om het kerkgebouw van de Heilige Agnes zeker niet te moeten zien.
Volgens de verhalen zou Bernini dit zo laten maken hebben omdat de voorgevel van de Sant’Agnese-kerk door zijn grote rivaal Borromini is gebouwd.
Het is een leuke en grappige anekdote, die door de meeste gidsen in Rome regelmatig wordt verteld, maar die onmogelijk kan kloppen omdat de fontein reeds in 1651 volledig klaar was en de bouw van de kerk pas in 1652 begon.
Borromini werd bovendien pas in 1653 bij het bouwproject van de oorspronkelijke architect Girolamo Rainaldi (1570-1655) betrokken.

Ook opvallend aanwezig is de 16,54 m hoge obelisk die in het midden van de fontein omhoog rijst. De volledige fontein, met de sokkel erbij, is op die manier 35 m hoog.
Het samenbrengen van architectuur en beeldhouwwerk in een fontein was revolutionair ten opzichte van andere fonteinen die tot dan toe in Rome waren gebouwd.

De obelisk is afkomstig uit het Circus van Maxentius aan de Via Appia en komt – in tegenstelling tot vele andere obelisken in Rome – niet uit Egypte maar werd uitgehakt in opdracht van keizer Domitianus.
Innocentius X besliste om die oude, ondertussen omgevallen en gebroken obelisk, te herbruiken voor Piazza Navona, de plek waar zich in de oudheid het stadion van Domitianus bevond.

De hiërogliefen op de obelisk zijn pas aangebracht zijn bij de verplaatsing naar Piazza Navona. Op de obelisk is ook het familiewapen van Innocentius X te zien: de duif met een olijftak in de snavel geklemd.
Dat is niet enkel een voorstelling van de Heilige Geest, maar ook een symbool voor de evangelisatie van de vier werelddelen. Bovenaan de obelisk zien we de duif nog eens terug in brons.
Voor zijn werk ontving Bernini van Innocentius X zonder problemen een som van drieduizend scudi. Dat is het beste bewijs dat de paus heel erg tevreden was, want de man stond bekend als zeer gierig en iemand die slechts met veel moeite en pas na lang aandringen met geld over de brug kwam.