Archive for september, 2021

ATAC wil een einde maken aan dubbelwerkers

30 september 2021

De Romeinse vervoersmaatschappij ATAC wil een einde maken aan het fenomeen waarbij personeelsleden zich ziek melden en vervolgens elders aan de slag gaan.

Met de komst van het Covid-19-virus is het aantal vermeende zieken en de plaag van dubbel werk nog aanzienlijk gestegen, maar het systeem bestaat al veel langer. Zowel buschauffeurs, bedienden als technisch personeel doen er aan mee.

Vergeleken met vervoersmaatschappijen in andere grote steden, ligt het aantal niet-gewerkte dagen bij het Romeinse ATAC dubbel zo hoog.

De afwezigheidsgraad van de 11.144 werknemers van ATAC bedraagt 15,5 procent. Bij het vervoersbedrijf ATM (Azienda Trasporti Milanesi) in Milaan bijvoorbeeld is dat 7,5 procent.

atac

Recent kwam nog een sterk staaltje van misbruik aan het licht. Een werkneemster, die al twee jaar afwezig was wegens ziekte, bleek in werkelijkheid helemaal niet ziek, maar hield op een Spaans eiland al die tijd gewoon haar eigen B&B open.

De zaak kwam aan het licht nadat ze wat al te gretig foto’s op Facebook had gepost, die uiteindelijk haar directe baas onder ogen kwamen.

Afwezig zijn wegens een onbestaande ziekte is één zaak, soms is het misbruik echter nog veel flagranter. Zo zijn er al chauffeurs betrapt die ’s ochtends gewoon beginnen aan hun dienst, hun voertuig vervolgens ergens in een loods parkeren en daarna de hele dag andere dingen gaan doen.

Dat bepaalde ritten helemaal niet worden gereden valt niet echt op omdat Romeinen het gewoon zijn dat sommige bussen niet komen opdagen en daarvoor zelden of nooit klacht indienen. Met de chaotische dienstregeling die in de praktijk eigenlijk onbestaande is omdat ze nooit wordt gevolgd, valt daar ook niet aan te beginnen.

ATAC krijgt bovendien zoveel andere klachten te verwerken dat die ene specifieke klacht over een verdwenen of niet uitgevoerde busrit gewoon verdwijnt in de massa. De frauderende werknemers voelen zich dus redelijk veilig.

Als er al eens iemand door de mand valt gebeurt dat meestal door de eigen domheid. Zo ontdekten directieleden van ATAC een tijdje geleden (alweer) op de Facebook-pagina van een werknemer tientallen foto’s en video’s van skiwedstrijden die de man had gedeeld van zijn skiwedstrijden. Die beelden waren echter gepost op dagen dat hij ofwel ziek of aan het werk was. De man werd intussen geschorst en riskeert ontslag.

atacbus(5)

Het zijn echter druppels op een hete plaat want het fenomeen is wijdverspreid. De meest recente ‘grote vangst’ gebeurde drie jaar geleden toen na een gerichte actie elf chauffeurs werden betrapt en hun ontslag kregen. In plaats van achter het stuur van hun bus te zitten waren ze aan de slag als verhuizer, tegelzetter of elektricien.

Overigens gaan niet alleen de chauffeurs in de fout. Heel wat technici en monteurs die in de herstelwerkplaatsen van de bussen werken komen doorgaans in de voormiddag wel werken, maar na de lunch dagen ze vaak niet meer op omdat ze dan elders gaan bijklussen.

Sommigen melden zich niet ziek, maar spelen het via collega’s klaar dat hun aanwezigheidskaart wordt afgestempeld en geregistreerd, waardoor ze die dag netjes hun gewone loon ontvangen.

ATAC heeft het externe en gespecialiseerde bedrijf Axerta aangetrokken om een volledige interne audit uit te voeren en de fraude tot op het bot uit te spitten. De onderzoeksdossiers die Axerta aanlegt, kunnen desnoods voor de rechtbank worden gebruikt.

ATAC is nu al maanden bezig met het in kaart brengen van degenen wie wegens dubbel werk niet op kantoor, in de garages of in de werkplaatsen aanwezig zijn. Zo werden al een heleboel werknemers geïdentificeerd.

atacbus(3)

Er is ook sprake van vervalste medische attesten, waarbij datums werden gewijzigd, handtekeningen van artsen en briefhoofden werden nagemaakt en er werden gestolen stempels van dokters gebruikt. Iemand viel door de mand omdat hij doktersbriefjes had gebruikt van een arts die al jaren geleden overleden was.

Er zou ook ingebroken zijn in het computersysteem van ATAC om de ziektedagen van bepaalde werknemers te wissen. Sommige dossiers zijn inmiddels al doorgestuurd naar het parket. Een aantal werknemers is al aangeklaagd wegens valsheid in geschrifte en fraude.

Nieuwe Netflix-serie speelt zich af in het Rome van de jaren ‘60

29 september 2021

Na Suburra en Baby vormt de stad Rome opnieuw het decor voor een nieuwe volledig Italiaanse Netflix-serie die vanaf donderdag 30 september in 190 landen zal worden uitgezonden. Of gestreamd zo u wil.

In tegenstelling tot de twee voormelde series speelt het verhaal van Luna Park zich echter af in de jaren ’60 van de vorige eeuw, in de rand van het gelijknamige en nog altijd bestaande pretpark in Rome.

Een vrijgevochten jonge vrouw die is opgegroeid in het circus van haar familie ontdekt onverwachts dat ze tot twee heel verschillende werelden behoort.

Het verhaal ontvouwt zich in zes afleveringen, vol intriges, liefde en geheimen, en draait om een ontmoeting tussen Nora (Simona Tabasco) en Rosa (Lia Grieco), twee jonge vrouwen met verschillende sociale achtergronden.

lunapark

Tegen de vintage sfeer van vervlogen tijden, in het oudste pretpark van Italië, verstrengelen de onverwachte onthullingen van het verhaal de families van de meisjes, met gevolgen voor alle betrokkenen.

Luna Park werd geschreven door Isabella Aguilar, de hoofdscenariste van het voormelde Baby, de serie over tienerprostitutie in Rome en werd geregisseerd door Leonardo D’Agostini en Anna Negri.

De opnames voor Luna Park begonnen in oktober vorig jaar en vonden plaats op verschillende plekken in Rome, waaronder het Tibereiland en de Pratiwijk. Het echte Luna Park in de EUR-wijk werd nagebouwd in het Parco Lido di Ostia aan de kust. Speciaal voor de film werden er zelfs een reuzenrad en andere attracties gemonteerd.

lunapark2

De Amerikaanse filmstreamer Netfllix opende vorig jaar een nieuw Italiaans hoofdkantoor aan de Via Boncompagni in Rome waar intussen meer dan veertig mensen werken. Zij houden zich bezig met marketing, public relations en nieuwe producties.

Netflix verklaarde recent dat de productie van het aantal originele Italiaanse series tegen 2022 zal verdubbelen.

Het grootste budget tot dusver is uitgetrokken voor de verfilming van de roman La vita bugiarda degli adulti (Het leugenachtige leven van volwassenen) van Elena Ferrante. Die moet in de loop van 2022 in de Netflix-databank voor de filmliefhebbers beschikbaar komen.

Schoenen verklappen lengte van Michelangelo

28 september 2021

De beroemde kunstenaar Michelangelo Buonarroti (1475-1564) was ongeveer 1,60 m groot. Dat hebben  twee Italiaanse wetenschappers met zekerheid kunnen vaststellen na een grondig onderzoek van de schoenen van de schilder-beeldhouwer die bewaard zijn gebleven.

Verschillende historische bronnen maakten al duidelijk dat Michelangelo nogal klein was. Dat is nu wetenschappelijk bevestigd door een onderzoek van zijn schoeisel, waaronder pantoffels en gewone schoenen.

michelangeloPortret van Michelangelo,
omstreeks 1535, door Jacopo del Conte
(Metropolitan Museum of Art in New York)

Om schade aan het schoeisel te vermijden werd geen koolstofdatering uitgevoerd op de schoenen en pantoffels van Michelangelo die bewaard worden in Firenze.

Elisa Tosi Brandi, een experte in kostuumgeschiedenis die verbonden is aan de universiteit van Bologna, bevestigde echter dat de stijl en de materialen overeenkomen met het schoeisel uit de periode waarin Michelangelo leefde.

Het onderzoek van de paleontoloog Francesco M. Galassi en antropologe Elena Varotto van het onderzoekscentrum FAPAB Research Center in Avola op Sicilië, is nog niet afgerond.

Beide wetenschappers willen ook een onderzoek doen naar de gezondheidstoestand en de doodsoorzaak van Michelangelo, die op vele punten nog altijd onopgehelderd zijn. Michelangelo stierf op 18 februari 1564 in Rome, enkele weken voor zijn 89ste verjaardag.

Goddelijke inspiratie

27 september 2021

Avonturen met opschriften – XXII

Meer dan twee jaar geleden begonnen we met de rubriek ‘Avonturen met opschriften’, een reeks bijdragen speciaal bestemd voor het aanzienlijke aantal classici onder onze leden (maar uiteraard ook bijzonder leerrijk voor alle anderen). Wij krijgen hiervoor de gewaardeerde medewerking van dr. Michiel Verweij van de Koninklijke Bibliotheek van België. Dit is de 22ste bijdrage in deze reeks.

* * * * *

Wij zijn gewend aan een straatbeeld vol tekst: reclameborden, uithangborden, wegwijzers, aankondigingen enzovoort. In het oude Rome was dat niet minder het geval.

Gelukkig (voor ons) zijn heel wat van die getuigenissen op duurzaam materiaal bewaard gebleven. Gelukkig (voor ons) hadden de Romeinen de gewoonte om heel veel opschriften te maken en er zijn er dan ook tienduizenden bewaard.

Op verzoek van S.P.Q.R. stel ik enkele van deze teksten voor. Op zoek naar het verhaal dat er achter zit… Vandaag deel XXII. De vorige bijdragen in deze reeks kan je hier nalezen.

* * * * *

Schrijver dezes moet u iets bekennen. Hij heeft soms merkwaardige antipathieën die hem op stel en sprong in razernij doen ontvlammen. Hij verdraagt sommige lieden eenvoudigweg niet. George Bush was er zo een. Het volstond om ook maar de minste associatie te kunnen maken en de hele ochtend was verpest.

Zo heeft hij ook een bloedhekel aan Marcus Antonius. Die krachtpatser, die ongelikte beer die daar met die Egyptische dame zat te scharrelen en het rijk te verkwanselen, die **** Stop, Schrijver dezes, wind je niet op!

Je moet nog een hele Nieuwsbrief volpennen en dat gaat niet als je je over die malloot zit op te winden die Caesar de koningskroon heeft aangeboden en daardoor willens en wetens de lont in het overdrachtelijke kruitvat heeft aangestoken (want er was toen nog geen kruit, althans niet met een t) en die daardoor de eigenlijke moordenaar van Caesar is, de geniepigerd, de pseudovriend, de … Stop, Schrijver dezes, wat zei ik nu? Richt je gedachten op iets anders en denk niet meer aan dat individu, die praalhans, die STOP STOP STOP.

constam(11)

Dat bedoelt Schrijver dezes dus. Een ander lid van deze bent is Constantijn de zogezegd Grote. Ah, wat heeft Schrijver dezes een hekel aan dat individu dat daar mooi weer ging zitten spelen met zijn christengedoe, maar ondertussen wel zijn halve familie laat uitmoorden, de schijnheiligerd, de usurpator, de parenticide!

En toch gaat Schrijver dezes zich wagen aan een Nieuwsbrief over dit sujet.

Meer bepaald gaat het om het opschrift op de Boog van Constantijn, vlakbij het Colosseum en de Velia. En de Meta sudans die dat andere individu dat zichzelf de redder van het vaderland achtte, liet slopen omdat anders zijn triomferende paraderende troepen niet voluit konden marcheren, wanneer ze van onder die boog aan kwamen zetten, Mussolini dus. En toen de Meta sudans gesloopt was, waren de troepen niet meer triomferend en paraderend: tel uit je winst.

Schrijver dezes merkt tot zijn schrik dat hij (buiten zichzelf) nu eigenlijk alleen nog maar over zeer hinderlijke en irritante, malicieuze personages heeft gesproken. Hij biedt u zijn excuses daarvoor aan. Hij kan het ook niet helpen dat de wereld vaak geregeerd wordt door het schuim der aarde.

De boog van Constantijn dus. Toegegeven: het is een schitterende boog. Maar hij was dan ook niet voor Constantijn gebouwd, maar voor Hadrianus (als Schrijver dezes zich de laatste stand van zaken goed herinnert, aangezien dat nogal eens wil veranderen), en hij bevat in ieder geval beeldhouwwerk dat bestemd was voor heel wat achtenswaardiger lieden zoals Traianus, Hadrianus en Marcus Aurelius.

constam(7)

Maar het opschrift is bestemd voor Constantijn. In feite staan er diverse opschriften op. SIC X SIC XX ‘Zo 10, zo 20’ staat er boven de tondi te lezen en geeft de gelegenheid aan waarbij de boog werd opgetrokken, nl. het tienjarig regeringsjubileum van Dinges. Schrijver dezes heeft er genoeg van om de hele tijd die naam te herhalen. U zult moeten leven met vervangsels. Dat plaatst de officiële datum in 315. Dat is belangrijker dan u misschien op het eerste zicht denkt. Maar dat wordt u nog wel duidelijk.

Wie de boekskes leest (en daar bedoelt Schrijver dezes in dit geval de reisgidsen mee) – in Oirschot zeggen we eigenlijk de buukskes – verneemt dat de boog werd opgericht bij gelegenheid van de overwinning van Constantijn op Maxentius bij de Pons Milvius in 312.

Schrijver dezes is daar één keer geweest, bij de Pons Milvius. Op een zondagmiddag. Argeloos als hij is. Want wie denkt er nu aan voetbal? Maar ja, AS Roma speelde en Schrijver dezes kwam natuurlijk goed op tijd, net vóór dat de wedstrijd afgelopen was en het stadion leegstroomde.

Hoe dan ook, Schrijver dezes is er zonder kleerscheuren afgekomen en kon zich meteen een voorstelling maken van het gedrang bij de Tiber op het moment van de veldslag.

De slag bij de Pons Milvius wordt door iedereen (ook de buukskes dus) in verband gebracht met het Edict van Milaan uit 313 waarbij het christendom gelegaliseerd werd.

constam(10)

Bovendien weet iedereen ook nog te vertellen (ok nog ok nog ok, zeggen ze in Oirschot) dat Constantijn in de nacht vóór de veldslag een visioen zag van een in de hemel oplichtend kruis met de woorden in hoc signo vinces ‘In dit teken zult u overwinnen’.

U zult ook vaak lezen dat de tekst in het Grieks was en toutôi nika (in transcriptie). Dat laatste ligt vooral aan het feit dat onze bekendste bron voor deze overlevering Eusebius van Caesarea was en die schreef nu eenmaal in het Grieks.

Recent is er door verschillende auteurs gepubliceerd over dit visioen. Jona Lendering en Vincent Hunink hebben betoogd dat er in de nacht voor de slag bij de Pons Milvius geen visioen geweest is, maar dat het verhaal over een ander visioen met de zon getransponeerd is naar de Pons Milvius. Diederik Burgersdijk valt eveneens de overlevering aan. In het volgende zal ongetwijfeld iets uit de lectuur van hun boeken meeklinken.

Er is verder ook betoogd dat dat Edict van Milaan eigenlijk niet zo belangrijk was en zelfs dat er helemaal geen Edict van Milaan geweest is. In ieder geval staat het vast dat er eerder al soortgelijke verklaringen van tolerantie zijn geweest, van andere keizers, maar die hebben nooit het aura gekregen dat Constantijn verwierf.

Want hoe het ook precies zat met dat visioen, vast staat dat Constantijn zelf nadien flink gemythologiseerd is. Zijn overwinning op Maxentius en het Edict van Milaan werden gezien als de bevrijding van het christendom, de wettiging van de kerk en als het begin van een nieuwe era. Constantijn de eerste christelijke keizer! Het christendom overwint het heidendom! Dat soort dingen.

Daar is allemaal heel wat op af te dingen. We weten dat Constantijn inderdaad christen geworden is. Op zijn sterfbed, 25 jaar na de slag bij de Pons Milvius. Eigenlijk was Constantijn een vereerder van de zonnegod op het moment van de slag. Als hij de christenen vrijheid van cultus toegestaan heeft, is het in ieder geval niet omdat hij echt warm liep voor deze godsdienst.

Laat ons – voor we verder gaan – eerst eens het opschrift op de boog bekijken.

IMP CAES FL CONSTANTINO MAXIMO
P F AVGVSTO S P Q R
QVOD INSTINCTV DIVINITATIS MENTIS
MAGNITVDINE CVM EXERCITV SVO
TAM DE TYRANNO QVAM DE OMNI EIVS
FACTIONE VNO TEMPORE IVSTIS
REMPVBLICAM VLTVS EST ARMIS
ARCVM TRIVMPHIS INSIGNEM DICAVIT

Imp(eratori) Caes(ari) Fl(auio) Constantino Maximo / P(io) F(elici) Augusto S(enatus) P(opulus)q(ue) R(omanus), / quod instinctu diuinitatis mentis / magnitudine cum exercitu suo / tam de tyranno quam de omni eius / factione uno tempore iustis / rempublicam ultus est armis, / arcum triumphis insignem dicauit.

‘Aan keizer Flavius Constantijn de Grootste de Vrome de Gelukkige hebben senaat en volk van Rome, omdat hij op aanstichten van de godheid in zijn geestesgrootheid met zijn leger de staat met rechtvaardige wapens zowel op de tiran als op heel zijn partij gewroken heeft, een triomfboog opgedragen.’

constam(12)

De tekst is in fraaie kapitalen van een zeer klassieke vorm uitgekapt. Wel valt op – in vergelijking met de bogen van Titus en Septimius Severus – dat de band tussen syntaxis en regelverdeling is vervallen. De zin en de zinsleden lopen rustig over in de volgende regel.

Daaraan is te zien dat het klassieke vormgevoel toch wat aan het wijken is. Of misschien beter: aan het veranderen. Want anders wekken we de indruk dat er één klassiek hoogtepunt is geweest waaraan alles verder afgemeten moet en kan en mag worden.

Er valt nog wel meer op. Als het inderdaad zo was dat het christendom in de slag bij de Pons Milvius gezegevierd heeft (want zo wordt het vaak gemakkelijk voorgesteld), dan ontbreekt in ieder geval elke expliciete verwijzing naar het christendom.

‘Ja maar’, zegt men dan (en wellicht hebt u dat ook altijd gedacht), ‘die instinctu diuinitatis ‘op aanwijzen van de godheid’, dan: is dat niet een verkapte verwijzing naar het christendom?’

Want u hebt ook in de buukskes gelezen dat uit fijngevoeligheid en om de heidense senatoren die nog talrijk waren in deze periode, niet voor het hoofd te stoten, men met opzet gekozen heeft voor een formule die neutraal zou zijn. Hoewel daar dus bij gedacht dient te worden dat er wel degelijk een verwijzing naar het christendom in te lezen is.

Welnu, bereid u nu voor op een dubbele schok.

Haal diep adem. Wees kalm. Ja?

Schok 1: Schrijver dezes zegt duidelijk: ‘NEEN!’

Schok 2: Schrijver dezes is ervan overtuigd dat het helemaal niet om de christelijke God gaat in dit geval.

Er zijn tal van redenen en de belangrijkste is nog wel dat wij weten hoe het verder ging. Daardoor interpreteren wij elementen uit een eerdere fase in het licht van wat er later zal gebeuren. We vergeten te kijken naar wat er op dat moment zelf speelde.

Een parallelvoorbeeld. Wíj weten hoe de Eerste Wereldoorlog is afgelopen. We weten ook dat het Duitse aanvalsplan mikte op een snelle overwinning in het Westen om dan de volle kracht tegen Rusland te kunnen gebruiken. Daarom bestond er eigenlijk een tamelijk strak draaiboek voor de Duitse opmars.

Wat gebeurde er? De Belgen vochten terug. Dat was niet bedoeld door de Duitsers, die een ultimatum hadden gesteld om zonder slag of stoot snel door België heen te trekken. Maar de Belgen vochten dus terug. En vechten kost tijd. De Duitsers verloren kostbare tijd uit hun draaiboek bij Luik, bij Halen, bij Namen. En de Duitsers verloren de oorlog.

Dat laatste staat vast. Mag de conclusie dan zijn dat de Duitsers eigenlijk al in de eerste dagen de oorlog verloren hebben en dat m.a.w. eigenlijk de Belgen de Duitsers verslagen hebben? Kijk, dat gaat nu net te ver. Dat is interpreteren vanuit de kennis van wat er achteraf gebeurd is. Ik denk niet dat er ook maar één lid van het Belgische leger de volgende vier jaar achter de IJzer zat te glunderen van ‘We hebben eigenlijk gewonnen, maar de Duitsers weten het nog niet.’

constam(5)

Op een soortgelijke wijze beoordelen wij de 4de eeuw sterk vanuit de latere gebeurtenissen. Aan het eind van die eeuw wordt het christendom staatsgodsdienst. Dat is een feit. Gedurende de hele eeuw neemt het aantal gelovigen sterk toe. Dat is een feit. Maar dat was in 312 nog niet te voorzien.

Wij spreken vaak over de strijd tussen het christendom en het heidendom. Of misschien beter: wij spraken vaak daar over, want door de ontkerkelijking is het typisch christelijke discours en de bijbehorende visie niet meer onaangevochten.

Het punt is dat er eigenlijk geen heidendom was en dat er eigenlijk ook geen strijd tussen het christendom en het heidendom was. Er was wel een christendom en ook – in zekere zin – een strijd van het christendom. Alleen het zgn. heidendom deed dus niet mee.

Dit is moeilijk. Het begrip heidendom zit zo ingebakken in ons hoofd dat we vergeten dat het eigenlijk een non-woord is. Onder ‘heidenen’ verstaat men mensen die niet christen zijn (met uitzondering van de Joden). Dat is een zuiver negatief criterium. Er is ook niets dat duidelijk af te bakenen is als een ‘positieve omschrijving’.

Onder de naam ‘heidendom’ gaat een zodanige veelheid van religieuze culten, praktijken, geloofsvoorstellingen en godsbeelden schuil dat die gewoonweg niet als één geheel te vangen zijn. Het enige dat deze vormen van religie gemeen hebben is dat ze (om de wat ouderwetse christelijke formulering te gebruiken) ‘de ware God niet kennen’.

Er is een rijke klassieke literatuur van christelijke inhoud en in deze literatuur spelen de apologie en polemiek een belangrijke rol. Christenen hebben zich inderdaad genoodzaakt gezien hun geloof te verdedigen tegen de overheid. Maar er is eigenlijk nooit een antwoord vanuit ‘heidense’ hoek gekomen. Pas op het einde van de 4de eeuw ontspint er zich iets als een debat tussen christenen en niet-christenen.

De strijd tussen heidenen en christenen doet een beetje denken aan de zogezegde strijd tussen de Amerikanen en de Sovjet-Unie wie er het eerste een man op de maan zette. Dat wonnen de Amerikanen, zoals u weet, maar eigenlijk was er helemaal geen strijd, want de Russen deden gewoon niet mee aan deze wedloop.

Met andere woorden: de strijd is een element van de christelijke visie op het gebeuren, een deel van de christelijke ervaring, maar wel vanuit de kennis van de afloop. De christenen waren met name onder Decius (ca. 250) en Diocletianus (284-305) inderdaad hevig vervolgd.

Dat er nu met deze rust en een zekere aandacht van overheidswege een opluchting intrad, is goed te begrijpen. Dat degene die men verantwoordelijk achtte voor die rust, een goede pers kreeg, eveneens. Maar dat moet ons niet verleiden straffeloos en kritiekloos deze visie over te nemen.

De strijd tussen Maxentius en Constantijn ging in ieder geval in het geheel niet over het christendom of om welke god dan ook, het ging gewoon om de macht. Maxentius was de laatste Romeinse keizer die echt in Rome resideerde en die de stad ook met bouwwerken verrijkte.

Denk aan zijn residentie aan de Via Appia met stadion en mausoleum. Denk aan de grote Basilica Nova (‘Basiliek van Maxentius’ of ‘van Constantijn’) en de Tempel van Romulus op het Forum, al zou de laatste best een nieuwe wijding van een ouder gebouw kunnen zijn.

Constantijn kwam van ver uit het noorden en was tevoren nauwelijks in Rome geweest. Maxentius maakte geen kans, maar zijn verscheiden zal ongetwijfeld door de senatoriale elite betreurd zijn. En die elite was inderdaad overwegend niet-christelijk.

Maar de boog van Constantijn herdenkt op zich zoals gezegd ook niet de slag bij de Pons Milvius, maar het tienjarig jubileum van Constantijn vanaf zijn eerste proclamatie tot keizer in 306.

Wat opvalt in de tekst van het opschrift, is het weinig neutrale karakter. Natuurlijk, triomfbogen zingen de lof van de overwinnaar, maar in de tekst voor Constantijn speelt iets anders mee. De tekst is propaganda op de manier waarop sommige partijen continu bepaalde adjectieven gebruiken om iets anders neer te halen.

Zo ook zien we in deze tekst steeds een duidelijk partijdige karakterisering: Constantijn heeft op aanstichten van de godheid in zijn geestesgrootheid Rome bevrijd van een tiran (of usurpator) en zijn partij en de staat gewroken met rechtvaardige wapens. Dit is niet zozeer informatief als wel polemiserend. In het opschrift voor Constantijn wemelen de subjectief appreciërende termen.

De boog is volgens het opschrift opgericht door SPQR, jawel, het moest er een keer van komen dat Schrijver dezes deze afkorting gebruikte… In de praktijk was dat de senaat. Daarmee komen we terug op instinctu diuinitatis ‘op aanwijzen van de godheid’.

constam(4)

Want wat wordt er nu mee bedoeld? De term is zo vaag dat we er alle kanten mee uit kunnen, lijkt het. Traditioneel verstaat men dit (zoals eerder gezegd) als een toespeling op de christelijke God, maar dan zo geformuleerd dat de ‘heidenen’ er geen aanstoot aan zouden nemen.

Dit kan eigenlijk gewoon niet waar zijn. Constantijn was geen christen en de meerderheid van de senaat ook niet. Als diuinitatis op de christelijke God slaat, dan moet de auteur van de tekst dat bewust hebben gewild. Maar waarom zouden een niet-christelijke keizer en een niet-christelijke senaat überhaupt over de christelijke God willen spreken?

Hetzelfde een tweede maal geformuleerd: waarom zou een overwegend niet-christelijke senaat bewust besluiten om nadrukkelijk de niet-christenen niet te schofferen, maar heimelijk te alluderen op de christelijke God? Dat is niet logisch.

Het zou eerder het omgekeerde moeten zijn: een niet-christelijke senaat wil bewust de christenen niet schofferen en verandert daarom een formule als instinctu deorum ‘op aanwijzen van de goden’ in iets van een neutraler gehalte. Maar dat is niet wat in de buukskes staat.

Ook de rest van de bijna agressieve toon heeft niets te maken met een goddelijk wraakgericht, maar met het feit dat de meeste senatoren eerder op de hand van Maxentius zullen zijn geweest. Ze hadden er alle belang bij om nu heel Constantijngezind te lijken.

Daarom wordt Maxentius ineens een tyrannus = usurpator. Daarom ook een verwijzing naar een factio = partij, bende. Daarom ook iustis ultus est armis ‘heeft gewroken met rechtvaardige wapens’. Dat heeft allemaal niets met godsdienst te maken, maar puur met politiek.

En dat geldt wellicht ook voor instinctu diuinitatis ‘op aanstichten van de godheid’. De eclatante overwinning van Constantijn moest, zo het algemeen gevoelen in die tijden in verband met dit soort zaken, wel ondersteund geweest zijn door een godheid, een godheid die zich daardoor ook meedeelde aan de persoon van de keizer. En een keizer had al vanaf de dagen van Augustus iets goddelijks in zich.

Daar komt nog bij dat er in de 2de en 3de eeuw in de filosofie en ook in de religieuze beleving een idee van één algemene godheid nestelde. Aurelianus (270-275) tekende niet alleen voor de naar hem benoemde stadsmuur, maar ook voor de invoering van de cultus van de Zonnegod. Een god waar Constantijn adept van was.

De aanduiding diuinitas ‘godheid’ of ‘goddelijkheid’ was dan ook voldoende neutraal om voor zoveel mogelijk culten in het multiculturele Rome te kunnen dienen, sloot bovendien aan bij de religieuze en wijsgerige trends bij de hogere standen én bij Constantijns eigen belevenis en vermoedelijk zelfbeeld.

Voor christenen zou de aanduiding eigenlijk juist niet aanvaardbaar (of in ieder geval: minder aanvaardbaar) zijn, omdat de christelijke God als ‘ware God’ exclusief was: kijkt u maar eens in katholiek drukwerk uit de eerste helft van de 20ste eeuw en u zult zien hoe sterk dit begrip terugkeert!

De tekst op de boog van Constantijn kadert dus in de machtsstrijd tussen Maxentius en Constantijn, waarbij een goed deel van de senaat eerder op handen van de eerste was en nu graag duidelijk Constantijn welgezind wilde lijken. Er is geen enkele christelijke allusie in deze tekst te vinden. Gewoon ook omdat er op dit moment geen reden toe was.

Want de successtory van het christendom zou nu pas gaan beginnen. Constantijn wedde zoals wel meer mensen op verschillende paarden: de niet-christelijke godsdienstige belevenis was niet exclusief, zodat een adept van de cultus van Sol, de Zonnegod, rustig iets kon doen voor de christelijke God, of de Joodse Jahweh, of de Perzische Mithras.

De christenen vormden een substantiële minderheid in Rome en bepaalde delen van het rijk, maar toch nog maar een minderheid. Ze hadden een ernstige vervolging geleden en beschikten niet over een openbare infrastructuur.

Dat zou Constantijn nu veranderen door de constructie van een aantal grafkerken of memoriae buiten de stad (de voorlopers van de Sint-Pieter en de Sint-Paulus) en door het toewijzen van een keizerlijk paleis aan de rand van de stad als centrale zetel van de christelijke gemeente, het Lateraan.

Niet zozeer (of in ieder geval niet alleen) om de niet-christelijke senatoren te ontzien (zo scrupuleus was Constantijn echt niet), maar ook omdat Constantijn geen keizerlijk paleis in het stadscentrum had om weg te schenken. En de Palatijn kwam natuurlijk niet in aanmerking daarvoor.

Hoe dan ook, zijn keuze voor het ondersteunen van een inhaalbeweging door de christenen was vooral politiek geïnspireerd. Constantijn zou op dat pad blijven verder gaan en goed tien jaar na de bouw van de boog zich als niet-christen en niet-theoloog vermeien in het vastleggen van de christelijke geloofsbelijdenis in Nicea.

Vanaf dit moment zou de christelijke gemeenschap met haar sociale infrastructuur van armenzorg en naastenliefde, met haar idealen en haar boodschap van een leven na de dood, inderdaad snel groeien tot ze tegen het eind van de eeuw de dominante factor geworden was.

U mag natuurlijk altijd vinden dat dát juist ‘op aanstichten van de godheid’ was, daar kan Schrijver dezes niet met u over twisten, maar dat was niet het idee dat de opstellers van het opschrift op de boog van Constantijn in hun hoofd hadden.

Constantijn hield niet van Rome. Hij is er steeds maar kort geweest en zou uiteindelijk de residentie verhuizen naar Byzantium. Schrijver dezes heeft het hem nooit vergeven.

Verkiezingsstrijd in Rome nadert hoogtepunt

26 september 2021

In Rome nadert de verkiezingsstrijd voor het toekomstige burgemeesterschap het hoogtepunt. Op zondag 3 en maandag 4 oktober zijn er gemeenteraads- en districtsverkiezingen, met eventueel nog een volgende stemronde op zondag 17 en maandag 18 oktober.

De huidige burgemeester Virginia Raggi, die opnieuw kandidaat is voor de MoVimento 5 Stelle (M5S) of Vijfsterrenbeweging, moet afwachten of ze haar zitje kan behouden.

Ze mag vooral concurrentie verwachten van de centrumlinkse kandidaat Roberto Gualtieri (Partito Democratico, PD) die van 2019 tot 2021 in de regering van Giuseppe Conte nog minister van Financiën en en Economische Zaken was.

Ook Carlo Calenda is een kandidaat om rekening mee te houden. Hij zetelt momenteel in het Europees Parlement en was minister van Economische Ontwikkeling in de regeringen van Enrico Letta, Matteo Renzi en Paolo Gentiloni.

Twee jaar geleden trad Calenda uit de PD en richtte onder de naam Azione (voorheen Siamo Europei) een eigen liberale en progressieve partij op. Dat maakt hem onafhankelijk van het politieke systeem in Rome, iets wat hij tijdens de campagne voortdurend blijft benadrukken.

Ten slotte is er nog de centrumrechtse kandidaat Enrico Michetti die vooral steun krijgt van Georgia Meloni (Fratelli d’Italia), de Lega van Matteo Salvini en Forza Italia van Silvio Berlusconi. Michetti is advocaat, professor in de rechten en radiopresentator.

De kandidaat-burgemeesters en Raggi werden vorige week door de krant La Repubblica uitgenodigd voor een groot debat. Roberto Gualtieri, Carlo Calenda en Virginia Raggi namen het tegen elkaar op om vragen van journalisten en lezers te beantwoorden. Enrico Michetti kwam niet opdagen, naar eigen zeggen wegens ‘een te drukke agenda’.

stadhuisrome

Carlo Calenda nam al meteen het afvalbeleid van de titelvoerende burgemeester in het vizier. Het kan toch niet dat Rome tot de smerigste hoofdsteden ter wereld behoort. De PD en de M5S hebben niets bereikt, er is alleen veel gekletst, zei Calenda.

Waarom ik burgemeester wil worden? Omdat niemand van de PD het wilde doen. Ik was verbaasd, maar ze hadden blijkbaar geen kandidaat. Dan heb ik het maar gedaan, zij het als afgevaardigde van een onafhankelijke partij. Ik zal niet gegijzeld worden door de heersende klasse, aldus Calenda.

Roberto Gualtieri, die zich pas kandidaat stelde nadat Calenda bij de PD uit beeld was verdwenen, zei dat hij de degradatie van Rome met lede ogen heeft aangezien. Ook hij hekelde het stedelijke afvalbeleid. De burgemeester heeft Rome omgevormd tot een openlucht stortplaats. Ik kon het niet langer verdragen om mijn stad in verval te zien.

Rome heeft een gezaghebbend bestuur nodig. Burgers hebben recht op uitleg als ze vragen waarom de bussen niet rijden en de straten vol afval liggen. De stad moet echter ook uitdagingen zoals de klimaatverandering en digitalisering het hoofd kunnen bieden. Mijn programma is wat dat betreft het meest analytisch, liet Gualtieri weten.

Virginia Raggi verklaarde dat ze de komende zes jaar het beleid dat tot nu toe is uitgevoerd wil voortzetten en afronden. Ze verwees naar de Mafia Capitale-zaak (de dieven zijn verwijderd uit het Capitool) en de budgetten zijn in orde (zegt Standard and Poor’s, dixit Raggi) wat Rome eindelijk een positief vooruitzicht geeft. Dit betekent volgens Raggi dat het gemakkelijker zal zijn om in de toekomst investeringen aan te trekken.

Virginia Raggi verwees ook naar de aandacht die ze aan de buitenwijken gegeven heeft en naar de strijd die ze voerde tegen de maffiafamilies Casamonica en Spada. Dat beleid leverde haar doodsbedreigingen op, maar recent werden een veertigtal leden van de familie Casamonica wel veroordeeld tot jarenlange opsluiting wegens lidmaatschap van een maffieuze organisatie, drugshandel, intimidatie en afpersing. In totaal werd meer dan 400 jaar gevangenisstraf uitgedeeld.

stadhuis1

Raggi richt zich op de continuïteit van het huidige bestuur en wijst op de uitdagingen die op komst zijn, zoals de talrijke investeringen met fondsen van het Europese Herstelplan, het Vaticaanse Jubeljaar in 2025 en de kandidatuur van Rome voor de organisatie van de wereldtentoonstelling, Expo 2030.

Met alle anderen keren we terug naar het verleden. Geen van de andere kandidaten beschikt over een minimum aan administratieve ervaring, aldus Raggi.

Virginia Raggi is voor velen de ideale zondebok voor al wat misloopt in Rome. Ze is niet alleen jong (43) maar ook de eerste vrouwelijke burgemeester van Rome, iets waaraan sommigen in het oer-conservatieve politieke mannenbastion van Rome nog altijd moeten wennen.

Raggi heeft inderdaad talrijke fouten gemaakt, maar vele wantoestanden dateren al van lang vóór haar aantreden. Precies het feit dat ze een aantal historische problemen heeft aangepakt en rechtgezet, heeft haar een heleboel politieke vijanden opgeleverd, tot in haar eigen stadhuis toe.

De komende dagen zullen velen de messen slijpen om in het stemhokje de rekening te vereffenen. Minder bloedig dan Brutus het destijds deed, maar even genadeloos.

Restanten Romeinse haven ontdekt in Kreta

25 september 2021

Ter hoogte van de havenplaats Sitia in het oosten van Kreta, werden onder water de resten van een haven uit de Romeinse tijd ontdekt. De aanlegsteigers zijn nog intact.

Er werden ook talrijke vondsten uit zowel de Griekse als de Romeinse tijd bovengehaald. Zo werden in de omgeving van een scheepswrak een aantal verbluffend mooie amforen uit de tweede eeuw na Christus gevonden.

De lading, die volgens de archeologen in redelijk goede staat bewaard is gebleven, brengt mee de patronen in kaart van de oude maritieme handelsroutes die in die periode de Middellandse Zee doorkruisten.

kreta1

De archeologen onderzochten de kustlijn en het bredere gebied van de baai om de omvang van het gebruik ervan in de verschillende fasen sinds de oudheid te bepalen. Zo werden oude bouwresten uit ten minste twee historische periodes ontdekt.

Ten noorden van de baai werd een verzonken steiger uit de Romeinse tijd (die voor het eerst werd ontdekt in de jaren ’80 van de vorige eeuw) opnieuw gedocumenteerd. In diezelfde directe omgeving werd ook een gebied gevonden met muren en bouwresten uit de Romeinse tijd.

Ten noorden van de Golf van Hiona laten soortgelijke overblijfselen van muren, vloeren en funderingen zien dat ook daar een Romeinse nederzetting bloeide.

kreta2

In het midden en het zuidelijke deel van de Golf van Kouremenos werden een aantal bouwwerken en grote scherven van pithos (grote vazen gebruikt voor opslagdoeleinden) gevonden, ingebed in de rotsen van de zeebodem. Die worden toegeschreven aan de Minoïsche beschaving.

Volgens het meest recente onderzoek werd de eerste geavanceerde beschaving uit de Bronstijd van Europa ongeveer 5.000 jaar voor de huidige tijd door de Minoërs gesticht.

Het eiland Santorini was ooit de thuisbasis van de glorieuze Minoïsche beschaving langs de hellingen van een vulkaan, met vorstelijke huizen, beeldhouwwerken, mozaïeken en schilderijen.

Het ultieme hoogtepunt van de befaamde Minoïsche beschaving manifesteerde zich in de vorm van het monumentale paleiscomplex in Knossos, buiten Heraklion op Kreta.

Knossos bloeide ongeveer tweeduizend jaar en bestond uit grote paleisgebouwen, uitgebreide werkplaatsinstallaties en luxueuze uit rotsen gehouwen grotten en tholosgraven.

Als belangrijk handels- en economisch centrum onderhielden de Minoërs van Knossos banden met de meeste steden in het oostelijke Middellandse Zeegebied.

kreta3

Aan de voorspoed kwam een einde toen de Minoïsche beschaving werd verwoest door een vulkaanuitbarsting die gepaard ging met vloedgolven en aardschokken en die plaatsvond tussen 1650 en 1600 v. Chr. Die gebeurtenis kwamen de Minoërs nooit te boven en heeft mogelijk aanleiding gegeven tot de legende van Atlantis.

Het Romeinse tijdperk in Griekenland begon met de Corinthische nederlaag in de Slag bij Korinthe in 146 v. Chr. Vóór de Achaeïsche oorlog had de Romeinse Republiek echter reeds geleidelijk de controle over het vasteland van Griekenland gekregen door het koninkrijk Macedonië te verslaan in een reeks conflicten die bekend staan als de Macedonische oorlogen.

De Vierde Macedonische Oorlog eindigde met de Slag bij Pydna in 148 v. Chr., met de nederlaag van de Macedonische koninklijke pretendent Andriscus.

De definitieve Romeinse bezetting van de Griekse wereld vond plaats na de Slag bij Actium in 31 v. Chr., waarin Augustus Cleopatra VII, de Griekse Ptolemaeïsche koningin van Egypte, en de Romeinse generaal Marcus Antonius versloeg. Later veroverde hij Alexandrië in 30 v. Chr., de laatste grote stad van Griekenland uit het Hellenistische tijdperk.

Foto’s:
Υπουργείο Πολιτισμού και Αθλητισμού
(Ministerie van Cultuur, Griekenland)

Gratis avondbezoeken in Museo Nazionale Romano

24 september 2021

De komende weken kan je ’s avonds gedurende een aantal dagen gratis het Museo Nazionale Romano bezoeken.

Dit archeologisch museum is verdeeld over vier gebouwen in Rome, namelijk het Palazzo Altemps, het Palazzo Massimo alle Terme, de Thermen van Diocletianus en de Crypta Balbi.

natio(1)

Samen met de avondopeningen zijn er op de vier locaties onder meer ook voorstellingen, rondleidingen en concerten mee te maken. Tevens worden ruimtes opengesteld die normaal gesloten zijn voor het publiek.

De gratis avondtoegang geldt van 19.45 uur tot 22.30 uur (laatste toegang om 21.45 uur). Bezoekers moeten een Groene Pas of een gelijkwaardig vaccinatiecertificaat kunnen tonen.

Elk kwartier kunnen dertig mensen naar binnen. Tickets kunnen online worden besteld op de onderstaande website.

Deze zijn dus gratis en er worden ook geen boekingskosten aangerekend.

natio(2)

De data op de verschillende locaties:

Terme di Diocleziano
Via Enrico de Nicola 78
24 september, 8, 15, 21 en 22 oktober, 5 en 6 november

Palazzo Massimo
Largo di Villa Peretti 2
24 september, 1, 8, 15, 22 en 27 oktober, 5 november

Palazzo Altemps
Piazza S. Apollinare 46
28 september, 1, 2, 9, 16 en 23 oktober, 6 en 22 november

Crypta Balbi
Via delle Botteghe Oscure 31
2 en 9 oktober

https://tinyurl.com/536hevv5

https://museonazionaleromano.beniculturali.it/

natio(3)

Met dank aan
Bart Tordeurs
voor deze tip.

Europese Open Monumentendagen in Rome

23 september 2021

Ook Rome neemt op zaterdag 25 en zondag 26 september deel aan de Giornate Europee del Patrimonio (GEP), de Europese Open Monumentendagen. Dat gebeurt onder meer met een aantal gratis rondleidingen en activiteiten in de stadsmusea, op archeologische vindplaatsen, monumenten in de omgeving en op vele andere culturele plekken.

De Europese Open Monumentendagen 2021, gepromoot door de Raad van Europa en de Europese Commissie en in Italië georganiseerd door het Ministerie van Cultuur (MIC), vinden al sinds 1991 met succes jaarlijks plaats in alle Europese landen.

Het volledige programma vind je op deze link.

monumentendagen2021
Reserveren is verplicht via 060608 en is mogelijk tot alle beschikbare plaatsen zijn ingevuld (voor de individuele activiteiten, elke dag van 9 tot 19 uur), met uitzondering van de activiteiten bij Villa di Massenzio.

Om toegang tot de musea en archeologische sites te verkrijgen en om deel te kunnen nemen aan rondleidingen of activiteiten moet je een Covid-19 Groene Pas of een gelijkwaardig internationaal vaccinatiebewijs kunnen tonen, samen met je identiteitskaart of paspoort. Alle deelnemers moeten een temperatuurscan ondergaan. Het gebruik van een mondmasker is overal verplicht.

Gratis online lezing over de camee van Constantijn

22 september 2021

Twee keer per maand houdt een conservator van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een livestream-lezing over één van de topstukken uit de collectie.

Op zondag 26 september van 14 tot 15 uur vertelt Ruurd Halbertsma, conservator collectie Klassieke wereld, over de grote camee van de Romeinse keizer Constantijn.

De Senaat en het Volk van Rome schonk hem deze versierde steen na zijn overwinning op de usurpator Maxentius in 312 na Chr.

Het is alleen de vraag of de nieuwe keizer wel zo tevreden was met dit soort geschenken, vanwege de propagandistische inhoud. Via de chatfunctie kan je vragen stellen die na afloop van de lezing worden beantwoord.

camee_constantijn

Iedereen kan deze topstukkenlezing gratis volgen. Je hoeft geen extra programma’s te downloaden of te installeren op je computer.

Na aanmelding ontvang je een link, waarmee u via de browser op uw pc, laptop, tablet of smartphone de lezing kunt volgen. De uitzending is vanaf een kwartier voor aanvang online.

Meld je hier aan voor deze gratis online lezing

Restauratie Serra Moresca in Villa Torlonia bijna voltooid

21 september 2021

De langdurige restauratiewerken in het museumpark Villa Torlonia zijn bijna voltooid. Inwoners en toeristen zullen binnenkort eindelijk ook het zogenaamde Moresca-gedeelte, met de fraaie gerestaureerde serre en de Moorse toren kunnen bezoeken, samen met de vlakbij gelegen kunstmatige grot die Alessandro Torlonia hier in de eerste helft van de negentiende eeuw liet bouwen. Eind november moet alles klaar zijn om de eerste bezoekers te ontvangen.

De Serra Moresca-structuur werd weer net zo ingericht als prins Torlonia die destijds voor ogen had. De ingrijpende restauratie werd gebaseerd op het originele ontwerp. Zelfs de oorspronkelijke planten en boomsoorten keren terug.

Het wordt een ruimte voor educatie in verband met natuur en groen maar die ook zal worden gebruikt voor de organisatie van evenementen zoals tentoonstellingen, recepties of concerten.

moresca(3)

Met het openstellen van de indrukwekkende Serra Moresca is bijna een einde gekomen aan de langdurige restauratie van Villa Torlonia en de aanpalende gebouwen en het omringende park.

De stad kocht het hele domein in 1977 maar het zou duren tot de jaren ’90 van de vorige eeuw vooraleer een omvangrijk restauratieprogramma werd gestart.

De voorbije jaren volgden heel wat grootschalige werken elkaar op, al verliepen niet alle projecten altijd even snel dan gepland.

Achtereenvolgens gebeurden er restauraties aan het Casina delle Civette, het Casino dei Principi, het zuidelijke deel van het park, de Villino Rosso, de Limonaia, de Villino Medievale, het Casino Nobile, de Scuderie Vecchie, het noordelijke gedeelte van het park, het theater, de Torre Moresca en nu dus ook de befaamde Serra waar de werkzaamheden binnen een drietal maanden afgerond zullen zijn.

moresca(13)

De restauratie van het Moresca-gedeelte bleek uiteindelijk nog één van de moeilijkste projecten te zijn van het hele Villa Torlonia-restauratieprogramma.

Tussen 2007 en 2013 werd een eerste en belangrijke herstellingsfase uitgevoerd. Het complex verkeerde toen in zeer slechte staat, zodanig zelfs dat een tijdlang werd getwijfeld of het wel mogelijk was om het gebouw te redden.

De daken van de serre waren volledig ingestort, een groot deel van het fraaie polychrome glas was verdwenen en alle meubels bleken spoorloos. Een gespecialiseerd bedrijf begon na een nieuwe aanbesteding uiteindelijk toch aan het restauratietraject.

De opdracht was het zo getrouw mogelijk herstellen van de oorspronkelijke structuur, het uitvoeren van eventuele herbouwingen op basis van documenten en plannen uit de beginperiode en gebaseerd op analyses van de restanten van het gebouw.

De documentatie die werd gebruikt om het uiterlijk van de ruimtes te reconstrueren omvatte historische foto’s en iconografieën, evenals de getuigenis van Giovan Battista Cecchetelli, die meer vertelt over hoe de omgeving van de serre er destijds uitzag, met beplantingen van onder meer palmen, agaves en aloë.

Precies dezelfde soorten als toen worden vandaag opnieuw aangeplant, zij het met één verschil. Terwijl ze in de negentiende eeuw in de vaste grond rond de serre werden geplaatst, zullen ze nu worden geplant in grote bassins van cortenstaal, voorzien van wielen, zodat de planten bij tentoonstellingen, conferenties of andere evenementen kunnen worden verplaatst.

De restauratie van de serre omvatte zowel het structurele als het decoratieve deel, waardoor het hele complex nu zijn oorspronkelijke pracht terugkrijgt. De kostprijs voor het opknappen van alleen dit deel van het Villa Torlonia-domein bedroeg bijna 5 miljoen euro.

De ingrepen die nu nog aan de gang zijn of die zeer binnenkort gaan gebeuren, hebben vooral betrekking op de inrichting van de ruimte zodat die in gebruik kan worden genomen als vast onderdeel van de Musei di Villa Torlonia.

Het huidige afwerkingsproject voorziet ook in de restauratie van de fontein in de interne ruimte van de serre en de plaatsing van de technische apparatuur die nodig is om het publiek te ontvangen.

De ontvangstruimte voor het publiek zal worden ingericht met speciaal ontworpen meubilair dat vervaardigd is uit gietijzer zodat het overeenstemt met de stijl en structuur van het gebouw.

Bijzondere aandacht werd besteed aan de verlichting van de ruimte, al wordt het moeilijk om de natuurlijke lichtinval van overdag ook ’s avonds en ’s nachts te evenaren.

moresca(6)

Architect Maria Cristina Tullio begeleidt deze laatste fase die volgende maandag 6 september begint, 66 dagen zal duren en nog eens 290.000 euro van het budget zal opslorpen. De opening voor het publiek is gepland in de week tussen 19 en 26 november 2021.

Het Moorse complex, een meesterwerk van eclecticisme, met de aangrenzende kunstmatige grot, waarvan slechts enkele grote rotsuitlopers en sporen van een riviertje dat zich binnenin bevond, overblijven, maar die een goed idee geven van hoe groots en spectaculair het was, werd omstreeks 1839 ontworpen door de Venetiaanse architect Giuseppe Jappelli (1783-1852) en gebouwd tussen 1835 en 1845.

Dat gebeurde in opdracht van prins Alessandro Torlonia die een gedeelte van zijn domein aan de Via Nomentana wilde inrichten als een soort negentiende-eeuws speel- en pretparkje, typisch voor de rijke families uit die tijd, die elkaar voortdurend probeerden te overbluffen met de meest uiteenlopende en aparte zaken op het vlak van kunst en architectuur.

Giuseppe Jappelli was een visionaire architect die zich liet inspireren door de Moorse kastelen in Spanje, een land waar hij echter nooit was geweest. De gebouwen in dat land kende hij alleen maar van een oud prentenboek over Arabische bouwstijlen in Spanje.

Aanvankelijk wilde Jappelli een soort Indische pagode bouwen. Een schets van dat ontwerp is bewaard gebleven en bevindt zich in de bibliotheek van Padua. In Rome ontwierp hij het complex op aandringen van prins Torlonia dus uiteindelijk toch in Moorse stijl, waarbij hij zich liet inspireren door het Alhambra in Granada.

De bouw was een delicate operatie, vooral door de talrijke details die de architect wilde integreren. Zo werden de monumentale Moorse ramen gemaakt door een Romeinse vakman die zich baseerde op de oorspronkelijke ontwerpen in Spanje en daarvoor zelfs speciaal met de hand geblazen glas liet importeren uit Duitsland.

moresca(5)

De serre zelf is een prachtig tuinpaviljoen met een pepperino structuur en waar veelvuldig gebruik is gemaakt van ijzer, gietijzer en de voormelde prachtige polychrome ramen. Ook het dak en de dakspanten werden voor de restauratie opnieuw ontworpen, maar zijn eveneens gebaseerd op het originele model.

Jappelli was zich destijds goed bewust van het innovatieve gebruik van gietijzer, waarmee hij al had geëxperimenteerd in de Villa Treves in Padua.

De architect was iemand die de komst van nieuwe technologieën nauwlettend in de gaten hield, dat blijkt wel uit verschillende van zijn studies en projecten voor gebouwen die als serres worden gebruikt en voor het toen vernieuwende gebruik van gietijzeren structuren.

De serre was bedoeld om exotische en zeldzame planten in onder te brengen, maar ook om er spectaculaire evenementen te houden, zoals onder meer blijkt uit de aanwezigheid van een half verborgen compartiment in de grote zaal, bedoeld om er een orkest te laten plaatsnemen.

Het interieur van de Serra puilt uit van de rariteiten, waaronder een valse bakstenen muur, gordijnen die een trompe l’oeil blijken te zijn en een mysterieuze fonteinnimf die de bezoekers lijkt uit te dagen.

De Moorse Toren was daarentegen gereserveerd voor meer intieme en exclusieve privébijeenkomsten met slechts enkele deelnemers die werden uitgenodigd door de prins.

Op de bovenste verdieping bevindt zich een weelderige eetzaal, gekenmerkt door grote ramen met gietijzeren kozijnen en gekleurd glas en wanden die rijkelijk versierd zijn met polychroom stucwerk.

De toren zelf kan meteen dienen als decor voor een goochelshow. Langs de wenteltrap, bekleed met de originele decoratie met witte stippen op een beige achtergrond, zie je eerst het ingenieuze mechanisme dat werd ontworpen om via een soort liftsysteem rijke buffetten met voedsel vanuit de keuken tot bij de gasten op het prachtige Moorse dakterras te brengen.

Deze diners op het Moorse terras in Villa Torlonia, waarbij het mechanisme een overvloedig gedekte tafel uit de vloer omhoog kon laten komen om de gasten van de prins te verrassen en te imponeren, waren destijds veelbesproken bij de Romeinse elite.

De toren bestaat uit drie kamers op evenveel niveaus: een kleine kamer op de eerste verdieping, een tweede die dienst deed als keuken en een kleine zaal op de derde.

Buiten is er een ijzeren ladder die naar een terras leidt. De buitenzijde van de toren was beschilderd om op die manier stenen en metselwerk na te bootsen. Aan de binnenzijde waren de muren geel geverfd.

De ronde of hoefijzervormige ramen hebben gietijzeren frames met Moorse motieven waarin gekleurd glas was ingewerkt. De eetkamer heeft een zeshoekige vorm, eveneens met Moorse decoraties.

Het stucwerk van de kamer is uitgevoerd in zilver met een blauwe achtergrond. De ramen waren bekleed met kolommen en kobaltblauw met zilverkleurige arabesken. Gebrandschilderd glas versierde de kamer.

Aan elke vensterbank van de kamer bevonden zich kleine aquaria met vissen. Zowel de vloer als het plafond waren verfraaid met fresco’s. Achter de muren waren er zitplaatsen, bekleed met dure stoffen.

moresca(17)

Tussen de toren en de serre had Jappelli in 1840 ook een kunstmatige grot gebouwd, ondersteund door structuren in hout en stucwerk, die vandaag niet meer bestaan, met vijvertjes en hangende houten paden (die eveneens slechts gedeeltelijk bewaard zijn gebleven).

In de grot bevinden zich namaak stalactieten en stalagmieten, bedekt met mossen en andere planten. De kleine meertjes, riviertjes en houten hangbruggen werden zo goed mogelijk in ere hersteld.

Ook deze plek, de Nymphae Loci, was bedoeld om de gasten van de prins te verbazen. De toegang tot de grot, dicht bij de serre is nauwelijks zichtbaar waardoor de prins er telkens opnieuw in slaagde om zijn gasten plots in een andere wereld onder te dompelen.

Een deel van deze grot werd jammer genoeg in het begin van de vorige eeuw gesloopt en is onherroepelijk verloren. Tussen 1905 en 1908 werden werken uitgevoerd aan zowel de serre als de toren. Daarbij verdwenen onder meer ook de twee marmeren leeuwen aan de ingang van het gebouw en diverse schilderingen.

Een ander opmerkelijk bouwwerk in het park is de zogenaamde Tempel van Saturnus, bestaande uit de pronaos en vier Dorische granieten zuilen. De vegetatie verbergt het onvoltooide achterste gedeelte.

Ook deze tempel werd gebouwd in opdracht van Alessandro Torlonia, in navolging van de tempels uit de oudheid. Het is een realisatie uit 1836 van Giovan Battista Caretti die zich liet inspireren door de Tempel van Aesculapius die Antonio en Mario Asprucci tussen 1785 en 1792 aan het meertje in Villa Borghese hadden gebouwd.

Het fronton heeft een decoratie in terracotta die werd vervaardigd door Rinaldo Rinaldi, een leerling van Antonio Canova. Het thema is ‘De allegorie van het menselijke leven en de tijd die zegeviert over vreugde, kunst en cultuur’.

Het personage in het midden van de voorstelling is de God van de Tijd, Saturnus, die de zeis tussen een slang en een leeuw vasthoudt. Ernaast bevinden zich figuren die de vier jaargetijden voorstellen.

Aan de zijkanten van het gebouw bevinden zich afgietsels van enkele hoogreliëfs waarvan de originelen worden bewaard in het Palazzo dei Conservatori van de Capitolijnse Musea.

Boven het portaal zien we een reliëf in terracotta uit het einde van de achttiende eeuw met als onderwerp Bacchus met een wijnstok; aan de zijkanten zie je twee gepleisterde theatrale maskers. De bustes die het timpaan bekroonden zijn verloren gegaan.

In oude gravures zien we voor de tempel ronde tafels staan, misschien werden die ooit gebruikt voor bijeenkomsten in openlucht of picknicks. Vandaag zijn ze in ieder geval verdwenen. Deze Saturnustempel in Villa Torlonia heeft nog een restauratiebeurt nodig.

www.museivillatorlonia.it

Een kort filmpje over Villa Torlonia

Meer informatie en reservaties