Archive for 15 oktober 2021

Zestiende filmfestival van Rome begonnen

15 oktober 2021

Gisteravond vond de officiële opening plaats van het zestiende filmfestival van Rome. Het programma voor de komende dagen zit boordevol premières en speciale vertoningen.

Het filmfestival vindt plaats in het Parco della Musica (recent herdoopt tot Auditorium Ennio Morricone) aan de Via Pietro de Coubertin 30 en op diverse andere locaties in de stad.

In de officiêle selectie zitten 23 films en documentaires uit evenveel landen. Een hoogtepunt van het filmevenement wordt de uitreiking van Lifetime Achievement Awards aan de regisseurs Quentin Tarantino en Tim Burton. Het volledige programma kan je hier downloaden.

cinemafest

Het festival opende met The Eyes of Tammy Faye van Michael Showalter. Op het programma vinden we onder meer ook nog C’Mon C’Mon (met Joaquin Phoenix), Ghostbusters: Legacy, Cyrano, The Addams Family 2 en JFK Revisited: Through the Looking Glass (van Oliver Stone). Het festival wordt afgesloten met Eternals, de nieuwe Marvel-film met in de hoofdrol Angelina Jolie.

Tickets kunnen online worden gekocht via de website van het festival of rechtstreeks aan de kassa van het Auditorium. Om toegang tot de vertoningen te krijgen is een groene pas of internationaal vaccinatiebewijs nodig en moet een mondmasker worden gedragen.

De Romeinse heerbaan, de oudste weg door de Lage Landen – boekrecensie

15 oktober 2021

door Jef Abbeel

De Romeinen stonden bekend als veroveraars en bouwers van wegen, aquaducten, amfitheaters, circussen, thermen, etc. Het Romeinse Rijk telde 120.000 km wegen, die voor een groot deel naar Rome leidden. Alanus ab Insulis (Alain de Lille/Alanus van Rijsel) drukte het in 1175 mooi uit: “Mille viae ducunt hominem per saecula Romam”/Duizend wegen leiden de mens door de eeuwen heen naar Rome (p. 15).

Eén van die vele wegen was de grote weg door de Lage Landen: hij liep van Bonen/Boulogne-sur-Mer (ten zuiden van Calais) via Velzeke, Asse, Elewijt en Tienen naar Tongeren en naar Keulen aan de Rijn.
Vóór de komst van de Romeinen hadden de Gallische stammen (Morinen, Menapiërs, Nerviërs, …) ook al wegen. De ondertitel ‘De oudste weg’ moeten we dus nuanceren.

Maar de Romeinen bouwden die systematisch verder en steviger uit in heel hun rijk in Europa, Noord-Afrika en het Nabije Oosten. Ze waren belangrijk voor het leger, het bestuur, het ontstaan van steden, de handel en de verspreiding van cultuur en christendom. Men noemde ze ‘militaire wegen’, omdat ze vooral de macht van de Romeinen wilden verzekeren.

Dit boek gaat vooral over de heerbaan van Boulogne-sur-Mer naar Keulen, maar in de bibliografie staan ook werken over de vele andere en in de tekst wordt er soms ook naar verwezen. In noordelijk Gallië zorgden vooral keizer Augustus en zijn rechterhand Marcus Vipsanius Agrippa voor het wegennet.

Andere keizers breidden het verder uit. De aanleg in de regio Bavay-Tongeren-Trier vond plaats rond 19-17 v.C. Tijdens de regering van keizer Claudius werden die wegen flink verbeterd. Hij verhardde ook het wegdek van de straten in Tongeren.

Er waren drie categorieën van wegen: viae publicae (belangrijke staatswegen), viae vicinales (regionale) en viae privatae (van plaatselijke grootgrondbezitters). We krijgen ook interessante informatie over de manier waarop de wegen aangelegd werden, over de mijlpalen, de Tabula Peutingeriana en andere oude kaarten van Villaret, Ferraris, Van Der Rit en Vandermaelen.

Ook het intensief gebruik van de oude heerbanen tot in de 19de eeuw haalt Nouwen aan. Schrijvers uit de 1ste eeuw v.C., 1ste eeuw n.C. en uit de 18de-19de eeuw getuigden vol lof over de wegen (p. 84-93).
De Romeinse wegen bepaalden ook het landschap: de uittekening van het kadaster en de verdeling van de gronden onder de Romeinse kolonisten vertrokken vanuit de rechtlijnige wegen.

Steden, boerderijen, heiligdommen en grafmonumenten werden opgericht langs of in de buurt van de wegen. De steden, vaak met dambordplan, dienden als bestuurlijke centra en hadden pakhuizen voor de inning van belastingen in natura.

Bavay had deze functie voor de Nerviërs, Tongeren voor de Tungri, die de plaats van de Eburonen hadden ingenomen. Landbouwbedrijven moesten graan en andere voeding leveren aan de steden en aan de 22.000 tot 45.000 Romeinse militairen langs de Rijn. Voor 45.000 soldaten moest men jaarlijks 10.000 ton voedsel aanvoeren. Goede wegen waren dus noodzakelijk.

Grafmonumenten en grafvelden lagen buiten de stadskernen langs de grote uitvalswegen: de voorbijgangers konden dan de status van de dode en van zijn familie zien (p. 122-126). De grafvelden rond Tongeren zijn nu volledig bebouwd. Elders verdwenen er grafheuvels door de aanleg van wegen, spoorwegen en akkerland. Of door verwoestingen in augustus 1914 (p. 132-133).

In de eerste plaats dienden de wegen om het leger snel naar een opstandige regio te brengen. Dank zij die uitstekende wegen, kon Rome een wereldrijk beheersen met een beperkt aantal militairen. Ze dienden ook voor de post: de keizers wilden op de hoogte blijven van onlusten, rampen, etc.

Ook privépersonen verzonden hun brieven via deze koeriers, die 60 tot 100 km per dag aflegden en in nood zelfs 150 tot 250 km. De postdienst bracht ook graan, groenten en vlees uit Haspengouw naar de Rijntroepen en naar de steden en grote dorpen.

Bij de handelaars hoorden ook Nerviërs en andere Galliërs (p. 140-143). Vervoer van graan gebeurde ook per schip: dat was veel goedkoper en het ging sneller. De Menapiërs beheersten de zouthandel van de kust via Kassel-Tienen-Tongeren naar Keulen. Aardewerk en glas werden dan weer in Keulen geproduceerd en langs de Rijn en de heerbanen vervoerd tot in Engeland (p. 144-146).

De rijken gingen langs de heerbanen op reis, o.a. naar Trier, Griekenland of naar de Golf van Napels.
Ook het christendom verspreidde zich langs de Romeinse wegen. Rond 346 n.C. was Sint-Servatius de eerste bisschop van Tongeren en daarna van Maastricht (p. 152-154).

De wegen speelden ook een rol bij de ondergang van het Romeinse Rijk: Franken en Alemannen konden vanaf 275 n.C. snel oprukken bij hun gewelddadige strooptochten. Villa’s werden platgebrand, streken werden ontvolkt (p. 156-157). Germaanse nieuwkomers vestigden zich in de ontvolkte gebieden van de Treveri, Tungri, Nervii en Menapii.

In de 4de eeuw werden steden zoals Tongeren versterkt met kortere muren. Vanaf de 5de eeuw verschoof het zwaartepunt van de economie en van het verkeer naar de rivieren en van Tongeren naar Maastricht (p. 161).

Ook na de val van het Romeinse Rijk bleven de wegen belangrijk voor het verkeer en voor het ontstaan van nieuwe steden en dorpen. Tongeren verloor aan belang en rijkdom ten voordele van Maastricht, dat een belangrijk religieus en economisch centrum werd en in de 6de-7de eeuw bezoek kreeg van de Merovingische koningen en in de 9de eeuw van de opvolgers van Karel de Grote. Sint-Trudo stichtte in 740 een Benedictijner-abdij, die veel pelgrims aantrok en zorgde dat Sint-Truiden een stad werd (p. 163-167).

In 881 werden Tongeren en Maastricht geplunderd en verwoest door de Noormannen en in 1180 in de as gelegd door graaf Gerard van Loon. Na de plundering door Hendrik I van Brabant in 1213, kreeg Tongeren tussen 1241 en 1300 een nieuwe verdedigingsmuur.

De Romeinse wegen Bavay-Tongeren en Tienen-Tongeren lieten Lodewijk XIV toe om in 1677 Tongeren plat te branden en in 1693-1694 opnieuw veel schade toe te brengen. En in 1747 waren de Franse legers weer prominent aanwezig in de regio tussen Tongeren en Maastricht. Gelukkig speelden de wegen ook een positieve rol in de vele pelgrimstochten, o.a. naar Compostella (p. 170-179).

In de 19de eeuw verdwenen vele Romeinse wegen onder het asfalt. De ruilverkaveling in de jaren 1960-1970 deed nog meer geschiedenis verdwijnen. En dat proces ging verder na 1970: de Romeinse weg in Brustem werd een landingsbaan van het militair vliegveld (p. 180-183), op andere plaatsen was dat voor industrieterreinen.

De auteur pleit dan ook terecht voor meer bescherming van ons cultureel erfgoed. Als voorbeelden van bescherming toont hij de Via Appia in Italië en de Via Domitia in Zuid-Frankrijk. De oudste weg van Vlaanderen krijgt die aandacht nog lang niet.

Na dit pleidooi volgen een beknopte en een zeer uitgebreide bibliografie (p. 191-215), een overzicht van de archeologische sites in de regio Tongeren/Maastricht /Sint-Truiden/Tienen en vele noten (p. 219-235).

Beoordeling

Robert Nouwen heeft goed werk verricht door ons nog eens te tonen hoeveel Romeins cultureel erfgoed we hebben en hoe we dat moeten koesteren, voor zover het nog bestaat. Zijn boek is voorzien van heel mooie foto’s, die op zich ook al een overtuigende kracht hebben. Vooral het gedeelte tussen Tienen en Maastricht krijgt heel veel aandacht, de rest van de heerweg in Frans-Vlaanderen (Bonen-Kassel), Oost-Vlaanderen en Brabant iets minder. Daar bleef van de heerbaan ook veel minder bewaard.

De auteur veronderstelt heel wat voorkennis van de lezer: niet iedereen weet waar Vindolanda en andere plaatsen liggen. Vindolanda staat zelfs niet in mijn drie historische atlassen, wel in Wikipedia. Kennis van de dorpen, gehuchten en straten in de regio Tongeren en langs de heerbaan is een voordeel. Ik vond ze gelukkig in mijn ‘Stratenatlas van Vlaanderen’. Voor de niet-classici en de niet-archeologen had hij wel een alfabetische begrippenlijst mogen toevoegen: niet iedereen weet wat geo-portalen, hillshade sky view factor (p. 63) en een cunet (p. 95) of groma (p. 111) zijn.

Het boek is zeer interessant voor classici, archeologen, heemkundigen en al wie interesse heeft voor ons Romeinse verleden. Laten we hopen dat het boek ook gelezen zal worden door onze politici, industriëlen en vastgoedmakelaars, zodat ze de nog bestaande wegen en monumenten niet verder doen verdwijnen. Wie een overzicht wenst van alle heerbanen van heel het Romeinse Rijk, verwijzen we naar Raymond Chevallier, “Les Voies Romaines“, Uitgeverij Picard, Parijs/Brussel, 1997.

De Romeinse heerbaan. De oudste weg door de Lage Landen.
Robert Nouwen
Uitgeverij Sterck & De Vreese, Gorredijk (NL), september 2021
238 p., foto’s, literatuur, noten, paperback, 23 x 15 cm
Prijs: 24,95 euro
ISBN 978-90-561-5744-9

De Romeinse heerbaan, de oudste weg door de Lage Landen

15 oktober 2021

De Vlaamse historicus en auteur Robert Nouwen, die al talrijke wetenschappelijke publicaties en boeken publiceerde over de Romeinen in onze gewesten, heeft alweer een nieuw boek klaar. De Romeinse heerbaan, de oudste weg door de Lage Landen biedt een schat aan informatie.

De mooiste stukken van deze oude weg liggen op Vlaams grondgebied maar zijn vandaag niet beschermd. In de context van het nieuwe boek bezorgde de auteur aan de Vlaamse regering een dossier waarin wordt opgeroepen tot bescherming van de Romeinse heerbaan.

Romeinse_heerbaan (1)
De Romeinen slaagden erin om een voor die tijd schitterend wegennet te realiseren van nagenoeg 120.000 kilometer. Hoe werden die wegen aangelegd? En hoe bouwden ze bruggen over rivieren en beken? Wie stapten of reden met hun karren over die wegen? Hoe ontstonden de steden? Hoe verliep de bevoorrading?

Van west naar oost, dwars door Vlaanderen, liep vroeger de Romeinse heerbaan van Kassel naar Tongeren. Hij verbond de kuststad Boulogne-sur-Mer met de Rijnstad Keulen en maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse Rijk.

Van de Romeinse weg Maastricht – Tongeren – Tienen – Kassel zijn maar weinig stukken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard gebleven. De mooist bewaarde segmenten liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen een min om meer aaneensluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd.

Romeinse_heerbaan (7)

Ik kende elke mijl van onze wegen, het schoonste geschenk misschien dat Rome de aarde gedaan heeft, aldus keizer Hadrianus in zijn door Marguerite Yourcenar geromantiseerde gedenkschriften. Daarmee onderstreept de Frans-Belgisch-Amerikaanse schrijfster de betekenis van deze erfenis van de Romeinse cultuur voor de geschiedenis van Europa.

Ook in België is het Romeinse wegennetwerk één van de belangrijkste historische en archeologische relicten die het landschap mede hebben vormgegeven. Toch waren de Romeinen niet de eersten die wegen bouwden.

Het bestaan van pre-Romeinse wegen in Italië en in de provincies die ooit deel uitmaakten van het Imperium Romanum, wordt bevestigd door zowel de klassieke teksten als archeologisch onderzoek. De Romeinen waren echter wellicht de eersten die zo stelselmatig een wegennet uitbouwden dat Rome, de hoofdstad van het rijk, met de belangrijke steden en regio’s verbond.

Romeinse_heerbaan (3)

In noordelijk Gallië dat zich in eerste instantie tussen Seine en Rijn situeerde, lag keizer Augustus aan de basis van het Romeinse wegennet. Ook keizers als Claudius, Hadrianus, Antoninus Pius, Decius en Caracalla leverden grote inspanningen om het Gallische wegennet verder uit te bouwen en waar nodig te verbeteren.

In die zin waren de wegen in Gallië een keizerlijk project. De aanleg van dat uitgestrekte wegennet was nauw verbonden met de militaire en bestuurlijke politiek van de overheid en diende het keizerlijk bestuur via de keizerlijke postdienst en de uitbouw van militaire baanposten. Wegen waren voor de Romeinen een middel om de macht over een regio te verzekeren.

Men spreekt in dat verband trouwens terecht van ‘militaire wegen’. Deze wegen waren echter niet alleen voor het leger bestemd. Zij droegen evenzeer bij tot de stichting en de groei van steden, het civiele verkeer, de economische verbinding tussen de verschillende regio’s, de verspreiding van ideeën, de eenheid van het Imperium Romanum. Ze dienden de hele bevolking.

De documentatie waarover wij beschikken om dat wegennet te bestuderen, is doorgaans uiteenlopend en ongelijk, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. Het gevolg is dat de onderzoeker zich met nogal wat methodologische problemen geconfronteerd ziet. Vóór 1880 werd er in Tongeren en omstreken zelfs geen methodisch onderzoek naar het Romeinse wegennet gedaan, schrijft Robert Nouwen.

Romeinse_heerbaan (6)

Om de glorie van Rome te memoreren nodigde het Italië van Mussolini in 1938 Europese geleerden uit een studie te wijden aan de Romeinse wegen in hun land.

In België was dat J. Breuer, in Nederland A.W. Byvanck. Zij werden gepubliceerd in de reeks Le grandi strade del mondo romano. In zijn overzicht van 1944 bracht H. Van de Weerd een aantal correcties aan.

Eén van de belangrijke pioniers uit de jaren zestig in België was professor Jozef Mertens. Via luchtfotografie en onderzoek van topografische kaarten, gekoppeld aan archeologisch onderzoek, actualiseerde hij de kennis van het Romeinse wegennet ingrijpend.

In Wallonië verrichtte M.-H. Corbiau ondertussen fundamenteel onderzoek naar het Romeinse wegennet en in het bijzonder de wegen van Tongeren naar Bavay en van Tongeren naar Metz.

In Vlaanderen kan vooral het onderzoeksproject van de Universiteit Gent naar het landgebruik in de civitas Menapiorum worden vermeld. Hierin nam het wegennet een centrale plaats in.

Romeinse_heerbaan (4)

Het project beperkte zich voor het eerst niet tot de hoofdwegen, maar schonk ook aandacht aan het netwerk van secundaire verbindingen en zijn relatie met de landindeling en het nederzettingspatroon. Ook de archeologische campagnes in Oudenburg zorgden voor enkele nieuwe inzichten.

Al dat onderzoek leidde verder tot een reeks samenvattingen die het Romeinse wegennet in Vlaanderen en Wallonië behandelen en die tegelijk nodig zijn om een beter inzicht te krijgen in het verloop van de weg van Tongeren via Kassel naar Boulogne-sur-Mer.

Romeinse_heerbaan (12)

Dat alles neemt niet weg dat er zowel in Vlaanderen als Wallonië nog heel wat lacunes overblijven. In tegenstelling tot het natuurlandschap is de continuïteit van een weg als deel van een cultuurlandschap onderhevig aan talrijke factoren die met nagenoeg exclusief menselijke bedrijvigheid te maken hebben.

We denken dan aan bestuurlijke organisatie, militaire overwegingen, economische conjunctuur, handel in landbouwopbrengsten en ambachtelijke producten, religie en pelgrimage, enzovoort. Onder meer in de pelgrimswegen naar Sint-Jacob van Compostella leven de Romeinse wegen tot vandaag door.

Romeinse_heerbaan (9)

Wegen zorgen mede voor een bepaalde dynamiek. Zo lang die dynamiek in lijn is met de menselijke behoeften, zullen zij in gebruik blijven. De uitdrukking ‘Alle wegen leiden naar Rome’ toont bovendien aan dat de steden die langs de wegen lagen of hun eindbestemming waren, een cruciale rol in hun continuïteit speelden.

Die continuïteit is echter niet gegarandeerd. Vele Romeinse wegen werden in de loop der eeuwen reeds uitgewist. Tot in de achttiende eeuw bleven zelfs grote wegen vaak onverhard.

Ook al bleef men tijdens de Middeleeuwen verder gebruikmaken van de Romeinse wegen voor handel, transport en verkeer, dan nog gebeurde het dat ze in onbruik raakten, waardoor op het einde hooguit nog wat onverharde wandelpaden of karrensporen restten.

De Marteman en de Heesterveldweg ten oosten van het huidige Tongeren zijn daar een zichtbaar voorbeeld van. Eeuwen geschiedenis hebben hun aftekening in het landschap beïnvloed.

Indien zij het geluk hadden als verkeerstraject te overleven, dan werden zij doorgaans bedolven onder asfalt of beton, onderbroken door kruispunten en rotondes.

Romeinse_heerbaan (2)

Het is daarbij bijzonder jammer dat naar aanleiding van grote infrastructurele werken in de loop van de twintigste eeuw weinig of geen aandacht werd besteed aan onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van Romeinse wegen.

De Romeinse weg tussen Tongeren en Kassel is daarvan de beste illustratie. De veronderstelde verbinding tussen beide civitas-hoofdplaatsen had bevestigd kunnen worden indien naar aanleiding van de aanleg van de noord-zuidautowegen voldoende ruimte voor onderzoek was gecreëerd.

Ondertussen is de steeds toenemende druk op de open ruimte de belangrijkste bedreiging geworden voor het weinige dat rest van dat kwetsbare erfgoed, aldus Robert Nouwen.

In 1964 publiceerde J. Mertens twee luchtfoto’s, één ter hoogte van Brustem en één ter hoogte van Tongeren (Piringen). Wanneer je deze foto’s vergelijkt met hedendaagse opnames, dan kan je perfect zien hoe vernietigend onder meer de ruilverkavelingen en de bouwverkavelingen de laatste vijftig jaar zijn geweest.

Vandaag zetten bouwpromotoren erfgoed onder druk. Naar aanleiding van de projectontwikkeling. Op de Heufkens in Koninksem (Tongeren) werd in 2017 nog een groot stuk van de Romeinse weg van Tongeren naar Bavay, die daar van een talud in een holle weg overging en even verder tussen de twee tumuli van Koninksem verder liep, opgegeven voor een woonverkaveling. Op de oude kaart van Vandermaelen (1846-1854), net als op luchtfoto’s van 1971, is hij nog duidelijk zichtbaar.

Romeinse_heerbaan (5)

Ondertussen wordt de landschappelijke en historische context van de Kleyne Tombe en de Hooge Tombe in de oudste stad van België verder aangetast. Van de Romeinse weg van Maastricht via Tongeren en Tienen naar Kassel zijn op dit ogenblik nog slechts enkele stukken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard.

De mooist bewaarde delen liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen nog een min of meer aansluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd, aldus de auteur.

Wallonië heeft de Romeinse weg Bavay-Tongeren die voor een groot deel over haar grondgebied loopt, beschermd als monument. Tevens heeft zij een dossier ingediend bij de Unesco om deze weg op de lijst van het werelderfgoed te zetten.

Onder de titel Le tronçon Bavay-Tongres de la chaussée romaine Boulogne-Cologne situe sur le territoire de la Région wallonne is hij ondertussen opgenomen op de voorlopige lijst. Maar de mooiste stukken van deze Romeinse route liggen in Vlaanderen, tot vandaag nog steeds onbeschermd.

Romeinse_heerbaan (11)

In 2009 werd een groot stuk van de Romeinse heerbaan tussen Voort en Bommershoven verhard voor landbouwgebruik. In het Vlaamse Parlement werden daar terecht belangrijke kanttekeningen bij geplaatst. Maar meer gebeurde er niet.

Auteur Robert Nouwen heeft naar aanleiding van zijn nieuwe boek een dossier ter bescherming van deze Romeinse weg overgemaakt. Het dossier kan je hier downloaden.

In een eerste reactie laat de minister weten dat een opname in de wetenschappelijke inventaris onroerend erfgoed zeker is aangewezen, maar dat verder onderzoek met het oog op een archeologische bescherming noodzakelijk is.

Samen met al wie oprecht met de Romeinse geschiedenis en ons erfgoed begaan is, hoopt Robert Nouwen dat zijn boek De Romeinse heerbaan de Vlaamse regering de nodige argumenten aanreikt om dit belangrijke historische monument definitief veilig te stellen. Zo moeilijk kan dat niet zijn.

Foto’s: Robert Nouwen

De Romeinse heerbaan
De oudste weg door de Lage Landen
Auteur: Robert Nouwen
Taal: Nederlands
240 pagina’s, met illustraties
Afmetingen: 23,1 x 15,1 x 1,8 cm
Gewicht: 565 g
Uitgever: Sterck & De Vreese
Eerste druk: augustus 2021
EAN 9789056157449
Prijs: 24,95 euro
Verkrijgbaar in de boekhandel

Download beschermingsdossier
Website auteur: www.robertnouwen.be

Een boekrecensie door clublid JEF ABBEEL lees je hier.

Romeinse_heerbaan (8)