De Vlaamse historicus en auteur Robert Nouwen, die al talrijke wetenschappelijke publicaties en boeken publiceerde over de Romeinen in onze gewesten, heeft alweer een nieuw boek klaar. De Romeinse heerbaan, de oudste weg door de Lage Landen biedt een schat aan informatie.
De mooiste stukken van deze oude weg liggen op Vlaams grondgebied maar zijn vandaag niet beschermd. In de context van het nieuwe boek bezorgde de auteur aan de Vlaamse regering een dossier waarin wordt opgeroepen tot bescherming van de Romeinse heerbaan.

De Romeinen slaagden erin om een voor die tijd schitterend wegennet te realiseren van nagenoeg 120.000 kilometer. Hoe werden die wegen aangelegd? En hoe bouwden ze bruggen over rivieren en beken? Wie stapten of reden met hun karren over die wegen? Hoe ontstonden de steden? Hoe verliep de bevoorrading?
Van west naar oost, dwars door Vlaanderen, liep vroeger de Romeinse heerbaan van Kassel naar Tongeren. Hij verbond de kuststad Boulogne-sur-Mer met de Rijnstad Keulen en maakte deel uit van een groot en complex netwerk van (water)wegen dat Rome verbond met de verste uithoeken van het Romeinse Rijk.
Van de Romeinse weg Maastricht – Tongeren – Tienen – Kassel zijn maar weinig stukken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard gebleven. De mooist bewaarde segmenten liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen een min om meer aaneensluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd.

Ik kende elke mijl van onze wegen, het schoonste geschenk misschien dat Rome de aarde gedaan heeft, aldus keizer Hadrianus in zijn door Marguerite Yourcenar geromantiseerde gedenkschriften. Daarmee onderstreept de Frans-Belgisch-Amerikaanse schrijfster de betekenis van deze erfenis van de Romeinse cultuur voor de geschiedenis van Europa.
Ook in België is het Romeinse wegennetwerk één van de belangrijkste historische en archeologische relicten die het landschap mede hebben vormgegeven. Toch waren de Romeinen niet de eersten die wegen bouwden.
Het bestaan van pre-Romeinse wegen in Italië en in de provincies die ooit deel uitmaakten van het Imperium Romanum, wordt bevestigd door zowel de klassieke teksten als archeologisch onderzoek. De Romeinen waren echter wellicht de eersten die zo stelselmatig een wegennet uitbouwden dat Rome, de hoofdstad van het rijk, met de belangrijke steden en regio’s verbond.

In noordelijk Gallië dat zich in eerste instantie tussen Seine en Rijn situeerde, lag keizer Augustus aan de basis van het Romeinse wegennet. Ook keizers als Claudius, Hadrianus, Antoninus Pius, Decius en Caracalla leverden grote inspanningen om het Gallische wegennet verder uit te bouwen en waar nodig te verbeteren.
In die zin waren de wegen in Gallië een keizerlijk project. De aanleg van dat uitgestrekte wegennet was nauw verbonden met de militaire en bestuurlijke politiek van de overheid en diende het keizerlijk bestuur via de keizerlijke postdienst en de uitbouw van militaire baanposten. Wegen waren voor de Romeinen een middel om de macht over een regio te verzekeren.
Men spreekt in dat verband trouwens terecht van ‘militaire wegen’. Deze wegen waren echter niet alleen voor het leger bestemd. Zij droegen evenzeer bij tot de stichting en de groei van steden, het civiele verkeer, de economische verbinding tussen de verschillende regio’s, de verspreiding van ideeën, de eenheid van het Imperium Romanum. Ze dienden de hele bevolking.
De documentatie waarover wij beschikken om dat wegennet te bestuderen, is doorgaans uiteenlopend en ongelijk, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. Het gevolg is dat de onderzoeker zich met nogal wat methodologische problemen geconfronteerd ziet. Vóór 1880 werd er in Tongeren en omstreken zelfs geen methodisch onderzoek naar het Romeinse wegennet gedaan, schrijft Robert Nouwen.

Om de glorie van Rome te memoreren nodigde het Italië van Mussolini in 1938 Europese geleerden uit een studie te wijden aan de Romeinse wegen in hun land.
In België was dat J. Breuer, in Nederland A.W. Byvanck. Zij werden gepubliceerd in de reeks Le grandi strade del mondo romano. In zijn overzicht van 1944 bracht H. Van de Weerd een aantal correcties aan.
Eén van de belangrijke pioniers uit de jaren zestig in België was professor Jozef Mertens. Via luchtfotografie en onderzoek van topografische kaarten, gekoppeld aan archeologisch onderzoek, actualiseerde hij de kennis van het Romeinse wegennet ingrijpend.
In Wallonië verrichtte M.-H. Corbiau ondertussen fundamenteel onderzoek naar het Romeinse wegennet en in het bijzonder de wegen van Tongeren naar Bavay en van Tongeren naar Metz.
In Vlaanderen kan vooral het onderzoeksproject van de Universiteit Gent naar het landgebruik in de civitas Menapiorum worden vermeld. Hierin nam het wegennet een centrale plaats in.

Het project beperkte zich voor het eerst niet tot de hoofdwegen, maar schonk ook aandacht aan het netwerk van secundaire verbindingen en zijn relatie met de landindeling en het nederzettingspatroon. Ook de archeologische campagnes in Oudenburg zorgden voor enkele nieuwe inzichten.
Al dat onderzoek leidde verder tot een reeks samenvattingen die het Romeinse wegennet in Vlaanderen en Wallonië behandelen en die tegelijk nodig zijn om een beter inzicht te krijgen in het verloop van de weg van Tongeren via Kassel naar Boulogne-sur-Mer.

Dat alles neemt niet weg dat er zowel in Vlaanderen als Wallonië nog heel wat lacunes overblijven. In tegenstelling tot het natuurlandschap is de continuïteit van een weg als deel van een cultuurlandschap onderhevig aan talrijke factoren die met nagenoeg exclusief menselijke bedrijvigheid te maken hebben.
We denken dan aan bestuurlijke organisatie, militaire overwegingen, economische conjunctuur, handel in landbouwopbrengsten en ambachtelijke producten, religie en pelgrimage, enzovoort. Onder meer in de pelgrimswegen naar Sint-Jacob van Compostella leven de Romeinse wegen tot vandaag door.

Wegen zorgen mede voor een bepaalde dynamiek. Zo lang die dynamiek in lijn is met de menselijke behoeften, zullen zij in gebruik blijven. De uitdrukking ‘Alle wegen leiden naar Rome’ toont bovendien aan dat de steden die langs de wegen lagen of hun eindbestemming waren, een cruciale rol in hun continuïteit speelden.
Die continuïteit is echter niet gegarandeerd. Vele Romeinse wegen werden in de loop der eeuwen reeds uitgewist. Tot in de achttiende eeuw bleven zelfs grote wegen vaak onverhard.
Ook al bleef men tijdens de Middeleeuwen verder gebruikmaken van de Romeinse wegen voor handel, transport en verkeer, dan nog gebeurde het dat ze in onbruik raakten, waardoor op het einde hooguit nog wat onverharde wandelpaden of karrensporen restten.
De Marteman en de Heesterveldweg ten oosten van het huidige Tongeren zijn daar een zichtbaar voorbeeld van. Eeuwen geschiedenis hebben hun aftekening in het landschap beïnvloed.
Indien zij het geluk hadden als verkeerstraject te overleven, dan werden zij doorgaans bedolven onder asfalt of beton, onderbroken door kruispunten en rotondes.

Het is daarbij bijzonder jammer dat naar aanleiding van grote infrastructurele werken in de loop van de twintigste eeuw weinig of geen aandacht werd besteed aan onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van Romeinse wegen.
De Romeinse weg tussen Tongeren en Kassel is daarvan de beste illustratie. De veronderstelde verbinding tussen beide civitas-hoofdplaatsen had bevestigd kunnen worden indien naar aanleiding van de aanleg van de noord-zuidautowegen voldoende ruimte voor onderzoek was gecreëerd.
Ondertussen is de steeds toenemende druk op de open ruimte de belangrijkste bedreiging geworden voor het weinige dat rest van dat kwetsbare erfgoed, aldus Robert Nouwen.
In 1964 publiceerde J. Mertens twee luchtfoto’s, één ter hoogte van Brustem en één ter hoogte van Tongeren (Piringen). Wanneer je deze foto’s vergelijkt met hedendaagse opnames, dan kan je perfect zien hoe vernietigend onder meer de ruilverkavelingen en de bouwverkavelingen de laatste vijftig jaar zijn geweest.
Vandaag zetten bouwpromotoren erfgoed onder druk. Naar aanleiding van de projectontwikkeling. Op de Heufkens in Koninksem (Tongeren) werd in 2017 nog een groot stuk van de Romeinse weg van Tongeren naar Bavay, die daar van een talud in een holle weg overging en even verder tussen de twee tumuli van Koninksem verder liep, opgegeven voor een woonverkaveling. Op de oude kaart van Vandermaelen (1846-1854), net als op luchtfoto’s van 1971, is hij nog duidelijk zichtbaar.

Ondertussen wordt de landschappelijke en historische context van de Kleyne Tombe en de Hooge Tombe in de oudste stad van België verder aangetast. Van de Romeinse weg van Maastricht via Tongeren en Tienen naar Kassel zijn op dit ogenblik nog slechts enkele stukken in hun ‘oorspronkelijke’ landschappelijke toestand bewaard.
De mooist bewaarde delen liggen tussen Tienen en Maastricht. Zij vormen samen nog een min of meer aansluitend archeologisch relict. Daarom is dit boek specifiek aan de geschiedenis van dit stuk van de heerbaan gewijd, aldus de auteur.
Wallonië heeft de Romeinse weg Bavay-Tongeren die voor een groot deel over haar grondgebied loopt, beschermd als monument. Tevens heeft zij een dossier ingediend bij de Unesco om deze weg op de lijst van het werelderfgoed te zetten.
Onder de titel Le tronçon Bavay-Tongres de la chaussée romaine Boulogne-Cologne situe sur le territoire de la Région wallonne is hij ondertussen opgenomen op de voorlopige lijst. Maar de mooiste stukken van deze Romeinse route liggen in Vlaanderen, tot vandaag nog steeds onbeschermd.

In 2009 werd een groot stuk van de Romeinse heerbaan tussen Voort en Bommershoven verhard voor landbouwgebruik. In het Vlaamse Parlement werden daar terecht belangrijke kanttekeningen bij geplaatst. Maar meer gebeurde er niet.
Auteur Robert Nouwen heeft naar aanleiding van zijn nieuwe boek een dossier ter bescherming van deze Romeinse weg overgemaakt. Het dossier kan je hier downloaden.
In een eerste reactie laat de minister weten dat een opname in de wetenschappelijke inventaris onroerend erfgoed zeker is aangewezen, maar dat verder onderzoek met het oog op een archeologische bescherming noodzakelijk is.
Samen met al wie oprecht met de Romeinse geschiedenis en ons erfgoed begaan is, hoopt Robert Nouwen dat zijn boek De Romeinse heerbaan de Vlaamse regering de nodige argumenten aanreikt om dit belangrijke historische monument definitief veilig te stellen. Zo moeilijk kan dat niet zijn.
Foto’s: Robert Nouwen
De Romeinse heerbaan
De oudste weg door de Lage Landen
Auteur: Robert Nouwen
Taal: Nederlands
240 pagina’s, met illustraties
Afmetingen: 23,1 x 15,1 x 1,8 cm
Gewicht: 565 g
Uitgever: Sterck & De Vreese
Eerste druk: augustus 2021
EAN 9789056157449
Prijs: 24,95 euro
Verkrijgbaar in de boekhandel
Download beschermingsdossier
Website auteur: www.robertnouwen.be
Een boekrecensie door clublid JEF ABBEEL lees je hier.
