Archive for november, 2021

Verborgen levens, publieke figuren

30 november 2021

Romeinse vrouwen buiten Rome

Wie aan Romeinse vrouwen denkt, krijgt meteen beelden in gedachten van Vestaalse maagden, machtbeluste keizerinnen, trouwe maar soms ook moordlustige echtgenotes of beroemde minnaressen. Het zijn de vrouwen van Rome zoals we die kennen uit de antieke literatuur. Wat betekent: gezien door de ogen van mannen uit de elite van toen.

Maar hoe zat het met de talloze inwoonsters van andere Romeinse steden? Welke rol speelden zij in het stedelijke leven van Italië en de provincies van het uitgestrekte Romeinse rijk?

Auteur Emily Hemelrijk neemt de lezer mee in een zoektocht naar de openbare functies die Romeinse vrouwen bekleedden. Zo ontstaat een heel ander beeld van Romeinse vrouwen. Ditmaal gezien door hun eigen ogen.

romeinse_vrouwen

Als weldoensters, priesteressen en patronessen van steden en verenigingen gaven ze vorm aan het stedelijke leven en verwierven ze aanzien en respect. Hun privéleven blijft voor ons verborgen, maar als publieke figuren drukten ze zeker hun stempel op de Romeinse samenleving.

Emily Hemelrijk (68) is emeritus hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ze publiceert vooral over Romeinse vrouwen. Een recent werk van haar is Women and Society in the Roman World (Cambridge University Press, 2020).

Verborgen levens, publieke figuren
Romeinse vrouwen buiten Rome
Auteur: Emily Hemelrijk
Taal: Nederlands
280 pagina’s
Met illustraties
Gewicht: 420 g
Afmetingen: 21,8 x 13,6 x 2,2 cm
Uitgeverij: Athenaeum
Eerste druk: oktober 2021
EAN 9789025313081
Prijs: 22,50 euro

De Speld

29 november 2021

Avonturen met opschriften – XXIV

Meer dan twee jaar geleden begonnen we met de rubriek ‘Avonturen met opschriften’, een reeks bijdragen speciaal bestemd voor het aanzienlijke aantal classici onder onze leden (maar uiteraard ook bijzonder leerrijk voor alle anderen). Wij krijgen hiervoor de gewaardeerde medewerking van dr. Michiel Verweij van de Koninklijke Bibliotheek van België. Dit is de 24ste bijdrage in deze reeks.

* * * * *

Wij zijn gewend aan een straatbeeld vol tekst: reclameborden, uithangborden, wegwijzers, aankondigingen enzovoort. In het oude Rome was dat niet minder het geval.

Gelukkig (voor ons) zijn heel wat van die getuigenissen op duurzaam materiaal bewaard gebleven. Gelukkig (voor ons) hadden de Romeinen de gewoonte om heel veel opschriften te maken en er zijn er dan ook tienduizenden bewaard.

Op verzoek van S.P.Q.R. stel ik enkele van deze teksten voor. Op zoek naar het verhaal dat er achter zit… Vandaag deel 24. De vorige bijdragen in deze reeks kan je hier nalezen.

Schrijver dezes zal het maar eerlijk bekennen: hij heeft de moed verloren. Ineengedoken in zijn isoleercel zit hij af te wachten wat er verder gaat gebeuren.

Is er dan geen lichtstraaltje? Rome is zo ver weg, zo onbereikbaar ook, zeker als je bij wijze van spreken nog elke straat die je in wilt lopen, moet reserveren. En geen toegang tot Rome betekent geen nieuwe opschriften. En geen nieuwe opschriften betekent geen nieuw verhaal. Reden genoeg dus om moedeloos te zijn.

Als er dan geen nieuwe te vinden zijn, geen verse ideeën die zich aandienen, dan maar een oude koe uit de sloot. De oudste die we in het Latijn hebben. Ook al is dit een koe met identiteitsproblemen, want is het nu of is het niet?

Het gaat om de speld. Nu stuurt een van de vrienden van Schrijver dezes, Alexander Agricola, om zijn Latijnse naam te geven, af en toe een bericht door dat hij gevonden heeft op de Nederlandse website De Speld. Een site met pseudo-nieuws, satirisch van bedoeling (niet altijd van effect). In zekere zin fakenews dus. En dat is voor onze speld ook van toepassing.

Al zou het fakenews misschien eerder fhefhaked-nieuws kunnen zijn. Dat laat Schrijver dezes voorlopig in het midden.

Menige lezer heeft nu onderhand wel door dat het om de Fibula Praenestina gaat, een mantelspeld met twijfels. Twijfels over de betekenis en over de authenticiteit: ook al neigt de wetenschap op dit moment na het laatste spectaculaire resultaat van het wetenschappelijk onderzoek tot het aannemen van de authenticiteit.

fibula (10)

Uiteraard tot het volgende spectaculaire resultaat van het volgende wetenschappelijk onderzoek andermaal definitief bewijst dat het toch een vervalsing is. Voor zolang als dat duurt. Uiteraard. Voortschrijdend inzicht. Weet u wel.

Goed, waar gaat het om? In 1871 werd er ergens in Palestrina een gouden speld gevonden die in de 7de eeuw v.Chr. wordt gedateerd. In 1887 werd de vondst bekend gemaakt. De speld was spectaculair door de aanwezigheid van een Latijns opschrift:

MANIOS:MED:FHE:FHAKED:NUMASIOI.

Dat wordt meestal getranscribeerd als:

Manios med fhefhaked Numasioi.

Wat in Ciceroniaans Latijn is:

Manius me fecit Numerio.

En in vertaling (waarschijnlijk en dus voorlopig):

‘Manius heeft mij voor Numerius gemaakt.

Meestal en waarschijnlijk. U raadt het al. U moet onderhand toch wel gewend zijn aan het feit dat niets eenvoudig is. Bijna twee jaar ervaring met virologen en coronapolitici heeft u dat toch wel bijgebracht.

Maar vergeleken met waar classici, oud-historici en archeologen toe in staat zijn, is het gedoe van de virologen en politici maar armzalig geklungel: wij kunnen de dingen nog veel ingewikkelder en onzekerder maken, zodat we het liefst tot een conclusie komen waarbij het ‘niet van tevoren geheel onmogelijk is dat er een argument bestaat dat in het licht van een bepaalde interpretatie zou ondersteunen dat iets zus of zo is’.

Liefst met een ontmoedigende reeks voetnoten. (Dat is ook de bedoeling van voetnoten: aangeven dat je er zelf verschrikkelijk veel van af weet en tegelijk ontmoedigen dat een lezer dat allemaal gaat verifiëren of nakijken, want dan zou kunnen blijken dat de auteur het toch minder goed gesnapt heeft dan hij nu voorwendt.)

Eigenlijk zouden wij het liefst de tekst helemaal laten schieten en alleen de voetnoten publiceren, maar dat willen de redacties van tijdschriften dan weer niet. In hun enggeestige benepenheid, want wat is er leuker dan voetnoten? Voilà. Het hoge woord is eruit.

Om te beginnen is het zo dat de lezing fhefhaked niet door iedereen zo getranscribeerd wordt. Er zijn er ook die vhevhaked lezen. Het teken in kwestie, F, is later zeker onze f, maar in het Etruskisch wordt het vaker v getranscribeerd. En de letters ogen erg Etruskisch, ook al is de taal zeker niet Tuskisch.

fibula (11)

De woorden worden gescheiden door een dubbele punt ‘:’. Goed. Alleen staat er ook tussen fhe en fhaked een ‘:’. Waarom? Niemand heeft een andere uitleg voor deze vorm gegeven dan wat zo dadelijk gaat volgen. De vraag is dus niet beantwoord. Nauwelijks gesteld zelfs. En aangezien de Grote Speurder ook ergens oververmoeid zit te zitten, zal dat nog wel even zo blijven, vreest Schrijver dezes.

De taalkundige duiding van dit opschrift gaat als volgt. Manios is het onderwerp (daar is zowaar iedereen het over eens: ook wie ervan overtuigd is dat dit een vervalsing is, zal beamen dat Manios het onderwerp is), waarin de oudere nominatiefuitgang -os nog niet tot de normale Latijnse uitgang -us is geworden.

Med geldt als het lijdend voorwerp en komt dus overeen met het klassieke me in de accusatief. Klein vraagtekentje toch: normaal is de uitgang op lange klinker + d die van de ablatief (meretod = merito = ‘verdiend, terecht’). Een ander archaïsch voorbeeld waar Schrijver dezes al eerder over heeft uitgeweid, op de cippus onder de Lapis niger, is iouuestod, waarin u uiteraard probleemloos iuste ‘terecht, correct’ herkent.

Fhefhaked wordt meestal geduid als een 3de persoon indicatief perfectum actief van facere ‘doen, maken’ = ‘heeft gemaakt’. Het zou dan gaan om een perfectumstam met reduplicatie, maar omdat de herhaling de moeder van de waarheid is en omdat herhaling de moeder van de waarheid is, komt Schrijver dezes daar dadelijk nog op terug.

Numasioi vraagt iets meer uitleg. Logischerwijs gaat het om het meewerkend voorwerp. Dat wordt ondersteund door de uitgang -oi met dezelfde i die we ook in het Grieks nog zien in dezelfde verbuiging (λόγῳ). In het Latijn duikt die i op in alle andere verbuigingen (rosaematrirei), maar niet in de zgn. o-declinatie waartoe Numasius zou horen.

De s tussen twee klinkers (intervocalische s) is hier uiteraard nog te vinden, maar zou later tot r worden (rotacisme), terwijl de a in deze positie op een bepaald moment tot e geworden is. ER lijkt dus eigenlijk geen vuiltje aan de lucht…

fibula (6)

Daarmee beschikt u over de feiten. Wat moeten we hier nu van denken?

De verdenking van valsheid berust op de verdachte vondstomstandigheden. Niemand weet, zoals boven al gezegd, waar deze speld precies is gevonden. Ook de lange tijd die tussen vondst en openbaarmaking ligt, is verdacht.

Dat zijn inderdaad twee verdachte feiten, maar daarom hoeven ze nog niet noodzakelijkerwijs tot de conclusie te leiden dat er van een vervalsing sprake is. Als de vondst gedaan is bij illegale opgravingen (en die waren er destijds bij de vleet), dan had de vinder alle reden om de juiste vindplaats geheim te houden.

Ook de lange tijd tot aan de publicatie kan zo goed worden verklaard. De Italiaanse etruscologe Margherita Guarducci (foto hierboven) heeft onder meer op deze gronden gesuggereerd dat er een Romeinse juwelier van verdacht allooi mee gemoeid zou zijn. De feiten zijn dus inderdaad verdacht, maar hoeven niet dwingend tot deze conclusie te leiden.

Overigens geldt de discussie over de authenticiteit alleen het opschrift. Over de speld zelf is iedereen unaniem het eens: die is echt 7de-eeuws v.Chr.

Als argumenten vóór authenticiteit zijn onder meer volgende vondsten naar voren gebracht:

– De transcriptie FH als f is pas na de vondst definitief bewezen: een vervalser zou dat niet hebben kunnen weten. Dit argument is minder sterk dan het lijkt, want als een vervalser zelf taalkundig onderlegd was en de discussie gevolgd had, zou hij de ‘gok’ hebben kunnen wagen.

– De naam Numasios is in Etruskische context door een later gevonden opschrift bewezen. Een vervalser zou dat niet hebben kunnen weten. Ook dat is minder sterk dan het lijkt, want er zijn heel wat namen en vormen te bedenken die later een Etruskische of andere parallel blijken te hebben. Bovendien ligt Palestrina niet in Etruskisch gebied al zouden de Etrusken er iets later (6de eeuw v.Chr.) wel de macht uitoefenen, net als in Rome dus. U merkt het: Schrijver dezes is in een rebelse stemming!

– Materiaalanalyse toont aan dat de sporen bij het opschrift op de speld het resultaat zijn van een ouder proces en niet te verklaren zijn, mocht het opschrift pas in de 19de eeuw ingegrift zijn. Kijk, daar weet Schrijver dezes niets op te zeggen, dus recalcitrant als hij is, gaan we meteen naar het volgende over en laten hem mokken.

– Er is een parallel gevonden voor de vorm fhefhaked. In de ogen van Schrijver dezes weegt dat nog niet op tegen de problemen die hij dadelijk uit de doeken zal doen.

Kortom, MEN is het er nu over eens dat het definitieve bewijs voor authenticiteit is geleverd, maar net zoals over het Rijk der Vrijheid geldt dat iets pas definitief is, als het definitief is. Over 10 jaar nog eens kijken dus…

fibula (1)

Nu naar fhefhaked. U raadt het nooit, maar ook dit is gebruikt als argument voor de vervalsingstheorie: deze vorm zou nl. met het Engelse faked overeenkomen…

Doch Schrijver dezes laat zich niet met dit soort spitsvondigheden in. In wezen is deze vorm gewoon problematisch. In het Latijn heeft een werkwoord een stam voor het praesens en een andere stam voor het perfectum (en steeds afgeleide tijden). Meestal is de laatste op een of andere manier van de eerste af te leiden.

Nu bestaan er verschillende ‘technieken’. De meeste min of meer regelmatige werkwoorden voegen -ui (waarin de u zowel als klinker u als als medeklinker v kan optreden): amauihorrui. Andere vormen de perfectumstam door toevoeging van een scontempsi. Ouder zijn twee andere ‘technieken’, nl. verandering van de klankkleur en/of de lengte van de klinker in de stam: agere > egi, en de reduplicatie.

Persoonlijk vindt Schrijver dezes het laatste verreweg het leukste:

tetigicecidicecinispopondipepuli enzovoort: steeds wordt de eerste medeklinker van de stam herhaald. Dat laatste is dus ook in fhefhaked gebeurd. Over de d aan het eind hoeft u zich geen zorgen te maken, die is later volgens bekende klankwetten overgegaan in ­t.

fibula (10)

Maar, zullen de doorgewinterde latinisten zeggen in een vlaag van herkenning nu hun ineens de oude lijsten van stamtijden toewaaien: het perfectum van facere is toch feci. Welnu, Schrijver dezes zegt u daarop: u hebt gelijk, volkomen gelijk! Feci met een lange e. Dus zonder de minste zweem van reduplicatie bij dit werkwoord. In feite is de klassieke perfectumstam van dit werkwoord gewoon niet met de vorm op de Fibula in verband te brengen.

Dus zitten we met een probleem.

Maar dat wordt er niet beter op als iemand probeert de inhoud te duiden. Het lijkt allemaal zo simpel. Manius heeft mij gemaakt voor Numasius (laten we even de oudere vorm gebruiken, anders zou Numasius zichzelf niet eens herkennen!). Maar wat wil dat zeggen?

– Manius kan de edelsmid zijn die op vraag van Numasius deze speld heeft gemaakt of eventueel gewoon voor Numasius, ook zonder vraag. Moeten we dit dan zien als een soort reclame? Veel parallellen hiervoor zijn er overigens niet.

– Manius heeft dit voor Numasius laten maken, door een verder anoniem gebleven edelsmid. Dat lijkt al aannemelijker. Alleen ontbreekt het hier ook aan echt veel parallellen. Bovendien: een man laat een speld maken voor een andere man? In deze tijd? Het kan natuurlijk. We kennen uit de Griekse wereld heel wat gevallen, maar in de Italische heeft de pederastie nooit succes gehad. Of gaat het om een ander soort geschenk? Met welke bedoeling dan? En vooral ook: waarom hebben we zo weinig parallellen gevonden?

– Derde hypothese. U weet dat als archeologen iets niet kunnen duiden, het altijd een heiligdom wordt. Dat geldt ook hier. Manius heeft deze speld niet zozeer voor een aardse Numasius gemaakt, maar voor een god Numasius (van wie overigens elk spoor verder ten enenmale ontbreekt, want de Etruskische parallel voor Numasius is een familienaam).

Taalkundig wordt dat ondersteund door een andere interpretatie van de vorm fhefhaked, nl. niet als een perfectum van facere, maar als een vorm die verwant is met een op Sicilië gevonden opschrift waarin de vorm dedaked staat. Deze zou dan van een wortel dhǎk < dhǝk afkomstig zijn, waardoor de vorm verwant is met het Griekse ἔθηκε. Kijk, daar hebt u niet van terug.

Schrijver dezes ook niet trouwens.

In feite zijn er diverse mogelijkheden:

De Siciliaanse vorm lijkt erg op die op de Fibula, maar op Sicilië spraken ze van alles in die tijd, Siculisch en Grieks en in ieder geval geen Latijn, zelfs geen Proto-Latijn. Een Siciliaanse variant is dus met uiterste voorzichtigheid te benaderen.

In deze theorie wordt de betekenis dan niet zozeer ‘Manius heeft mij voor Numasius gemaakt’, zoals iedereen altijd zegt, maar ‘Manius heeft mij aan Numasius gewijd’. Eerlijk gezegd klinkt een dergelijke betekenis of tenminste bedoeling heel wat waarschijnlijker dan een suggestie van een geschenk van de ene persoon aan de andere. Het materiaal is bijzonder kostbaar.

Maar natuurlijk weten we niet waar de speld gevonden is, in een graf of in een andere context. En nog minder weten we ( met excuses voor de herhaling, maar u bent in deze coronatijd toch onderhand wel gewend geraakt aan het feit dat steeds hetzelfde herhaald wordt en dat als het niet werkt, het nog maar eens herhaald wordt) wie of wat voor een godheid Numasius was.

Daarmee zijn we rond. Wat weten we nu eigenlijk? We hebben een gouden speld uit de 7de eeuw v.Chr. die mogelijk gevonden is in een graf in Palestrina en waarvan niet uitgesloten is dat het daarop aangebracht opschrift authentiek is. Dat zou daarmee het oudste Latijnse opschrift zijn, zij het wel van het Palestrijns Latijn, niet van het Romeinse.

Plaats van vervaardiging is uiteraard onbekend. De zin is volledig (dus niet fragmentarisch) bewaard, maar de juiste betekenis blijkt bij nadere beschouwing minder eenvoudig dan het lijkt. Wie de twee personen zijn, is in de nevelen der geschiedenis verdwenen. Waarom Manius de speld aan Numasius gaf/maakte/wijdde, ontsnapt ons volledig.

Kortom, het lijkt allemaal zo duidelijk en uiteindelijk is het allemaal zo vaag en ondoorgrondelijk. Het is om er moedeloos van te worden. Dit ook al. En Schrijver dezes zucht eens diep en staart moe(deloos) uit het raam.

* * * * *

Wie deze fibula eens in het echt wil zien: de speld wordt bewaard in het Museo Preistorico Etnografico Luigi Pigorini (Piazza Guglielmo Marconi 14) in Rome.

Rome gaat opnieuw mondmaskers verplichten in openlucht

28 november 2021

Rome en de regio Lazio werken aan een verordening waarbij het dragen van mondmaskers in drukke buitenzones weer algemeen verplicht wordt.

Die maatregel wordt vermoedelijk volgende week al ingevoerd. Zoals eerder gemeld verstrengt Italië vanaf 6 december ook het gebruik van het vaccinatiepaspoort.

Burgemeester Roberto Gualtieri en Nicola Zingaretti, de president van de regio Lazio, zeggen dat het systematisch oplopende aantal besmettingen hen dwingt om bepaalde maatregelen weer te verstrengen. De regio’s kunnen op eigen houtje strengere maatregelen afkondigen dan de nationale regering oplegt.

Wat al zeker op komst is, is dat het dragen van een mondmasker ook buitenshuis weer verplicht wordt. Rome maakt zich niet alleen zorgen over de drukte in het uitgaansleven, maar houdt ook rekening met de drukte in de winkelstraten die, met de eindejaarsperiode in het vooruitzicht, de komende weken alleen maar zal toenemen.

mondmaskers

Dit weekend werden ook al de eerste maatregelen genomen om de drukte in sommige delen van de stad te kanaliseren. Daarbij wordt het aantal passanten in de winkelstraten in de gaten gehouden en kunnen bepaalde winkelgebieden tijdelijk worden afgesloten.

Dankzij de massale deelname aan de vaccinatiecampagnes blijft in Rome en de regio Lazio het aantal ziekenhuisopnames voorlopig nog onder controle. In Rome en omgeving is 87,6 procent van de bevolking ouder dan 12 jaar gevaccineerd. In heel Italië bedraagt het gemiddelde vaccinatiecijfer 84 procent.

vaccinatie

In Lazio zijn er zijn momenteel 17.831 mensen positief getest voor Covid-19. 706 van hen liggen in het ziekenhuis en 91 vechten voor hun leven op de intensive care. De voorbije 24 uur werden acht overlijdens geregistreerd die toe te schrijven zijn aan het virus. Dagelijks komen er 200 tot 300 nieuwe positieve gevallen bij.

Intussen is de nieuwe virusvariant Omnicrom die recent in Zuid-Afrika werd ontdekt, ook opgedoken in Italië. De eerste patiënt is een inwoner van Caserta (Campanië) die in Milaan arriveerde met een vlucht uit Mozambique. De 55-jarige zakenman was twee keer gevaccineerd tegen Covid-19.

speranza_27112021

Minister van Volksgegezondheid Roberto Speranza heeft inmiddels de toegang tot Italië verboden voor iedereen die de afgelopen 14 dagen in Zuid-Afrika, Lesotho, Botswana, Zimbabwe, Mozambique, Namibië of Eswatini (Swaziland) is geweest.

Ook de vluchten vanuit die landen naar Italië zijn opgeschort. Nicola Zingaretti dringt aan op de onmiddellijke invoering van extra grenscontroles.

In het Spallanzani-ziekenhuis in Rome, gespecialiseerd in besmettelijke ziektes, is vrijdag een taskforce opgericht om de nieuwe variant te bestuderen,

zingaretti_27112021

Belgisch staatsbezoek aan Italië wordt uigesteld

28 november 2021

Het geplande Belgische staatsbezoek aan Italië dat van 1 tot 3 december zou plaatsvinden, wordt door de verslechterende gezondheidssituatie uitgesteld. Dat gebeurde in overleg met de Italiaanse autoriteiten.

De Belgische koning Filip zal op 1 december wel naar Rome reizen voor een ontmoeting met president Sergio Mattarella in Palazzo del Quirinale.

quirinale

De koning zal daarbij worden vergezeld door minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès en een beperkte delegatie.

Het mandaat van Mattarella eindigt in januari. Begin januari wordt een nieuwe president gekozen.

Groot Romeins legerfort geïdentificeerd in Velsen

28 november 2021

De Romeinen vonden Velsen – of Flevum in Latijn – militair-strategisch veel belangrijker dan tot nog toe werd gedacht. Dat meldt het provinciebestuur van Noord-Holland.

Bij archeologische opgravingen rond Velsen 2, de Romeinse basis die in 39 na Christus is gesticht op de plaats waar nu ongeveer de Velsertunnel ligt (provincie Noord-Holland, Nederland), zijn sporen gevonden van een castra, een groot Romeins legerkamp van vele hectaren groot.

Deze castra bouwden de Romeinen alleen tijdens de voornaamste campagnes en op strategisch essentiële plekken. Ze boden plaats aan delen van een of meer legioenen. Castra Flevum is hiermee het meest noordelijke Romeinse legerfort van dit type in continentaal Europa.

De vondst van dit Romeinse legerfort markeert een doorbraak. Tot nu toe is namelijk altijd aangenomen dat de Romeinen deze castra in Nederland alleen rond de Romeinse grens – de limes – bouwden.

Door de in de grond verborgen sporen van grachten, een wal en een toren of poort, was al bekend dat in Velsen kleinere forten – Castellum Flevum genaamd – werden gebouwd.

Uit het onderzoek dat in opdracht van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de provincie Noord-Holland werd uitgevoerd door Arjen Bosman, blijkt echter dat het fort bij Velsen 2 niet 1 of 2 hectare, maar minstens 11 hectare groot is.

noord-holland

In een castellum verbleef een paar honderd man; een castra herbergde duizenden soldaten. Het zou zelfs nog groter kunnen zijn aangezien alleen in het westen een begrenzing in de vorm van grachten is gevonden en in het oosten het Oer-IJ lag.

Een fort van 11 hectare is niet groot genoeg voor een compleet legioen van 5.000 tot 6.000 man. In Velsen 2 was waarschijnlijk wel een groot deel van een legioen gelegerd, stelt Bosman in zijn onderzoek.

Dit rechtvaardigt de benaming castra. De Romeinen bouwden dergelijke grote basissen alleen wanneer ze met meerdere legioenen tegelijk op campagne waren of op zeer belangrijke strategische locaties.

Velsen is bij verschillende campagnes gebruikt tussen 15 en 47 na Christus. Het lag op een unieke plek: aan het water van een belangrijke rivier, de meest noordelijke Rijntak, het Oer-IJ. Velsen lag vlakbij de monding en dicht naast de noord-zuid-landroute over de Oude Duinen.

Het werd bovendien gesitueerd bij het meest belangrijke heiligdom van de Friezen, opgegraven in Velserbroek. Met een vestiging in Velsen hadden de Romeinen niet alleen strategisch, maar ook politiek de regio in de greep, aldus Rob van Eerden, beleidsadviseur Archeologie bij de provincie Noord-Holland.

Al sinds de oorlogsjaren worden er archeologische waarnemingen en opgravingen gedaan die verband houden met de Romeinse forten die hebben gelegen op de plaats waar nu de Velsertunnel en de Wijkertunnel liggen, namelijk de sites Velsen 1 en Velsen 2.

oer-ij-landschap

Hierover zijn al diverse publicaties verschenen. Zopas verscheen onder redactie van stichting Oer-IJ het boek ‘2.000 jaar strijd in het Oer-IJ landschap’ over de conflicten en het wapengekletter in het driehoek Velsen, Alkmaar, Zaanstad.

Binnenkort verschijnt in de publicatiereeks van het archeologiemuseum Huis van Hilde in Noord-Holland de eindrapportage van het tweede fort: Velsen 2 waarin de ontdekking van Castra Flevum uitvoerig wordt behandeld.

De creatieve Romeinse politie

27 november 2021

Wat doet de politie in Rome als je voor een betoging of na een ongeval even een weg moet afsluiten om de veiligheid te verzekeren?

Creatieve Romeinse agenten hebben er alvast iets op gevonden om dat probleem snel op te lossen.

Je pakt gewoon een paar van de talloze rondslingerende e-steps en gebruikt die als steunpaaltjes voor het politielint.

politielint-esteps

Niet alleen in Rome, maar ook elders in Italië loopt het gebruik van de elektrische deelsteps volledig uit de hand. Dagelijks slingeren duizenden achtergelaten tweewielers rond op de meest onmogelijke plaatsen. Ze versperren toegangen tot metro- en bushaltes en hinderen voetgangers.

Daarnaast stijgt ook het aantal ongevallen met e-steps fors en worden dagelijks talrijke overtredingen vastgesteld. Italië heeft zopas een nieuwe wegcode ingevoerd om orde op zaken te stellen en de politie voldoende bevoegdheden te geven om op te treden.

esteps (2)

Italië introduceert nieuwe en veel strengere vaccinatiepas

26 november 2021

Het gebruik van de groene pas (Certificazione Verde) waarmee Italianen kunnen aantonen of ze gevaccineerd of recent getest zijn, wordt uitgebreid met een nieuwe superpas. Het gebruik van de bestaande coronapas wordt bovendien fors uitgebreid en verstrengd. Ook op het openbaar vervoer is binnenkort een coronapaspoort nodig.

De regering lanceert een nieuwe versie van de groene pas die bepaalde toegangsregels strenger maakt en vooral meer beperkingen oplegt voor wie niet is ingeënt tegen Covid-19. De nieuwe groene pas wordt ingevoerd op 6 december.

cerver3

Het nieuwe regeringsdecreet dat de introductie van de superpas mogelijk maakt, werd voorgesteld door premier Mario Draghi, minister van Volksgezondheid Roberto Speranza en minister van Regionale Zaken Mariastella Gelmini.

Draghi zei dat de situatie in Italië momenteel redelijk goed is en dat het land vandaag, onder meer dankzij de succesvolle vaccinatiecampagne, tot de beste van Europa behoort wat betreft het aantal nieuwe infecties.

In Italië is meer dan 84 procent van de bevolking ouder dan 12 jaar volledig gevaccineerd. In Lazio, de regio rond Rome, is dat 87,6 procent.

De regering blijft echter bevreesd voor nieuwe opstoten van het virus, een fenomeen waarmee momenteel zowat heel Europa te maken krijgt.

Er blijven maatregelen nodig om ‘de normaliteit te behouden’ en ‘het toerisme veilig te stellen’, aldus Draghi. Ook de regionale overheden willen tot elke prijs nieuwe totale lockdowns of sluitingen vermijden.

coronapaspoort covidscan (3)

Volgens het bestaande systeem is de groene pas of het vaccinatiepaspoort op dit moment nodig om toegang te krijgen tot een breed scala aan sociale, culturele en sportieve activiteiten in Italië, gaande van de toegang in restaurants tot langeafstandsreizen per trein. Ook op de werkvloer is de groene pas verplicht.

De nieuwe superpas die op 6 december in werking treedt, zal echter alleen worden uitgereikt aan degenen die zijn ingeënt tegen of hersteld zijn van Covid-19.

Dit betekent dat degenen die ervoor hebben gekozen zich niet te laten vaccineren, vanaf dan niet langer toegang zullen hebben tot bijvoorbeeld restaurants en bars, bioscopen en theaters of sportscholen en sportstadions.

De gewone groene pas, zoals die nu dus al bestaat, moet bovendien vanaf 6 december verplicht worden gebruikt in hotels, kleedkamers voor sportactiviteiten, het regionale spoorvervoer en het lokale openbaar vervoer.

cerver2

Het enige wat niet wijzigt is dat niet-gevaccineerde werknemers nog steeds toegang hebben tot hun werkplek, op voorwaarde dat ze zich elke 48 uur op eigen kosten laten testen en uiteraard telkens een negatief testbewijs kunnen voorleggen. Op de werkvloer wordt de groene pas gecontroleerd.

De regering kondigde bovendien aan dat het vaccin tegen Covid-19 vanaf 15 december verplicht wordt voor alle leerkrachten, politieagenten en militairen.

De medische hulpverleners, die zich al eerder verplicht moesten laten vaccineren op straffe van schorsing, loonverlies en uiteindelijk ontslag, zullen bovendien ook worden verplicht om hun derde ‘booster’-vaccin te aanvaarden als ze hun huidige status willen behouden.

Vanaf 1 december zal iedereen in Italië die ouder is dan 18 jaar zo’n derde vaccindosis kunnen boeken. De regering wil de vaccinatiecampagne bovendien uitbreiden naar kinderen van 5 tot 11 jaar.

Ze wacht hiervoor nog op de goedkeuring van het AIFA (Agenzia Italiana del Farmaco), het Italiaanse geneesmiddelenbureau. Die beslissing kan elk moment vallen.

cerver1

De nieuwe superpasregels zijn van toepassing voor niet-gevaccineerde personen in de witte zones, evenals in de gele zones met een laag tot matig risico en de oranje zones met een gemiddeld risico.

Als een regio echter overgaat in de rode zone met het hoogste risico, gelden de lockdown-beperkingen voor iedereen, of ze nu gevaccineerd zijn of niet.

Zodra een regio de status van gele zone (of hoger) krijgt wordt het dragen van een mondmasker op drukke plaatsen in openlucht verplicht.

Eerder al heeft de regering-Draghi protesten en betogingen van no-vaxers en tegenstanders van de groene pas verboden in stadscentra.

https://www.dgc.gov.it/web/

https://www.salute.gov.it/portale/home.html

Galleria Borghese vernieuwt toegangsregels

25 november 2021

Al lang vóór er sprake was van coronavirussen en lockdows moest je voor een bezoek aan de Galleria Borghese steeds een tijdsblok reserveren.

Je kon riskeren om dat ter plaatse aan de kassa te doen, maar dan was de kans behoorlijk groot dat alle beschikbare tickets reeds verkocht waren.

Na een maandenlange periode van studie en onderzoek waarbij onder meer het gedrag van de bezoekers werd nagegaan, heeft het museum nu de toegangsmethode aangepast.

De nieuwe manier van werken moet zorgen voor een aanzienlijke vermindering van de wachtrijen bij de kassa en aan de ingang van het museum. Ook zullen de bezoekers aan de boekhandel en de gebruikers van de garderobe beter worden gespreid.

Aan de basis wijzigt niet zoveel. De reservatieverplichting waarbij je zelf de datum en de gewenste bezoekuren moet kiezen blijft, maar het aantal beschikbare tickets per tijdsblok verhoogt met 20 procent. De toegangsfrequentie gaat ook omhoog: in het nieuwe systeem krijgen bezoekers om het uur toegang in plaats van om de twee uur.

galleria_borghese (11)

Die aanpassingen gebeurden niet zomaar. De Galleria Borghese voerde eerder dit jaar samen met het Instituut voor Toegepaste Wiskunde een experiment uit om na te gaan of deze verhoging van het aantal bezoekers wel haalbaar was.

Gedurende enkele maanden kregen groepen bezoekers een bluetooth-zendertje mee tijdens hun tocht doorheen het museum. In alle kamers van de beide verdiepingen waren bluetooth-ontvangers opgesteld, waarmee de bewegingen en het gedrag van de bezoekers nauwgezet in kaart kon worden gebracht.

Zo kon worden nagegaan hoe lang gemiddeld werd stilgestaan bij bepaalde kunstwerken, hoeveel tijd in bepaalde kamers werd doorgebracht, werden de meest populaire routes die de bezoekers gebruikten gereconstrueerd, enz.

Met de verzamelde datagegevens werden simulaties uitgevoerd. Een algoritme berekende aan de hand van alle parameters het maximum aantal dagelijkse bezoekers op een manier dat buitensporige drukte in de kamers wordt vermeden.

Het systeem werd de voorbije maanden op punt gesteld en wordt nu in de praktijk gebracht.

De nieuwe methode vermijdt ook thermohygrometrische schommelingen als gevolg van het openen en sluiten van de deuren.

Hoe klein ook, de microklimatologische omstandigheden van de museumzalen die permanent worden gecontroleerd, raken verstoord telkens wanneer er een deur wordt geopend.

Hoe minder dat gebeurt, des te beter voor de honderden kostbare eeuwenoude schilderijen in de Galleria Borghese.

galleria_borghese (8)

De nieuwe toegangsmethode moet niet alleen de wachtrijen verminderen, ze draagt ook bij tot de strijd tegen het moeilijk uit te roeien fenomeen van de doorverkoop van tickets door derden.

Malafide figuren kopen vaak tickets op om die tegen aanzienlijk hogere prijzen aan te bieden aan onwetende toeristen die geen reservatie op zak hebben. Laat je nooit vangen aan deze zogenaamde ‘skip-the-line’-praktijken, maar boek of reserveer zelf altijd je ticket bij het museum in kwestie.

Deze oplichters kom je ook vaak tegen in de buurt van het Colosseum en andere toeristische trekpleisters zoals de Vaticaanse Musea. Nu in deze coronatijden een bezoek op heel veel plaatsen vooraf moet gereserveerd worden, is de kwalijke praktijk nog uitgebreid.

Kardinaal Scipione Borghese (1577-1633) was een behoorlijk fanatieke kunstverzamelaar en een beschermer van de kunsten in het algemeen. Als lid van de familie Borghese was hij onder meer de beschermheer van de schilder Caravaggio en de kunstenaar Bernini.

Scipione Borghese (foto hieronder) gebruikte de immense rijkdom die hij als kardinaal verwierf om één van de grootste en meest indrukwekkende kunstcollecties van Europa samen te stellen.

galleria_borghese (3)

Hij kocht systematisch en op grote schaal werken van de meest vooraanstaande schilders en beeldhouwers van zijn tijd. Scipione werd daarbij gewillig geholpen door zijn zijn oom paus Paulus V (Camillo Borghese) die zijn relaties en invloed gebruikte om voor zijn neef kunstwerken te verwerven die hem interesseerden, maar schijnbaar onbereikbaar waren.

Scipione ontwikkelde op de Pincio-heuvel in Rome een groot landgoed met tuinen en wijngaarden (het park dat we vandaag kennen als Villa Borghese, maar dat er toen heel anders uitzag) en bouwde een palazzo om zijn enorme collectie in onder te brengen. Dat is de huidige Galleria Borghese.

galleria_borghese (1)

Omdat het gebouw na verloop van tijd te klein werd, zou hij later ook nog de Villa Mondragone in het zuiden van Rome (toen nog gelegen op het grondgebied van Frascati, vandaag hoort het gebouw bij de gemeente Monte Porzio Catone) gebruiken om zijn alsmaar groeiende verzameling te kunnen onderbrengen.

Na de renovatie van Villa Borghese in 1775 (het palazzo was sinds de zeventiende eeuw altijd een semi-openbaar museum geweest), groeide die plek dankzij de fantastische sculpturen en kunstwerken van de Borghese-collectie uit tot de huidige Galleria Borghese, één van de spectaculairste kunstmusea ter wereld.

borghreni(9)

Het gebouw zelf, met de enorme barokke plafonddecors, draagt alleen maar bij tot de monumentale nalatenschap van Scipione Borghese.

Hoewel latere generaties een aantal kunstwerken van de kardinaal wereldwijd hebben verspreid, zowel via verkoop als door diplomatieke schenkingen, vormt de verzameling van Scipione Borghese vandaag nog altijd de grote kern van het museum. Een bezoek aan de Galleria Borghese duurt twee uur.

Reserveren: https://galleriaborghese.beniculturali.it/
Telefonisch via 06 32810 van maandag tot en met vrijdag van 9.30 tot 18.30 uur.

Wie is wie in de klassieke oudheid

24 november 2021

De Olympische Spelen, de democratie en de eed van Hippocrates, zomaar drie hedendaagse zaken die hun oorsprong in de klassieke wereld vinden. Op vele gebieden van wetenschap, architectuur, staatsinrichting en geschiedschrijving zijn we tot vandaag op bepaalde aspecten nog steeds schatplichtig aan de ontwikkelingen, ideeën en uitvindingen die in de oudheid zijn gedaan.

Bedacht voor en door mensen. In dit boek worden vrijwel alle belangrijke personen uit de klassieke wereld voor het voetlicht gebracht. Je krijgt er heldere en beknopte informatie over de figuren die de oudheid mee vorm gaven. Een overzicht van Accius tot Zeus.

Wie wilde ook alweer de Rubicon oversteken om een memorabele daad te stellen? Wie was de godin van het haardvuur? Door wie werd Alexander de Grote opgevoed? Wie was Anaxagoras? Welke zeven tragedies van Aeschylus zijn bewaard gebleven?

wieiswie

In dit handige naslagwerk vind je een overzicht van Accius, de belangrijkste Romeinse tragediedichter, tot Isis, de Egyptische godin van de vruchtbaarheid, en van Octavianus, de eerste Romeinse keizer die we kennen onder de naam Augustus, tot de Griekse oppergod Zeus.

‘Wie is wie in de klassieke oudheid’ geeft een alfabetisch overzicht en is daarom ideaal voor professionals die snel iets offline willen opzoeken, maar zeker ook voor studenten, scholieren en iedereen die geïnteresseerd is in de klassieke wereld. En ook wie een quiz wil samenstellen over de oudheid vindt in dit boek een oneindige bron van inspiratie.

‘Wie is wie in de klassieke oudheid’ maakt deel uit van de serie Wie is wie, handige naslagwerken waarin je alfabetisch snel iets kan opzoeken.

Wie is wie in de oudheid?
Diverse auteurs
Taal: Nederlands
Afmetingen: 21,6 x 14 x 2,2 cm
Aantal pagina’s: 224
Geen illustraties
Gewicht: 338 g
Eerste druk: september 2021
Uitgever: Omniboek
EAN 9789401918121
Verkrijgbaar in de boekwinkel
Prijs: 20 euro

Reconstructie van de Basilica Ulpia in Rome begonnen

23 november 2021

In Rome zijn de voorbereidende werkzaamheden begonnen om de Basilica Ulpia op het Forum van Trajanus gedeeltelijk te reconstrueren. Enkele ontbrekende gedeeltes worden met moderne technieken gereconstrueerd.

De kostprijs van het project wordt geraamd op 1,5 miljoen euro en de rekening zal worden betaald door de in Oezbekistan geboren Russische zakenman Alisher Usmanov. Hieronder zie je een simulatiebeeld van hoe de basilica er in de toekomst zal uitzien.

Forum Trajanus Basilica Ulpia (3)

Het project werd zeven jaar geleden reeds aangekondigd door de toenmalige burgemeester Ignazio Marino, die destijds ook een campagne opstartte om bij miljonairs en bedrijven fondsen te werven voor grote restauratieprojecten in Rome.

Voor de gedeeltelijke reconstructie van de Basilica Ulpia zal gebruik worden gemaakt van anastylosis, een archeologische term voor een reconstructietechniek waarbij een verwoest gebouw of monument zoveel mogelijk wordt hersteld met gebruikmaking van de originele architectonische elementen.

Bezoekers moeten na de gedeeltelijke reconstructie een beter beeld krijgen van de enorme ruimte die het gebouw destijds innam. Er zal ook een gereconstrueerde architraaf worden geplaatst op de kolommen die al decennia geleden weer werden opgericht. De constructie zal ongeveer 23 m hoog worden.

De werkzaamheden worden uitgevoerd door een aantal bedrijven onder leiding van de Romeinse aannemer Società Appalti Costruzioni (SAC) die de jongste jaren in Rome talrijke grote projecten realiseerde.

Forum Trajanus Basilica Ulpia (17)

Het Forum van Trajanus bestond van west (kant Piazza Venezia) naar oost uit de tempel van Trajanus, twee bibliotheken met daartussen de zuil van Trajanus, de Basilica Ulpia en Piazza del Foro, dat afgesloten was met de boog van Trajanus.

Als we vandaag vanaf de Via dei Fori Imperiali of, nog beter, vanaf de Via Alessandrina, in de richting van de zuil van Trajanus kijken, zien we twee rijen van twaalf heropgerichte zuilen die behoorden tot de voormelde Basilica Ulpia.

Oorspronkelijk waren er vier rijen van telkens 22 zuilen. Je ziet vandaag dus slechts de helft van de oorspronkelijke breedte van de basilica.

De snelle ontwikkeling van Rome had tot gevolg dat op het einde van de eerste eeuw na Chr. het bestuurlijke, politieke, administratieve en juridische centrum van Rome alweer te klein was geworden.

Toen bouwde Trajanus van 106 tot 113 na Chr. zijn forum, een immens complex dat door hem werd ingehuldigd op 1 januari 112, de zuil volgde op 13 mei 113. De Basilica Ulpia werd op dezelfde dag als het forum ingewijd. Het volledige complex zou echter pas in 143 voltooid raken.

Forum Trajanus Basilica Ulpia (7)

Het was het laatste grote forum dat in Rome gebouwd werd. Het werd ontworpen door de beroemde architect Apollodorus van Damascus die ook de thermen van Trajanus bouwde op het terrein van Nero’s Domus Aurea, en de brug over de Donau construeerde. Die zou Trajanus in staat stellen om de Daciërs te verslaan.

Het plein was aan drie zijden omgeven door colonnades. Hier hing een grote fries, waarop de Dacische oorlog stond uitgebeeld. Aan de achterzijde van de basilica bevonden zich een Griekse en een Latijnse bibliotheek.

Daartussen stond de Zuil van Trajanus die vanaf de eerste verdieping van de basilica kon bezichtigd worden. Een vijfde en laatste deel van het Forum, de voormelde Tempel van Trajanus, werd na de dood van de keizer door zijn opvolger Hadrianus toegevoegd.

Forum Trajanus Basilica Ulpia

Ten noorden van het plein bevond zich een enorm administratief-commercieel complex, gekend als de Markten van Trajanus. Dit administratieve complex annex winkelcentrum uit de oudheid werd gelijktijdig met het forum gebouwd, maar hoort daar eigenlijk niet bij.

De ingang van het forum lag aan de verdwenen lichtgebogen oostzijde (kant van het Colosseum), de lange noord- en de zuidzijde hadden elk een exedra, waarvan er nog één zichtbaar is en evenwijdig loopt met de halfronde gevel van de Markten van Trajanus.

Forum Trajanus Basilica Ulpia2

Van dat alles is slechts weinig behouden gebleven, alleen de beroemde zuil van Trajanus is nog steeds prominent aanwezig en ook het marktencomplex zelf is nog behoorlijk bewaard.

De bouw van het Forum van Trajanus werd bekostigd met de buit van de oorlog tegen Dacië, maar de Basilica Ulpia werd door Trajanus uit eigen zak betaald. Ze werd genoemd naar Trajanus’ gens of familieclan Ulpius.

De grote Basilica Ulpia werd onder meer gebruikt voor rechtszittingen en het afkondigen van wetten. Ook vond in een deel van het gebouw het vrijlatingsritueel van slaven plaats en werd er handel gedreven.

Doordat de Basilica Ulpia werd afgebeeld op verschillende Romeinse munten is bekend hoe het gebouw er ongeveer heeft uitgezien. Het was een vijfschepig complex, met aan beide lange zijden een grote apsis. Het gebouw was 176 m lang en 59 m breed. Daarmee was dit destijds de grootste basilica van Rome.

Forum Trajanus Basilica Ulpia (15)

Ter vergelijking: de oppervlakte van de basilica overtrof deze van de Sint-Paulus-buiten-de-Muren die met zijn 120 m op 60 m een stuk kleiner is. Toch blijft het moeilijk om zich vandaag een idee te vormen van de grootsheid van het gebouw.

De centrale ingang lag aan het grote plein en was gebouwd in de vorm van een triomfboog met drie doorgangen. Boven op deze grote centrale doorgang stond een beeldengroep van de keizer in een vierspan, begeleid door twee soldaten of beelden van Victoria.

Op de beide kleinere doorgangen aan weerszijden stond een tweespan geflankeerd door oorlogstrofeeën. De portiek aan de voorzijde had een plat dak waarop beelden van Dacische krijgers stonden.

Het middenschip was twee verdiepingen hoog en voorzien van een galerij die via trappenhuizen bereikt kon worden. Hier hing een groot marmeren fries, waarop gevleugelde overwinningsgodinnen stonden afgebeeld. De vloer was gedecoreerd met een mozaïek van paars- en groengeaderd en geel marmer.

De zuilen van het middenschip waren op de begane grond gemaakt van grijs Egyptisch graniet, op de eerste verdieping van groengeaderd Karystisch marmer. De kleinere zuilen van de zijbeuken waren van Cipollino marmer gemaakt. Alle zuilen waren Korinthisch.

Forum Trajanus Basilica Ulpia (11)

Het middenschip was vermoedelijk van de vloer tot het plafond ongeveer 25 m hoog. Inclusief het dak wordt de totale hoogte van het gebouw geschat op bijna 30 m. Het dak was voorzien van vergulde bronzen dakpannen. De achterzijde van de basilica bestond uit een muur van tufstenen blokken, die het gebouw, dat verder alleen op zuilen steunde, de nodige stevigheid gaven.

De Basilica Ulpia lag een meter hoger dan Piazza del Foro, de aflijning is nog duidelijk te zien. Drie treden van geel marmer voerden naar de ingang, ook daarvan zien we nog enkele stenen.

Het inwendige van de basilica werd door vier zuilenrijen met een totaal van 96 zuilen in vijf schepen verdeeld. De inplanting van de zuilen is nog goed zichtbaar. Boven de zuilen bevond zich nog een verdieping met kleinere zuilen.

De hele vloer was geplaveid met lunamarmer, terwijl het dak uit bronzen platen bestond. In het midden van de vroegere basilica is de oorspronkelijke betegeling nog deels aanwezig. Basreliëfs versierden de hoge kroonlijst boven de fries.

Forum Trajanus Basilica Ulpia1

De basilica had aan beide zijden een halfronde uitbouw of exedra, de noordelijke die zich op de plaats van het huidige restaurant Ulpia bevond, heette ‘atrium libertatis’, de hal van de vrijheid. Hier vond de ceremonie plaats van de vrijlating van slaven.

In deze muur waren vier doorgangen naar het plein achter de basilica waar de Griekse en Romeinse bibliotheek en de zuil van Trajanus stonden. Grote ramen aan de bovenzijde zorgden voor voldoende licht in het gebouw.

In de middeleeuwen werd de Basilica Ulpia, net als het Forum van Trajanus, bijna helemaal afgebroken om de kostbare bouwmaterialen elders te hergebruiken. Een aantal zuilen van het middenschip zijn later opgegraven en op hun oorspronkelijke plaats gereconstrueerd. Het zijn die kolommen die we vandaag zien.

Verspreid op het terrein liggen nog een aantal andere fragmenten van het gebouw. Op deze plek werden ook twee gedeeltelijke standbeelden van Trajanus als generaal en magistraat teruggevonden. Deze worden tentoongesteld in het nabijgelegen Mercati di Traiano Museo dei Fori Imperiali.

Forum Trajanus Basilica Ulpia (6)

Voor de aanleg van het volledige forum moest een complete heuvelrug tussen de Quirinalis en de Capitolinus afgegraven worden. Archeologen hebben lang gezocht naar de plaats waar deze enorme massa grond naartoe gevoerd werd, maar tevergeefs. Men veronderstelt dat er een moeras in de nabijheid van Rome mee drooggelegd werd.

De zuil van Trajanus geeft door zijn hoogte van honderd Romeinse voet, bijna 30 m, precies de hoogte aan van de afgegraven heuvel. Let even op de bomen links van de Torre delle Milizie achter de Markten van Trajanus en vergelijk het hoogteverschil.