Rome zet duizend politie-agenten in voor controles op naleving coronamaatregelen

Rome zet vanaf vandaag een team van duizend mensen in, waaronder agenten van de stadspolitie, de carabinieri en de Guardia di Finanza) om te controleren of de bevolking de nieuwste coronamaatregelen naleeft.

Er wordt onder meer nagegaan of gebruikers van het openbaar vervoer een superpas op zak hebben en of ze een FFP2-mondmasker dragen.

Zoals eerder gemeld moeten in Italië voortaan FFP2-maskers worden gedragen in onder meer bussen, metro’s, trams, treinen en schepen, in bioscopen, theaters en stadions, zowel binnen als buiten. De gewone chirurgische mondmaskers volstaan niet meer.

Ook is een volledige vaccinatie nodig. Die kan je aantonen door een zogenaamde superpas op zak te hebben. Een negatief testbewijs voor Covid-19 is niet meer voldoende. Ook voor de horeca gelden strengere maatregelen.

Om een prijzenslag te vermijden, heeft de overheid nu ook een vaste verkoopprijs voor FFP2-maskers ingesteld. Dergelijke mondmaskers mogen in Italië maximaal 75 eurocent kosten.

FFP2-maskers zijn aanzienlijk duurder dan de chirurgische maskers die in Italië een vaste prijs hebben van 50 cent.

Bij apothekers en in de handel worden gemiddelde prijzen tussen de 80 cent en 2,5 euro per FFP2-mondmasker genoteerd. Die prijs wordt nu dus gebetonneerd op 0,75 euro per stuk.

Tentoonstelling over het leven en werk van archeoloog Giacomo Boni

In Rome opende half december de grote tentoonstelling Giacomo Boni. L’alba della modernità, die volledig gewijd is aan de beroemde archeoloog.

De expo wordt georganiseerd door het Parco archeologico del Colosseo en situeert zich op de plaatsen waar de archeoloog en architect Giacomo Boni (1859-1925) in Rome baanbrekend werk heeft verricht: het Forum Romanum en de Palatijn.

Boni werd in de Farnese-tuinen op de Palatijnse heuvel begraven. Een groter eerbetoon is nauwelijks denkbaar, al moet dat ook worden gezien in de tijdsgeest van toen.

Een belangrijk deel van de tentoonstelling speelt zich af in het complex van de Santa Maria Nova, waar de nadruk vooral ligt op de archeologische activiteiten van Boni. In de tempel van Romulus gaat de aandacht naar het dagelijkse leven van de archeoloog.

Bijzondere aandacht is er voor de Santa Maria Antiqua met de Byzantijnse fresco’s en de achterliggende Rampa imperiale di Domiziano, de helling die de toegangsweg vormde naar de residentie van de keizer en die beiden door Giacomo Boni werden ontdekt.

We maken ook kennis met de mens Boni en de visie van deze man die zijn archeologische carrière begon als autodidact.

Boni studeerde architectuur aan de Accademia di Belle Arti in zijn geboortestad. Zijn praktische opleiding als tekenaar kreeg hij op de bouwplaatsen in Venetië.

Door zijn werk als architect was hij betrokken bij de restauratie van het Dogenpaleis in Venetië, waar hij zich al snel liet opmerken door zijn technische kennis en vaardigheden.

In 1888 trok Giacomo Boni naar Rome, waar hij in 1898 door minister Guido Baccelli tot directeur Opgravingen in het Forum Romanum werd benoemd. Boni zou vanaf dan tot aan zijn dood al zijn tijd wijden aan de archeologische site.

De expo maakt duidelijk hoe Boni de stap zette van zijn beroep als architect naar archeoloog en hoe hij daarbij uitpakte met voor die tijd innovatieve opgravingsmethodes.

Dankzij het werk van Boni kwam op het Forum Romanum geleidelijk aan een pre-republikeins en middeleeuws Rome aan het licht, waarvan men tot dan het bestaan niet had vermoed.

Giacomo Boni was ook een voorloper in de manier waarop hij zijn vondsten documenteerde. Hij liet ook een enorme hoeveelheid opgravingsnota’s na.

Boni was de eerste die het belang inzag om een archeologische site ook vanuit de lucht te bekijken. Daarvoor liet hij foto’s maken vanuit een luchtballon die boven het Forum Romanum zweefde.

Zijn opgravingen leidden tot veel belangrijke ontdekkingen, waaronder de necropolis uit de ijzertijd nabij de tempel van Antoninus en Faustina, de Lapis Niger, de Regia, de Horrea Agrippiana , het heiligdom van Vesta en heel wat andere monumenten.

Vanaf 1907 werkte Boni ook op de helling van de Palatijn waar hij onder meer een complex van tunnels blootlegde die uiteindelijk de weg toonden naar de Casa dei Grifi. Hij ontdekte er ook de Aula Isiaca onder de Domus Flavia. De opgravingen werden onderbroken door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en werden hervat in 1916.

Boni ontwikkelde een sterke interesse in de oude Romeinse religie en wilde dat deze nieuw leven werd ingeblazen en dat sommige van de rituelen uit de oudheid hersteld en overgenomen zouden worden door de Italiaanse staat.

Toen de Nationale Fascistische Partij aan de macht kwam, zag hij dit als een kans om zijn droom te verwezenlijken. Hij beschouwde het fascisme als verbonden met het oude Rome en was het eens met de bewering van Benito Mussolini dat het fascisme een soort voortzetting was van het Romeinse rijk.

Mussolini, die zelf ook voortdurend dweepte met de Romeinse oudheid en er eveneens van droomde om de glorie van het oude Rome weer in ere te herstellen, zag in Boni een ideale kandidaat om die plannen mee te verwezenlijken en steunde Boni op alle fronten, ook financieel. Mussolini benoemde Boni zelfs tot senator.

Boni’s rol in het fascisme zou echter niet lang duren, want hij stierf in 1925 en leefde dus slechts enkele jaren in de fascistische staat. De archeoloog werd begraven in de Orti Farnesiani op de Palatijnse heuvel tijdens een buitengewone plechtigheid die werd georganiseerd door het regime.

Giacomo Boni. L’alba della modernità

Locatie: Forum Romanum en de Palatijn

Tot 30 april 2022

Tickets