De Stichting Périer-D’Ieteren en de Academia Belgica kondigen een nieuwe jaarlijkse onderzoeksbeurs aan met als onderwerp de studie van één of meer kunstenaars van de Zuidelijke Nederlanden in de Moderne Tijden (16de – 18de eeuw) waarvan de productie beïnvloed werd door Italië.
De srudiebeurs geldt voor eender welke discipline (tekening, miniatuurkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst, wandtapijten, architectuur). Ook een vergelijkende studie van de activiteiten betreffende restauratie en conservatie in deze twee landen behoort tot het onderzoeksdomein.
Tijdens zijn of haar onderzoek zal de beursstudent kunnen verblijven in de Academia Belgica in Rome voor een duur van twee maanden en een maandelijkse beurs ontvangen met daarbovenop een forfait voor de reiskosten.
De beursstudent verbindt zich ertoe om de resultaten van zijn of haar onderzoek voor te stellen tijdens een conferentie-debat dat wordt georganiseerd door de Stichting Périer-D’Ieteren in het jaar dat volgt op het verblijf in Rome.
De kunstgeschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden wordt gekenmerkt door intense uitwisselingen met Italië.
Vanaf het begin van de zestiende eeuw oefent Rome een grote aantrekkingskracht uit op de kunstenaars van het Noorden die naar Italië reisden om daarna terug te keren naar hun land om er de lokale traditie te verrijken.
Alhoewel sommige reizen gekend zijn, blijven vele nog onbekend terrein en zijn zij nooit het onderwerp geweest van een diepgaand onderzoek.
Overigens waren Italië en België pioniers in het uitwerken van de theoretische grondslagen van de conservatie en de restauratie van het artistieke erfgoed die ontwikkeld werden vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw.
Tot vandaag spelen zij een belangrijke rol bij de reflectie over de restauratiemethodes van oude werken.