De voorbije maanden brachten we in een reeks afleveringen een uitgebreid bezoek aan de Santa Maria in Trastevere en de directe omgeving. Een tijdje geleden kwam ook de naburige San Callisto aan bod.
Vandaag bezoeken we het plein dat zijn naam ontleent aan deze kerk. Volgens de overlevering stierf Callixtus op of vlakbij het huidige Piazza di San Calisto in het jaar 222 de marteldood.
Recht tegenover de San Calisto kerk zien we over de straat de Boog van San Calisto (Arco di San Calisto), die twee naast elkaar liggende gebouwen (Palazzo Farinacci en Palazzo Cavalieri Orsoli) verbindt en de ingang vormt tot de Via dell’Arco di San Calisto, in vroegere tijden vooral bekend vanwege de Osteria della Vedovella, die naar verluidt gerund werd door één van de mooiste vrouwen van Rome.
Ook bevindt zich in deze steeg, op nummer 43, het gebouw dat bekend staat als het kleinste huis van Rome (foto boven en onder). Het heeft twee verdiepingen en op de voorgevel is er een zeventiende-eeuwse Madonna te zien. Het huis is zo klein dat de trap naar de tweede verdieping aan de buitenkant gebouwd is.
Schuin rechts tegenover de San Callisto (op de hoek met de Via della Cisterna) bevindt zich het Palazzo Dal Pozzo (nu restaurant Nannarella, op nummer 7), dat in de eerste helft van de zeventiende eeuw gebouwd werd voor de mecenas Cassiano Dal Pozzo (1588-1657), lid van de Accademia dei Lincei en beschermheer van onder andere de Franse schilder Nicolas Poussin.
In 1749 werd het palazzo eigendom van de ‘Conservatorio della Beata Vergine Maria’, een opvanghuis “voor maagdelijke en eerlijke meisjes die God wilden dienen en wilden ontsnappen aan de wreedheid van hun ouders of echtgenoten, of die op andere wijze voor hun leven vreesden”.
In 1802 moest het Conservatorio wegens geldgebrek dicht en werden de (weinige) maagdelijke meisjes terug naar hun “wrede ouders en echtgenoten” gestuurd.
De derde verdieping van het gebouw is pas een eeuw later gebouwd. Het wapen van de Dal Pozzo’s (een put met aan weerszijden een gevleugelde slang) is boven de ingang van het palazzo te zien.
Tussen het Palazzo Dal Pozzo en de Boog van San Calisto zien we het zestiende-eeuwse Palazzo Farinacci, tegenwoordig de populaire Bar S. Calisto, een eenvoudige eetgelegenheid en volkscafé, gekend als één van de goedkoopste bars in Rome.
Hier woonde destijds de befaamde jurist Prospero Farinacci (1554-1618), die in 1585 groot succes behaalde door de zoon van kardinaal Marco Sittico Altemps, Roberto Altemps, te verdedigen, die een vrouw had ontvoerd.
Hij slaagde erin Roberto vrij te pleiten, wat hem grote eer en bekendheid bezorgde. Helaas had hij in 1599 minder succes bij zijn verdediging van Beatrice Cenci, die ondanks zijn pleidooien toch ter dood werd veroordeeld voor de moord op haar vader.
Farinacci bekleedde talrijke belangrijke posten in de Pauselijke Staat onder Clemens VIII (Ippolito Aldobrandini, pontificaat 1592-1605) en Paulus V (Camillo Borghese, pontificaat 1605-1621). Als rechter trad hij uitzonderlijk streng op tegen personen die werden verdacht van homoseksualiteit.
Desondanks werd hij er in 1595 zelf van beschuldigd herhaaldelijk homoseksuele relaties te hebben onderhouden, onder meer met de zestienjarige Bernardino Rocchi, nota bene een bediende van kardinaal Marco Altemps.
Hij werd gepardonneerd voor deze misdrijven door paus Clemens VIII, die een beroemde woordspeling maakte op de naam van Farinacci (die zinspeelde op “meel” = “farina” in het Italiaans) door te beweren: “De meel is goed, maar het is de zak die slecht is” (“La farina è buona, ma il sacco che la contiene è cattivo”.
Met dank aan
JOHAN VANHECKE
voor deze bijdrage
en de illustraties