Marcus Antonius, Cleopatra en Octavianus in de Slag bij Actium
In zijn nieuwe boek vertelt hoogleraar geschiedenis Barry Strauss op meeslepende wijze het verhaal van de Slag bij Actium, die resulteerde in de geboorte van het Romeinse keizerrijk.
Na de moord op Julius Caesar in 44 v. Chr. komt de macht in Rome in handen van twee mannen: Caesars trouwe vriend Marcus Antonius en Caesars adoptiefzoon Octavianus, de latere keizer Augustus.
Als Marcus Antonius verliefd wordt op de Egyptische Cleopatra, de machtigste vrouw ter wereld, dwarsboomt hij daarmee Octavianus’ ambitie om het Rijk te regeren. Er breekt opnieuw een burgeroorlog uit.
In 31 v. Chr. vindt een van de grootste zeeslagen uit de oude geschiedenis plaats, waarbij meer dan 600 schepen, bijna 200.000 mannen en één vrouw betrokken zijn: de Slag bij Actium.
Octavianus, de latere keizer Augustus, verslaat, met behulp van zijn beste vriend en rechterhand Marcus Vipsanius Agrippa, Marcus Antonius en Cleopatra, die niet lang daarna zelfmoord plegen.
Dankzij Octavianus’ overwinning komt het zwaartepunt van het Romeinse Rijk niet in het Oosten, maar in het Westen te liggen. Het is de oorlog van waaruit het Romeinse Rijk, dat zo bepalend is geweest voor de geschiedenis van Europa, wordt geboren.
De Slag bij Actium was het gevolg van gebeurtenissen die decennia teruggingen. Maar de botsing kwam vooral voort uit een oorlog die in 49 v. Chr. begon toen Julius Caesar de rivier de Rubicon overstak en Italië binnentrok.
Door samen met zijn legionairs de kleine rivier over te steken die de grens vormde tussen de militaire zone van Gallië en de burgerlijke zone van Italië, ontketende Caesar een burgeroorlog die vier jaar duurde. Hij versloeg in die periode al zijn vijanden en werd uiteindelijk uitgeroepen tot Romes eerste dictator voor het leven.
Dat riep zoveel vijandigheid op bij de oude elite dat een groep senatoren hem op 15 maart 44 v. Chr. tijdens een vergadering van de senaat in Rome doodstak: de beruchte iden van maart.
De moordenaars dachten dat ze de republiek herstelden. In plaats daarvan riepen ze ongewild een coalitie in het leven die Caesars verdeelde volgelingen uiteindelijk verenigde.
Die volgelingen hadden weliswaar meer dan een jaar nodig om tot elkaar te komen, wat slechts gebeurde na een periode van gewapend conflict die het verbond een erfenis van wantrouwen meegaf.
In april 44 kruisten hun paden elkaar echter kortstondig. Het was de maand na de moord op Caesar, het seizoen van regenbuien en bloesems, maar overschaduwd door de dood.
In april 44 bevonden alle hoofdrolspelers voor de komende vijftien jaar zich in en rond de stad Rome. Zij waren niet alleen de protagonisten van de geschiedenis van Rome, maar van heel het mediterrane gebied.
Marcus Antonius was een van de twee consuls, Romes hoogste magistraten; de andere consul was een man van minder gezag. Cleopatra was koningin van Egypte, heerseres over het rijkste onafhankelijke koninkrijk dat nog binnen de Romeinse invloedssfeer bestond.
Octavianus was kort daarvoor dankzij postume adoptie Caesars zoon geworden en erfgenaam van het grootste deel van het reusachtige fortuin van de dictator. Zijn oudere zus, Octavia, was op dat moment getrouwd met een belangrijke Romeinse politicus en ex-consul, maar dat zou in de nabije toekomst veranderen.
Ten slotte was er Agrippa, de jeugdvriend en vertrouwde metgezel van Octavianus, die later zijn onmisbare admiraal zou worden. Deze mannen en vrouwen stonden op het punt om zich door de Romeinse wereld te verspreiden, maar ze zouden elkaar allemaal weer tegenkomen, de meesten van hen in de Slag bij Actium, dertien jaar later.
Cleopatra verliet Rome als eerste. Een combinatie van zaken en plezier had de jonge koningin een jaar eerder naar de stad gelokt. Ze was vijfentwintig jaar oud. Het was niet ongebruikelijk voor buitenlandse heersers om Rome op diplomatieke missies te bezoeken, maar Cleopatra was ook de minnares van Caesar.
Na hun affaire in Egypte werd er in 47 een zoon geboren. Hij heette Ptolemaeüs XV Caesar, maar was beter bekend onder zijn bijnaam Caesarion. Cleopatra beweerde dat Caesar de vader was. De dictator zelf bevestigde noch ontkende het. Misschien had ze de jongen meegenomen naar Rome. Hoe dan ook, het schijnt dat ze nog een keer zwanger was geraakt van Caesar, maar een miskraam had gehad.
Cleopatra verliet Rome niet snel na de iden van maart. Ze was niet alleen een rouwende minnares maar ook een koningin, en ze moest er ten behoeve van Egypte voor zorgen dat de vriendschap met Rome ook onder de nieuwe heersers bleef bestaan, wie dat ook zouden zijn.
Tijdens haar verblijf in Rome had ze veel vooraanstaande mensen ontmoet, onder wie Marcus Antonius. Antonius was een van Caesars beste generaals en een telg uit een vooraanstaande maar ietwat louche adellijke familie. Met zijn negenendertig jaar was hij de senior van het gezelschap.
Hij was een militair in hart en nieren, maar ook een begaafd orator. Antonius was geen revolutionair en had meer respect voor de traditionele instituties van de republiek dan sommige anderen, maar hij was zeker niet principieel conservatief.
Octavianus was met zijn achttien jaar een wonderkind. Van zijn vaders kant stamde hij uit de hogere middenklasse van Italië, maar de moeder van zijn moeder behoorde tot een van Romes vooraanstaande adellijke geslachten, de Caesars.
Julius Caesar was zijn oudoom, en hij nam de jongen onder zijn hoede nadat Octavianus op de leeftijd van vier jaar zijn vader had verloren. In de herfst van 45, zes maanden vóór zijn dood, veranderde Caesar zijn testament ten gunste van Octavianus.
Vervolgens zond hij de achttienjarige de Adriatische Zee over om mee te werken aan de organisatie van een nieuwe militaire campagne in het Oosten, die voor later in 44 op de planning stond.
Toen hij het nieuws over de moord op Caesar vernam, keerde Octavianus terug naar Italië en baande zich voorzichtig een weg terug naar Rome, in gezelschap van een entourage waartoe ook Agrippa behoorde.
En nu streefde hij, zonder zich iets aan te trekken van zijn jeugdigheid, naar grote macht. Antonius verfoeide de aanspraken van de jongeman nadat hij door Caesars testament naar de top was gekatapulteerd, en hij was hoe dan ook van plan om Octavianus de voet dwars te zetten.
In die Romeinse lente van 44 moeten deze vijf mannen en vrouwen al vermoed hebben dat hun ambities hen zouden samenbrengen en verdelen. Maar hoeveel drama hun nog te wachten stond, kunnen ze nooit hebben verwacht.
In april 44 vertrokken de moordenaars van Caesar uit Rome en Italië naar de verschillende provincies. Sommigen voerden het bevel over legers, anderen bestuurden provincies, anderen zamelden geld in, nog anderen zochten bondgenoten, maar allemaal bereidden ze zich voor op de komende strijd tegen de aanhangers van de omgebrachte dictator. In Rome concentreerden de politieke intriges zich rond Antonius en Octavianus.
Het is niet eenvoudig om Antonius’ kant van het verhaal te vertellen. De meeste werken die na Actium werden geschreven verdedigen de overwinnaar,
Octavianus, niet de verslagen Antonius. Met uitzondering van de munten die uit zijn naam werden uitgegeven – aanwijzingen voor zijn communicatiestrategie – en een paar citaten uit zijn brieven, is het werk van Antonius verloren gegaan.
Wat wel is overgeleverd, is het Leven van Marcus Antonius van Plutarchus, veruit de belangrijkste literaire bron.
De meesterlijke schrijver Plutarchus (Lucius Mestrius Plutarchus, die enige tijd na het jaar 120 overleed) is op zijn best in Antonius, de meest memorabele van zijn vijftig biografieën die collectief bekendstaan als de Parallelle Levens of Plutarchus’ Levens. Shakespeare gebruikte het werk in 1607 als basis voor zijn toneelstuk Antonius en Cleopatra.
Maar Plutarchus moet voorzichtig worden gelezen. Allereerst schreef hij meer dan een eeuw na de dood van Antonius, en hoewel hij vroegere bronnen van beide zijden raadpleegde, neigt hij toch vooral naar het officiële verhaal vanuit het perspectief van Augustus.
Bovendien heeft hij zijn eigen literaire en filosofische agenda en is hij van tijd tot tijd niet vies van creatieve verzinsels. In het negende deel van de Levens koppelde Plutarchus Antonius aan Demetrios de Belegeraar (337 tot 283), die beroemd was als een grote Macedonische koning en generaal, die uiteindelijk echter faalde.
Nog problematischer zijn de Philippicae, veertien toespraken tegen Antonius die Marcus Tullius Cicero – een zeer vijandige bron – in 43 schreef. Ook verschillende geschiedwerken die in de latere keizertijd werden geschreven bevatten informatie over Antonius.
De belangrijkste werken zijn die van twee Romeinse burgers uit het Griekse Oosten: Appianus van Alexandrië (die omstreeks 165 na Chr. overleed) en Cassius Dio van Bithynië (in het noordwesten van het huidige Turkije, gestorven omstreeks 235 na Chr.).
Wanneer we tussen de regels door lezen, helpt dat om Antonius’ versie van de geschiedenis te reconstrueren, maar dat kan nooit in zoveel detail als bij zijn zegevierende rivaal Octavianus, die al snel Augustus werd, de eerste keizer van Rome.
Zelfs tweeduizend jaar later bestuderen we Augustus nog altijd voor lessen in van alles, van de spelregels van de macht tot slimme manieren om het leven te veraangenamen. Niemand kijkt naar Antonius voor lessen, behalve negatieve.
Hij werd op 14 januari in of rond het jaar 83 geboren als zoon van een Romeinse adellijke familie. De Antonii waren succesvol maar gevoelig voor schandalen, en Antonius was in dat opzicht een ware telg van de familie.
Zijn grootvader van vaderskant, Marcus Antonius, was een vooraanstaand orator en advocaat die de twee hoge ambten van consul en censor bekleedde.
Maar hij werd in 87 vermoord tijdens de burgeroorlog tussen de Romeinse generaals Gaius Marius en Sulla (Lucius Cornelius Sulla Felix). Naar verluidt werd zijn schuilplaats verraden door zijn liefde voor wijn.
Het afgehakte hoofd van de oude man werd aan het sprekerspodium op het Forum genageld, samen met dat van andere prominente slachtoffers, onder wie Antonius’ grootvader van moederskant en zijn oom.
De jonge Antonius groeide op in de schaduw van hun dood en van de mislukking van zijn vader als bevelvoerder van een campagne tegen piraten die vanaf Kreta opereerden. De vader, eveneens Marcus Antonius genaamd, bracht het er zo slecht van af dat mensen hem de gemene bijnaam Creticus gaven, alsof hij de ‘Veroveraar van Kreta’ zou zijn. Hij stierf kort daarna.
Antonius’ moeder, Julia, hertrouwde met een patriciër die een jaar nadat hij als consul had gediend wegens immoreel gedrag uit de senaat was gezet.
In 63 nam hij deel aan wat bekend is geworden als de samenzwering van Catilina, een gewelddadige beweging die opkwam voor schuldenaars en politieke renegaten.
Hij werd verraden, gearresteerd en zonder vorm van proces op bevel van Cicero, die op dat moment consul was, terechtgesteld. Vanaf dat moment haatte Antonius Cicero.
De knappe, jonge Antonius was energiek, atletisch, charmant en charismatisch. Hij droeg op verschillende momenten in zijn leven een baard in navolging van Hercules, de halfgod die zijn familie als voorouder claimde.
Maar Antonius was geen modeljongere. Hij werd berucht in Rome als drinkebroer en rokkenjager met torenhoge schulden, die in slecht gezelschap verkeerde totdat hij als midden twintiger enigszins tot rust kwam. Hij studeerde retorica in Griekenland en muntte tussen 58 en 55 uit als cavaleriecommandant in het Oosten.
Tijdens zijn eerste gewapende treffen was hij bij een beleg de eerste man op de muur, een blijk van grote fysieke moed. Er volgden meer wapenfeiten. Als officier maakte hij zich geliefd bij zijn soldaten door samen met hen te eten.
Antonius diende Caesar goed in Gallië. Hij was onder andere diens quaestor – betaal- en kwartiermeester – en hij werkte nauw samen met zijn commandant, aan wie hij toen levenslange loyaliteit verschuldigd was (fides).
Terug in Rome werd Antonius in 50 verkozen als een van de tien volkstribunen die elk jaar werden gekozen om de belangen van de gewone burgers te vertegenwoordigen.
Hij probeerde te voorkomen dat de senaat Caesar als gouverneur van Gallië zou vervangen en opdracht zou geven voor zijn arrestatie, maar hij werd hard terechtgewezen en vluchtte uit Rome naar het kamp van Caesar.
Daar ontpopte hij zich tijdens de burgeroorlog (49 tot 45) die volgde nadat Caesar de Rubicon was overgestoken, als een goede generaal en politieke agent.
Antonius ontving belangrijke opdrachten zoals de organisatie van de verdediging van Italië. Ook zorgde hij voor een veilige overtocht van Caesars legioenen over de Adriatische Zee, die wemelde van de vijanden, en voor de aansluiting bij Caesar in Romeins Macedonië.
Zijn grootste dienst bewees Antonius tijdens de Slag bij Pharsalus, Midden-Griekenland op 9 augustus 48, waar hij Caesars linkerflank aanvoerde tijdens een beslissend gevecht tegen diens rivaal Gnaeus Pompeius Magnus (106 tot 48), bekend als Pompeius de Grote. Toen de veteranen van Caesar door de gelederen van Pompeius braken, achtervolgde de cavalerie van Antonius de vluchtende vijand.
Maar ondanks al zijn successen op het slagveld was hij nooit de man die de leiding had. Hij toonde zich in politiek opzicht niet heel behendig. Na Pharsalus ging hij op bevel van Caesar terug naar Rome, terwijl Caesar zelf het volgende jaar in het Oosten doorbracht. In Rome bekleedde Antonius de rang van bevelhebber van de cavalerie, magister equitum, zoals de tweede man van een dictator werd genoemd.
Hij keerde bovendien vol overgave terug tot zijn losbandige levensstijl. De bronnen spreken van wilde nachten, publieke katers, braken op het Forum en strijdwagens getrokken door leeuwen.
Zijn affaire met een actrice en vrijgelatene die de artiestennaam Cytheris voerde, ‘Meisje van Venus’, was voor iedereen zichtbaar aangezien Antonius en zij publiekelijk samen in een draagkoets reisden.
Zowel de burgerlijke als de militaire orde glipte Antonius uit handen. Toen de voorstanders van kwijtschelding van schulden en controle op de huren geweld gingen gebruiken, zond hij troepen naar het Forum en vloeide er bloed; er vielen achthonderd doden.
Ondertussen begonnen sommige legioenen van Caesars veteranen, nu terug in Italië, te muiten voor betaling en demobilisatie.
Caesar keerde in de herfst naar Rome terug. Hij sloeg de muiterij neer en stemde in met een verlaging van de huren, maar hij weigerde schulden kwijt te schelden. Ook veroordeelde hij zijn tweede man in de senaat, maar daarna vergaf hij hem al snel.
Antonius kwam nu weer tot rust door na een scheiding opnieuw te trouwen, deze keer met de al tweemaal weduwe geworden edelvrouw Fulvia.
Onder alle machtige vrouwen van Rome uit deze periode was Fulvia een klasse apart. Ze bracht een leger op de been. Vijandige propaganda beweerde dat ze ooit zelfs een zwaard droeg en een donderpreek voor de troepen hield, maar meestal vocht ze met woorden.
Als voorvechtster van het gewone volk in hart en nieren trouwde ze met drie politici op rij: eerst met de straatvechter en demagoog Publius Clodius Pulcher, vervolgens met Gaius Scribonius Curio, een volkstribuun die Caesar steunde, en ten slotte met Antonius, het meest bepalende huwelijk van de drie.
Antonius’ vijanden beweerden dat Fulvia hem onder de duim had, wat niet waar was. Maar deze krachtige vrouw maakte hem waarschijnlijk sterker, en het ligt voor de hand dat ze de politieke vaardigheden die ze van haar twee eerdere echtgenoten had geleerd, met hem deelde.
Hij profiteerde van hun partnerschap. Antonius speelde een belangrijke rol in de gebeurtenissen van het noodlottige jaar 44. Op het festival van de Lupercalia in Rome, op 15 februari, bood hij Caesar de kroon aan, tot schrik en verbijstering van de menigte op het Romeinse Forum. Caesar weigerde demonstratief, tot twee keer toe.
De geboorte van het Romeinse keizerrijk
Auteur: Barry Strauss
Uitgeverij: Omniboek
Eerste druk: 27 oktober 2022
Aantal pagina’s: 368
Geen illustraties Gewicht: 510 g
Afmetingen: 152 x 226 x 30 mm
EAN 9789401918756
Prijs: 29,99 euro
Prijs e-book: 14,99 euro
Geef een reactie