Archive for 6 februari 2023

De Via Nomentana in Rome

6 februari 2023

Het Sant’Agnese-complex met de ons intussen goed bekende kerk, de catacombe en het mausoleum, is gelegen tussen de Via Salaria en de Via Nomentana (op nr. 349), die het verlengde vormt van de Via XX Settembre en ongeveer 2 km van Porta Pia.

Deze wijk, Quartiere Trieste, werd aangelegd in 1926 ten tijde van het fascisme. Ze kreeg toen de naam Savoia, verwijzend naar de nabijgelegen koninklijke residentie, de huidige Villa Ada.

In de Via Topino, in de buurt van Piazza Verbano, bevindt zich een plaquette die herinnert aan de geboorte van de nieuwe wijk.

nomentana (2)

Het noordelijke deel van deze omgeving is vandaag ook wel bekend als de Afrikaanse wijk, omdat heel wat straatnamen geïnspireerd zijn op de voormalige Afrikaanse koloniën van het vroegere Koninkrijk Italië.

Zoals de Via Labicana en de Via Praenestina, was ook de Via Nomentana, een weg die dateert uit de archaïsche periode, verbonden met een geografische woonentiteit in Latium Vetus, dus vóór de periode van de Samnitische Oorlogen.

Oorspronkelijk droeg deze weg de naam Via Ficulnensis en bracht hij reizigers tot aan de Latijnse stad Ficulea, ongeveer 13 km buiten Rome. Later verbond de Via Nomentana Rome met Nomentum. De oude naam Nomentum is, zij het vervormd, bewaard gebleven in die van het huidige plaatsje Mentana.

De antieke stad Nomentum lag nabij het huidige Casali (een gehucht van Mentana, tussen km 21,5 en 22,5 aan de Via Nomentana), waar verschillende restanten, onder meer een muur in opus quadratum van tufsteen, herinneren aan de vroegere bewoning.

De stad werd beschouwd als de laatste van Latium alvorens het gebied der Sabijnen te bereiken, en zou ook een kolonie van Alba Longa zijn geweest.

Vanaf 338 v. Chr., na de Latijnse Oorlog, verkreeg de stad het Romeinse burgerrecht, maar ze verloor vanaf de late Republiek elke noemenswaardige betekenis.

Er bevonden zich alleen enkele villa’s, waaronder één van Pomponius Atticus, de vriend van Cicero. Voor het overige werd er alleen wijn verbouwd, waarvan de kwaliteit door de antieke auteurs werd geprezen.

nomentana2

In de vijfde eeuw smolten Nomentum en Ficulea zelfs samen, vermoedelijk omdat ze geen van beiden nog een belangrijke rol speelden.

De groep straten uit de archaïsche periode die vanuit Rome vertrekken en zich noordwaarts richten, houden zich vooral aan het verloop van de Tibervallei, maar dan wel aan de linkeroever van de rivier, omdat de rechteroever in die periode Etruskisch territorium was.

De straten die wel de rechteroever volgen, zoals de Via Flaminia en de Via Cassia, zijn om die reden van recentere datum, toen de volledige streek reeds in Romeinse handen was.

De andere straat van deze eerste groep is de Via Salaria Vetus, die meteen de oudste straat van Rome is. Het gaat om de Oude Zoutweg, waarlangs de Sabijnen zich naar Rome lieten afzakken om zout in te slaan bij het depot in de omgeving van het Forum Boarium, ook de Salinae genoemd.

Dit zout werd aangevoerd langs een andere zeer oude straat, de Via Campana, die uit de richting van de Tibermonding kwam, waar later Ostia zou ontstaan, en waar zich de zoutpannen bevonden.

via-appia1

Hoewel de Via Nomentana dus niet door een consul werd aangelegd, zoals wel het geval was met bijvoorbeeld de Via Appia (foto boven) en met de Via Flaminia, maar veel ouder is, wordt ze toch bij de consulaire wegen gerekend en bevonden zich langs de baan talrijke mausolea, gewone graftombes en ook necropolen, zoals catacomben.

Langs de Via Nomentana zijn er vandaag zeven catacomben bekend, waardoor ze in Rome op de derde plaats komt, na de Via Appia en de Via Latina.

De Via Nomentana werd echter nooit een belangrijke hoofdweg en voegde zich een paar kilometers voorbij Nomentum al samen met de Via Salaria. Vandaag volgt de Via Nomentana nog grotendeels het oude traject. Enkele delen met bestrating uit de oudheid bleven bewaard.

De Via Nomentana begon vroeger bij de Porta Nomentana. Dit is de enige poort in de Aureliaanse Muur die in 401 niet werd versterkt tijdens de grote werkzaamheden van keizer Honorius. Andere poorten werden toen bekleed met travertijn om de bakstenen constructie te verstevigen.

Omdat dit bij de Porta Nomentana niet gebeurde, is dit is het laatste voorbeeld van hoe een Aureliaanse stadspoort er oorspronkelijk uitzag.

In 1561 liet Paus Pius IV het eerste deel van de Via Nomentana verleggen en bouwde daarvoor ongeveer 75 m ten oosten van de Porta Nomentana een nieuwe poort, de Porta Pia, die in een rechte lijn lag met zijn nieuwe weg. Zo raakte de Porta Nomentana, die om veiligheidsredenen werd dichtgemaakt, buiten gebruik.

nomentana

De Porta Nomentana is te herkennen aan de nog steeds bestaande oostelijke halfronde toren die tegen de muur aan gebouwd is. De westelijke toren werd in het begin van de negentiende eeuw afgebroken om een Romeinse graftombe te onderzoeken die zich onder de toren bevond.

Met de onderwerping van Latium en daarna van geheel Midden-Italië begon de systematische aanleg van het Romeinse wegennet, dat tot in de Keizertijd steeds verder werd uitgebouwd.

Soms volgde een heerbaan het traject van een oudere handelsweg. Ook sloot men weleens aan op bestaande wegenstelsels in veroverde gebieden, zoals in het Nabije Oosten en Noord-Afrika. Vanaf keizer Augustus werden ook de Alpenpassen in het Romeinse wegennet opgenomen.

nomentana (5)

De constructie van de wegen (vooral door soldaten) had in de eerste plaats militaire betekenis en was technisch voortreffelijk.

Zij bestonden uit een plaveisel van grote stenen op een onderlaag van kiezel, waren voorzien van bruggen en dammen en doorsneden ook moerassen. Zij waren bebakend met mijlpalen, waarvan er heel wat zijn teruggevonden.

Het centrum van het wegennet was de miliarium aureum (gouden mijlpaal) in Rome, die door Augustus in 20 v. Chr. aan de voet van de Capitolijnse heuvel was opgericht. Vaak werden de wegen benoemd met de geslachtsnaam van de magistraat in wiens ambtsperiode de aanleg begon of voltooid werd.

Ook na de oudheid bleven de Romeinse wegen in gebruik. In vele streken van Europa zijn zij pas onder de druk van het moderne snelverkeer vervangen, waarbij soms het antieke traject werd gehandhaafd.

Met dank aan Frans Veevaete
voor zijn medewerking
aan deze bijdrage