De resutaten van de regionale verkiezingen die zondag en maandag plaatsvonden in de regio’s Lazio (Rome) en Lombardije (Milaan) versterken de positie van de regering van Giorgia Meloni die haar eerste electorale test goed heeft doorstaan.
Bijna vier maanden na haar aantreden als premier krijgt Meloni indirect steun van kiezers in de dichtstbevolkte regio’s van het land. Meer dan een kwart van de Italianen woont in die regio’s, die samen ook zorgen voor een derde van het bruto binnenlands product van Italië.
Meloni’s Fratelli d’Italia behaalde 33 procent van de stemmen in Lazio en 25 procent in Lombardije, met electoraal succes ook voor Matteo Salvini’s Lega en Silvio Berlusconi’s Forza Italia, allemaal ten koste van de centrumlinkse oppositie.
Inwoners van de beide regio’s konden vorige zondag en maandag naar de stembus om een nieuwe voorzitter en regionale bestuursleden aan te duiden.
In Lazio, en dus ook Rome, won Francesco Rocca (57) de regionale verkiezingen. Hij werd met 54 procent van de stemmen verkozen.
Dat is een tegenvaller voor de centrumlinkse Partito Democratico (PD), dat tien jaar het regionale bestuur in handen had. Hun kandidaat, Alessio D’Amato, haalde slechts 33,5 procent.
Donatella Bianchi van de de Movimento 5 Stelle (M5S) of de Vijfsterrenbeweging, strandde op 10,7 procent.
Francesco Rocca volgt Nicola Zingaretti op, die in 2013 voor het eerst werd gekozen en twee ambtstermijnen vervulde. Rocca is een voormalige topman van het Italiaanse en het Internationale Rode Kruis. Hij was door Meloni (Fratelli d’Italia) als kandidaat-regeringsleider voor de regio gevraagd. Hij aanvaardde en vertrok eind december bij het Rode Kruis.
In Lombardije werd Attilio Fontana, een partijgenoot van vicepremier Matteo Salvini (Lega), herverkozen.
In Lazio bracht 37,2 procent van de kiezers een stem uit, in Lombardije trokken 41,6 procent van de inwoners naar de stembus. Giorgia Meloni erkent de lage opkomst van de kiezer, maar stipt aan dat deze regionale verkiezingen een duidelijke overwinning voor haar regering betekenen.
Samen met Lega en Forza Italia haalde Meloni met haar Fratelli d’Italia in september vorig jaar een volstrekte meerderheid in het parlement. In oktober werd ze de eerste vrouwelijke premier van Italië.
Het rechtse kamp van Giorgia Meloni controleert nu naast de nationale regering, ook vijftien van de twintig Italiaanse regio’s. Omdat Meloni sinds haar aantreden, in tegenstelling tot wat vele doemdenkers voorspelden, een veel gematigder beleid voerde dan verwacht en grotendeels het werk van haar voorganger Mario Draghi voortzette, lijken steeds meer Italianen haar te steunen.
De voornaamste stoorzender in het kabinet-Meloni is Silvio Berlusconi van Forza Italia, die de regering regelmatig in verlegenheid brengt. Zo liet hij zich recent ontvallen dat de Oekraïense president Zelenski zelf schuld draagt voor de Russische invasie in zijn land.
Meloni profileert zich van bij het begin van de oorlog als pro-Oekraïne en pro-NAVO. Ze haastte zich dan ook om een persbericht uit te sturen waarin ze duidelijk maakt dat Italië Oekraïne krachtig en onafgebroken blijft steunen.