We hebben al een paar keer een stukje geschreven over de dramatische economische en financiële toestand van de winkeliers in Rome, waarvan velen al maanden met de moed der wanhoop proberen te overleven.
Handel en horeca krijgen door de viruscrisis natuurlijk overal ter wereld zware klappen, maar in steden zoals Rome, die erg afhankelijk zijn van het toerisme, zijn de gevolgen extra zwaar.
De voorbije kerst- en eindejaarsshopping hebben het rampzalige jaar 2020 absoluut niet kunnen goedmaken. Ook de officiële koopjesperiode, die vorige maandag begonnen is, kondigt zich somber aan.
Handelaars kregen eerder al de kans om te verkopen aan gereduceerde prijzen, maar dat heeft de verkoop nauwelijks gestimuleerd. Volgens de handelsfederatie Confcommercio is er geen enkele reden waarom dat de komende dagen en weken wel het geval zou zijn.

Om een open deur in te trappen: het gaat zeer slecht met de handel in Rome. Vooral in het historische centrum begint de situatie catastrofaal te worden. In de dagen vóór en na Kerstmis was het weliswaar behoorlijk druk in de winkelstraten, maar er werd veel minder gekocht dan in andere jaren.
In heel Rome gaat het gemiddeld om een omzetdaling van 30 tot 50 procent, vergeleken met de eindejaarsperiode in 2019. In het historische centrum lopen de omzetverliezen op van 70 tot 80 procent in vergelijking met de eindejaarsperiode van vorig jaar.
Voor restaurants en bars, die om 18 uur verplicht de deuren moeten sluiten en die tijdens de dagen dat Rome tijdelijk werd ingekleurd als rode zone meermaals volledig moesten sluiten, is het verlies in de dagen rond kerstmis en nieuwjaar al even rampzalig.
Alleen voedingswinkels, traiteurzaken en delicatessenwinkels hebben goede zaken gedaan, hun omzet steeg gemiddeld met 2 tot 3 procent. De Romeinen moesten verplicht thuis blijven en hebben duidelijk niet bespaard op lekker eten en drinken. Vooral de typische eindejaarsproducten zoals nougat en panettone werden net zo vlot verkocht als in normale jaren.
David Sermoneta, de voorzitter van de beroepsvereniging Confcommercio Rome centrum, kreeg de voorbije weken talloze wanhopige handelaars aan de telefoon. Velen zien het niet meer zitten. Als 2020 het jaar van de viruspandemie was, zullen 2021 en 2022 de jaren van de economische pandemie zijn, zegt Sermoneta.
De Romeinse winkelstraten zullen grondig van uitzicht veranderen. Talrijke historische winkels en ambachtelijke zaken zullen verdwijnen of zijn nu al dicht. Hier wordt de identiteit van verschillende generaties uitgewist, het levenswerk van talrijke families wordt in een snel tempo vernietigd.
Het ergste is nog dat er voorlopig geen uitzicht is op beterschap. We zitten middenin een oorlog en we zijn bezig die te verliezen, zegt de voorzitter.
Valter Giammaria, de voorzitter van de handelsvereniging Confesercenti, bevestigt de dramatische situatie die zijn collega schetst.
De straten in Rome liggen er nog steeds verlaten bij. In de eindejaarsperiode was er een kleine heropleving, maar nu ligt alles weer stil. Overdag beweegt er nauwelijks iets, ’s avonds is het helemaal doodstil. Toeristen zijn er niet en de inwoners blijven thuis. Wie zou er dan moeten komen winkelen?
Giammaria heeft afschrikwekkende cijfers op zak. In de winkelzone van de Tridente, het gebied in Rome centrum dat wordt gevormd door de Via del Corso, de Via del Babuino en de Via di Ripetta, drie straten die vanaf Piazza del Popolo als een soort drietand uitwaaieren naar het stadscentrum, zijn tot nog toe al meer dan 250 handelszaken gesloten.
In de populaire Via del Corso zijn veertien winkels dicht. In de winkelstraat Via Frattina (die van de Via del Corso naar Piazza di Spagna leidt) zijn al 28 winkels gesloten. In de peperdure Via dei Condotti, waar tal van grote merken vertegenwoordigd zijn, zijn er geen sluitingen, maar wandelt er overdag amper iemand op straat.

Elders in de stad is het niet veel beter. In de Via Nazionale bijvoorbeeld zijn momenteel ook al 26 winkels dicht. Onze leden melden nog steeds enorme omzetverliezen. Vooral de verkoop van kleding is gekelderd, tot 70 procent en meer vergeleken met het jaar voordien.
Als er niets wordt gedaan aan het verminderen van de belastingdruk, de huurprijzen en de vaste kosten, zijn tegen eind dit jaar 40 procent van onze handelszaken verdwenen, voorspelt Giammaria.
Je moet geen helderziende zijn om te beseffen dat de komende weken en maanden cruciaal zullen zijn om te overleven. Niemand kan een winkel maandenlang openhouden zonder inkomsten, tenzij de echt grote ketens. En zelfs die hebben het moeilijk. Het enige verschil is dat zij een grote kapitaalbuffer en reserves hebben, iets wat de meeste kleine winkeliers moeten missen.
Vele leden denken eraan om ermee te stoppen. Sommigen hangen huilend aan de telefoon en zeggen dat ze zelfmoord gaan plegen omdat ze hun schulden niet meer kunnen betalen. Je moet dan proberen op hen in te praten, maar het komt er in de praktijk op neer dat we machteloos zijn en alles lijdzaam moeten ondergaan, zegt de voorzitter.
Alleen Giovanna Marchese Bellaroto, de voorzitter van Cna Commercio, de handelsvereniging die vooral kleine en ambachtelijke ondernemingen groepeert, is iets optimistischer.
Volgens haar heeft de operatie Cashless Italia, waarbij de regering consumenten aanmoedigt om elektronisch te betalen en zelfs extra geld geeft aan wie dat doet, in de eindejaarsperiode toch wat mensen gemotiveerd om te komen winkelen in hun favoriete buurt.
Wie tijdens dit jaar voor 3.000 euro elektronische aankopen doet, kan eind dit jaar maximaal 300 euro cash terugkrijgen. Om de actie op gang te trekken, werd in de kerstperiode al een tijdelijke speciale korting van 10 procent toegekend op kaartbetalingen, met een maximum cashback van 150 euro.
De maatregel was echter lang niet voldoende om de vele winkelsluitingen tegen te houden, moet ook Bellaroto toegeven. Ook Cna Commercio noteert bij de aangesloten leden omzetverliezen van 30 tot 50 procent.
Op 12 januari is in Rome de officiële koopjesperiode begonnen. Confcommercio berekende dat het gemiddelde gezin in Rome vanaf vandaag tot aan het einde van de saldi gemiddeld ongeveer 254 euro zal uitgeven. Dat is 70 euro minder dan vorig jaar. Dat betekent dat er in Rome per 100.000 klanten ongeveer 7 miljoen euro minder zal worden uitgegeven.
Bovendien twijfelen velen eraan of de traditionele winterkoopjes dit jaar wel volk zullen lokken. In normale tijden zijn Romeinen gek op de wintersaldi, lopen de winkelstraten overvol en moet aan vele winkels soms uren worden aangeschoven vooraleer men binnen kan. Dat ziet men dit jaar absoluut niet gebeuren.
Romeinen krijgen al sinds het einde van de eerste lockdown op 18 mei overal fllinke kortingen van winkeliers die de voorbije maanden met allerlei acties wanhopig klanten probeerden te lokken. Bovendien zijn er geen toeristen in de stad, waardoor een andere gretige groep koopjesjagers wegvalt.
Een rondvraag door de sectorvereniging leerde dat 65 procent van de winkeliers overweegt om na de winterkoopjes een tijdlang de deuren gewoon gesloten te houden.

Die koopjes gaan niet veel opbrengen, maar hier nog maandenlang zonder enig vooruitzicht zitten wachten op klanten die toch niet komen heeft totaal geen zin. Als we sluiten verdienen we niets, dat klopt, maar hier zomaar tussen vier muren zitten is ook nutteloos, zegt de eigenaar van Dadada, een jurkenwinkel in de Via Vittoria, een straat die de Via del Corso met de Via dei Babuino verbindt.
Dadada verkoopt leuke kleedjes en cocktailjurken en kan doorgaans rekenen op een trouw cliënteel. Ook toeristen komen er graag eens snuffelen. Maar de kerstperiode uitgezonderd, komt er nu al wekenlang nauwelijks iemand in de zaak.
We zitten nu met een grote stock aan kleding waar we hoe dan ook niet meer vanaf geraken. We hebben in december met flinke kortingen zoveel mogelijk proberen te verkopen en ook de komende weken gaan we trachten om nog zoveel mogelijk spullen kwijt te geraken.
Maar dan is het gedaan tot de nieuwe collectie er is. Het is niet de moeite om hier nog een paar maanden zomaar in de winkel te zitten. Er loopt nauwelijks iemand rond op straat. Er is nergens iets te doen en de restaurants moeten al om 18 uur dicht. Waarom zouden mensen naar het centrum komen? klinkt het.
De komende weken wordt het eerder een actie in de zin van ‘redden wat we kunnen’. Officieus verkopen winkeliers eigenlijk al meer dan een half jaar met forse kortingen en dan nog geraken ze niet van hun voorraad kleding af.
Vele winkels bieden al van bij het begin van de winterkoopjes kortingen aan van 50 tot 70 procent. De omzet is nu al belachelijk laag en zal met die lage prijzen niet veel stijgen. De Romeinen zijn duidelijk bang voor de toekomst en lijken niet geneigd om geld uit te geven aan nieuwe kleding die ze niet meteen nodig hebben.
De eerste koopjesdagen deze week maakten duidelijk dat die vrees terecht is. Het was erg kalm in de straten, er wordt weinig gekocht, nergens waren er wachtrijen aan de winkels, ook niet bij de grote namen. Er is ook geen enthousiasme om te winkelen bij het publiek.
Desondanks blijven sommige winkeliers hopen dat klanten dankzij de superkortingen de komende dagen toch nog zullen toehappen. Misschien zal het in de weekends wat drukker zijn, klinkt het hoopvol.

Los daarvan hebben de consumenten ook heel wat minder keuze. Het aanbod ligt gevoelig lager dan andere jaren omdat ook sommige leveranciers moeilijkheden ondervinden en omdat de transportketen van goederen en producten soms op de een of andere manier door de virustoestanden geblokkeerd is geraakt.
Zelfs in de megastores zoals Zara, Mango of H&M zijn de collecties die de voorbije jaren, zoals we dat in Rome gewoon zijn zowat elke maand werden vernieuwd, door de pandemie meer dan gehalveerd. Daardoor is er voor de verwende shoppers relatief weinig keuze en variatie en zijn sommige maten niet of minder beschikbaar. Dat weegt allemaal op de verkoop.
Sermoneta wijst er ook op dat klanten het er ook moeilijk mee hebben dat ze tijdens of na het winkelen niet eens ergens rustig een kopje koffie of een glas wijn kunnen gaan drinken.
Als ze al een bar open vinden, moeten ze een drankje afhalen in een plastic beker en dat rechtstaand op straat leegdrinken. Welk plezier is daar nu aan? vraagt de voorzitter zich af.
De grote winkelcentra zijn tijdens de weekends nog altijd verplicht gesloten. Ook het enorme winkelcentrum Maximo aan de Via Laurentina, dat pas op 27 november voor het eerst opende, is op zaterdag en zondag dicht.
We wisten dat we gingen openen op een bijzonder moeilijk moment. Maar aan de opening van dit complex is twintig jaar voorbereiding en werk vooraf gegaan. Het gaat hier om een investering van tientallen miljoenen. De opening was al lang gepland en die uitstellen leek ons niet juist. Integendeel, in al onze winkels samen werken meer dan 2.000 mensen. Dat betekent in deze tijd toch iets voor de economie van Rome, zegt Alessandro Allegri, de directeur van Maximo.
Het Maximo Shopping Center is een complex met 160 winkels, verspreid over een oppervlakte van 65.000 m². Tot afgrijzen van het stadsbestuur, dat overal in Rome de winkeldrukte probeerde te beperken, liep het er sinds de opening iedere dag storm.
Vooral voor de Primark Megastore, een goedkope Ierse kledinggigant die 7.000 m² van het nieuwe winkelcentrum inneemt, kwamen dagelijks massa’s mensen opdagen.

Precies om die situaties te vermijden besliste de regering om de grote shoppingcentra tijdens de weekends dicht te houden. In Rome had de overheid echter niet verwacht dat Maximo ook tijdens weekdagen zoveel kooplustigen zou lokken. Het feit dat er zoveel mensen naartoe kwamen, lokte heel wat kritiek uit.
Alessandro Allegri reageert dat Maximo alle mogelijke middelen heeft ingezet om de gewenste fysieke afstand te bewaren. Hier zijn op weekdagen zestig extra mensen aan het werk die alleen maar toezicht houden op de drukte en de wachtrijen en die proberen de mensen in veilige omstandigheden te laten aanschuiven.
We kunnen die klanten toch moeilijk naar huis sturen? Bovendien laten we op een capaciteit van 16.000 mensen slechts 4.500 kopers binnen. Dat zal zo blijven zolang de crisis duurt. Als dat niet voldoende is, kunnen we alleen nog maar de hele zaak dichtgooien en staan onze tweeduizend werknemers op straat. Allegri denkt dat daar niemand beter van zal worden.