Graanschuur uit Romeinse tijd ontdekt

De grote, bijzondere graanschuur uit de Romeinse Tijd die is ontdekt bij Brielle, ten westen van Rotterdam, roept vooralsnog meer vragen op dan dat de vondst antwoorden geeft. Uit wetenschappelijk oogpunt zou het raadzaam zijn het regionaal distributiecentrum xe2x80x93 het eerste die in Zuid-Holland aan het licht is gekomen xe2x80x93 helemaal op te graven, zegt directievoerder Loes Janssen van ArcheoLogic. Of de opgraving ook verdergaat is de verantwoordelijkheid van de gemeente Brielle. Die moet minstens 500.000 euro op tafel leggen, indien de archeologen hun onderzoek willen voltooien. Brielle kan er ook voor kiezen om de restanten van de in de tweede eeuw na Christus gebouwde nederzetting te laten liggen waar ze liggen. De Romeinse boerderij met graanschuur ligt op een plek waar waterbassins moeten komen voor toekomstige tuinbouwbedrijven.

Een optie is om het plan aan te passen en de bassins omheen de Romeinse nederzetting xe2x80x93 een halve hectare groot xe2x80x93 te leggen. Maar ook dat kost geld. In dat geval kan die halve hectare niet worden verkocht en draait men ook nog eens op voor de onderhoudskosten van het terrein. Het aanplanten van een bos is uitgesloten. De wortels kunnen de sporen van de vroegere bewoners aantasten. De tuinondernemers op hun beurt zitten evenmin te wachten op een verwilderd stukje land. De boerderij annex graanschuur is in het natte veen opvallend goed bewaard gebleven. Naast bergen scherven van aardewerk potten en kruiken die ver buiten Nederland zijn gemaakt, bleven ook de houten fundamenten nog grotendeels intact. Een graanopslag met regionale betekenis kan erop duiden dat er aan Romeinse legers werd geleverd. Vermoedelijk heeft er bij Oostvoorne een castellum gestaan, een post om de riviermonding te bewaken.

Als de kosten voor het opgraven niet te duur uitvallen, wil de gemeente Brielle de overblijfselen naar boven halen. De overblijfselen zijn nu zodanig uitgegraven, dat ze wel zichtbaar zijn, maar alles nog in de grond ligt, zegt wethouder Aart Heijboer. Hij moet nu volgens de wet een keuze maken. Hij kan, behalve opgraven, de grond weer ook over de overblijfselen heen gooien. Dat betekent wel dat men dan de archeologische resten niet meer mag vernielen. Ook dat is (onhandige) een manier om de oude boerderij voor het nageslacht te bewaren, zo staat in de wet. De voorkeur van Brielle gaat dus uit naar het opgraven van de oude boerderij met graanopslag, die in het verleden volgens de archeologen een regionale functie moet hebben gehad. Boeren uit de wijde omgeving moeten er hun waar – als een soort belasting – naartoe hebben gebracht. De vondst van het distributiecentrum ofwel belastingkantoor is bijzonder. Nooit eerder is zoxe2x80x99n bouwwerk in Zuid-Holland ontdekt.

Er zit wel een risico aan het opgrave: wethouder Heijboer weet nog niet exact hoe duur het is om de materialen eruit te halen. We wachten op een offerte van de provincie. De verwachting is dat deze werkzaamheden ongeveer 30.000 euro gaan kosten, klinkt het. Het gemeentebestuur wil dan wel zeker weten dat dat alle kosten zijn. Uit het verleden zijn voorbeelden van gemeenten bekend, die achteraf ook nog moesten betalen voor het conserveren en opslaan van de gevonden voorwerpen. Die verrassing wil Brielle voorkomen. Wanneer de overblijfselen uit de grond zijn, kan de gemeente met het stuk land tussen de Rijksstraatweg en de Prinsenweg verkopen aan tuinders. Brielle heeft de grond gekocht, om tuinders die nu nog in de open polder zitten, naar dit speciaal aangewezen gebied voor kassen te laten verhuizen. Maar dat was dus voorlopig even zonder de Romeinen gerekend…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.