De restauratie en instandhoudingswerken van het monument voor Giuseppe Garibaldi op de Gianicolo-heuvel zijn volop aan de gang en worden in principe dit voorjaar afgerond. Het enorme standbeeld op het hoogste punt van de Janiculum-heuvel is een werk van beeldhouwer Emilio Gallori (1846-1924) en werd ingehuldigd in 1895.
Het monument werd in de ochtend van 7 september 2018 getroffen door een zeer forse blikseminslag. Na onderzoek bleek dat die aanzienlijke schade had veroorzaakt in de structuur van de sokkel waarop het beeld staat. Het voetstuk is samengesteld uit blokken en platen van graniet, maar bleek niet helemaal bestand tegen het natuurgeweld.
Het stadsbestuur besliste daarom om het volledige monument te restaureren en na te gaan in hoeverre restauratie- en verstevigingswerken nodig waren. Er volgde een gespecialiseerd geomorfologisch onderzoek waarbij de stabiliteit van de hele structuur werd nagegaan. De studie maakte duidelijk dat eerdere grote blikseminslagen in 1944 en 1971 ook al schade hadden veroorzaakt.
De opdracht werd daarom uitgebreid. Er moest worden nagegaan waarom de bliksem al enkele keren hard toesloeg en hoe het monument op een effectieve manier kon worden beveiligd om in de toekomst dergelijke gebeurtenissen te vermijden.
De studies resulteerden in het consolidatie- en restauratieproject dat nu aan de gang is. De kern van het voetstuk moet worden verstevigd. De stenen blokken en de granieten platen met bas-reliëfs die door de bliksem werden beschadigd moeten opnieuw worden gemonteerd en herschikt. Het bas-reliëf aan de westelijke zijde dat een leeuw voorstelt, is door de inslag in twee delen gebroken en moet worden hersteld.
Overigens worden alle stenen en bronzen oppervlakken van het ruiterstandbeeld en de sculpturale groepen opnieuw nagekeken. Dat gebeurde ook al eens tijdens de restauratie die in 2011 werd uitgevoerd ter gelegenheid van de viering van de 150ste verjaardag van de eenwording van Italië.
Het monument wordt tegelijk ook grondig gereinigd en krijgt een nieuwe oppervlaktebescherming. Aan het einde van de werkzaamheden wordt een bliksemwerend apparaat geïnstalleerd om het ruiterstandbeeld in de toekomst te beschermen.
Het systeem is gebaseerd op de principes van de kooi van Faraday en werd voor dergelijke toepassingen ontwikkeld op basis van wetenschappelijke en technisch-analytische controles. De werkzaamheden zijn nu voltooid en het monument is verlost van de stellingen. De herinhuldiging vond zopas plaats in aanwezigheid van burgemeester Gualtieri en Garibaldi’s achterkleinkinderen Giuseppe en Annita.
Het besluit om in Rome een nationaal monument voor Garibaldi in Rome te bouwen werd genomen door het Italiaanse parlement na de dood van de held, die op 2 juni 1882 stierf in Caprera. Op dezelfde dag maakte de gemeenteraad van Rome 80.000 lire vrij voor een studie die op de Gianicolo-heuvel een geschikte plaats moest aanduiden voor de oprichting van een monument. Dat was een andere plek dan waar het vandaag staat.
De keuze voor de Janiculumheuvel was wel snel gemaakt. Dit was immers de omgeving waar Garibaldi en zijn manschappen hadden gevochten voor de verdediging van Rome. In september 1883 werd een speciale commissie aangesteld die bepaalde dat er niet alleen een monument zou worden opgericht, maar dat dit ook zou worden bekroond met een bronzen standbeeld van Garibaldi, staande of te paard.
Op 14 november 1883 werd een ontwerpwedstrijd uitgeschreven. Bij de deadline voor de inzendingen in september 1884, bleek dat er 37 ontwerpschetsen waren ingediend. Alle voorgestelde projecten werden gepresenteerd en tentoongesteld in het toen gloednieuwe Palazzo delle Esposizioni aan de Via Nazionale. De commissie riep na verhitte discussies het voorstel van Emilio Gallori uit tot winnaar. De beeldhouwer ontving daarvoor 20.000 lire.
De jury eiste echter dat de figuren van het monument, die Gallori vrij koud en vooral politiek neutraal had uitgebeeld, zouden worden verlevendigd. Gallori werkte bijna het hele jaar 1885 aan deze aanpassingen en presenteerde op 5 november van dat jaar het nieuwe model.
Dat was nu verrijkt met bronzen groepen aan de voor- en achterzijde, eentje met Luciano Manara’s bersaglieri die in juni 1849 de verdedigers van Rome aanvielen en de andere het gevecht bij Calatafimi op 15 mei 1860 toen de Bourbons verslagen werden.
Die sculpturen sluiten aan bij de allegorische groepen van Europa aan de zuidelijke zijde en Amerika aan de noordkant. Deze laatsten symboliseren de acties van Garibaldi in die twee delen van de wereld. Op de bas-reliëfs zien we onder meer de landing in Marsala, het verzet in Boiada en de verdediging van de Romeinse Republiek.
Nadat de aanpassingen waren goedgekeurd, volgde het voorstel om onder de fundamenten van het monument een ossuarium te creëren om de overblijfselen van de strijders die in 1849 gevallen waren bij de verdediging van Rome te herbegraven. In het voorjaar van 1891, toen de funderingswerken voor het project al begonnen waren, besliste het stadsbestuur dat de bouw van de crypte wegens geldgebrek moest worden stopgezet.
Op dat moment stelde Emilio Gallori ook een nieuwe locatie voor om het monument neer te zetten. Daarbij koos hij voor het hoogste punt van de Gianicolo, wat symbolisch ook belangrijker zou zijn. Zijn argumenten overtuigden de uitvoerende commissie die op 15 mei 1892 besliste om het voorstel van Gallori te volgen. Tegelijk werd het idee om een ossuarium in de funderingen te bouwen definitief afgevoerd.
Op 19 maart 1895 werd in aanwezigheid van het Italiaanse koningshuis de eerste steen gelegd en werd besloten dat het monument op 20 september van datzelfde jaar zou worden ingehuldigd ter gelegenheid van de viering van de 25ste verjaardag van de bevrijding van Rome. Het halen van een dergelijke krappe deadline zou vandaag waarschijnlijk niet meer mogelijk zijn, maar toen lukte het.
Op 20 september 1895 om 11 uur werd het monument voor Garibaldi officieel onthuld in het bijzijn van koning Umberto I en koningin Margherita van Savoye, premier Francesco Crispi en Emanuele Ruspoli, de burgemeester van Rome. Volgens kranten uit die tijd waren bij de inhuldiging meer dan 60.000 mensen aanwezig.
Het imposante standbeeld op de piazzale die zijn naam draagt, toont de vrijheidsstrijder Garibaldi in vol ornaat en te paard. Het zeven meter hoge bronzen beeld verheerlijkt de vader des vaderlands, ‘eroa del Risorgimento italiano, mitico difensore della libertà dei popoli’. Op de voet van het monument staat in grote letters ‘Roma o morte’, de lijfspreuk van Garibaldi.
Op de Janiculumheuvel speelde zich een belangrijke fase af in de strijd om de Italiaanse eenheid. In 1849 verdedigde Giuseppe Garibaldi (1807-1882) er de kortstondige Romeinse republiek tegen een overmacht van Franse troepen onder leiding van de latere keizer Napoleon III die paus Pius IX (1846-1878) te hulp was gekomen.
Na een maand bloedige gevechten op de Janiculum, werd de paus op 4 juli door de Fransen opnieuw in zijn pontificale macht hersteld. Garibaldi werd na zijn revolutionaire avonturen tijdelijk uit Italië verbannen. Hij ging via Tanger naar de Verenigde Staten, verbleef een tijdje in Peru en werkte vervolgens een tijdlang als koopvaarder op een schip.
Nadat hij van premier Cavour toestemming had gekregen om terug te keren naar Italië, vestigde hij zich in 1854 op het eiland Caprera, een eilandje van amper 16 km² voor de kust van Sardinië, waar hij grond kon kopen.
Garibaldi werd in die tijd een overtuigd aanhanger van de Piëmontese (en latere Italiaanse) koning Vittorio Emanuele II. Vanaf 1859 vecht Garibaldi met zijn roodhemden, een legertje van ruim duizend vrijwilligers, in naam van de monarchie tegen de Fransen, de Oostenrijkers en de paus.
Garibaldi veroverde Sicilië en Calabrië en bracht ten slotte het koninkrijk der Beide Siciliën (ook het koninklijk Napels genoemd) ten val.
Garibaldi droeg de macht over aan Vittorio Emanuele, die daarmee de eerste koning van het eengemaakte Italië werd. De Kerkelijke Staat had veel terrein verloren, waardoor ze het Italiaanse schiereiland niet meer in tweeën verdeelde.
Lombardije-Venetië werd in 1866 veroverd. Na een mislukte poging die eindigde in de Slag bij Mentana in 1867, moest de inname van Rome wachten tot 1870: door de Frans-Duitse Oorlog werden de Franse troepen weggeroepen waarna de Zwitserse Garde en de Pauselijke Zoeaven met 13.157 man niet veel weerstand meer konden bieden tegen het ondertussen gegroeide leger van 50.000 Italianen.
Giuseppe Garibaldi werd parlementslid en overleed in 1882 op zijn geliefde eiland Caprera, een maand voor zijn 75ste verjaardag. Zijn huis is nu een museum en het eiland zelf is in zijn geheel een nationaal monument. Aan de Largo di Porta Pancrazio op de Gianicolo vind je eveneens een Garibaldi-museum, het Museo della Repubblica Romana e della memoria garibaldina.
Rome werd de hoofdstad van Italië en de pausen raakten hun wereldlijke macht kwijt. Er ontstond een conflict tussen de pausen en koningen dat vele jaren zou duren en pas eindigde met de ratificatie van het Verdrag van Lateranen tussen de Heilige Stoel en de Italiaanse regering onder de fascistische dictator Benito Mussolini in 1929. Tot zover deze opfrisbeurt van een stukje Italiaanse geschiedenis.
Langs de wandelpaden en in de directe omgeving van de Piazzale Giuseppe Garibaldi zie je talrijke bustes van soldaten en strijders die een belangrijke rol hebben gespeeld in de opeenvolgende veldslagen. Er staan 84 borstbeelden. Ze maken deel uit van het Parco della Memoria.
Voor de meeste Italianen is de geschiedenis die zich hier afspeelde verworden tot een ver en ongekend verleden. De personen op de bustes zijn voor de meeste mensen nobele onbekenden. Het verband tussen de straatnamen hier op de Gianicolo en de vroegere helden wordt door niemand meer gelegd.
De omgeving van Piazzale Garibaldi is vooral zeer geliefd bij koppeltjes die er hun trouwfoto’s met de stad Rome op de achtergrond laten maken. In de geromantiseerde biografie ‘La vie de Henry Brulard’ schrijft Stendhal (1783-1842) zelfs ‘ce lieu est unique au monde’ (deze plek is uniek in de wereld).
De Italiaanse componist Ottorino Respighi (1879-1936) geeft in I pini del Gianicolo een muzikaal sfeerbeeld van deze plek, waarbij de pijnbomen zachtjes wiegen onder het heldere licht van de maan. Bij de première deed Respighi voor de zang van de nachtegaal beroep op een fonoplaat, wat aanleiding gaf tot enige hilariteit.
Het was hier op de Janiculumheuvel dat Galileo Galilei (1564-1642) paus Paulus V (1605-1621) en zijn raadgevers had uitgenodigd om door zijn telescoop naar de maan en de maantjes van de planeet Jupiter te kijken. De paus kwam echter niet opdagen, maar stuurde wel kardinaal Bellarmino (Robertus Bellarminus) om een kijkje te nemen.
Bellarmino was een geleerd man. Hij had wijsbegeerte en theologie gestudeerd in Rome, Padua en Leuven. Hij werd in 1570 in Gent tot priester gewijd en in datzelfde jaar werd hij hoogleraar theologie aan de Leuvense universiteit.
Maar ondanks de heldere hemel en de sterrenpracht op de Janiculum, was Bellarmino, die persoonlijk nochtans wel sympathie had voor Galilei, niet te overtuigen van de theorieën die de astronoom verkondigde. In 1616 zou Bellarmino in opdracht van paus Paulus V (1605-1621) Galilei officieel verzoeken om de copernicaanse theorie niet meer in het openbaar te verdedigen.
Maar Bellarmino, een jezuïet, had intussen voor zijn orde in Rome geregeld dat Galilei ook voor hen een demonstratie zou geven met zijn telescoop. De jezuïeten begrepen de theorie van Galilei echter wel. Ze keerden terug naar het Collegio Romano en richtten daar al snel hun eigen sterrenwacht op.
De Duitsse schrijver Bertolt Brecht bewerkte het leven van Galilei tot een toneelstuk waaraan hij achttien jaar werkte. Het ging in 1956 in Berlijn in première kort na de dood van Brecht. In de afsluitende dialoog vraagt de geleerde aan zijn dochter Virginia ‘hoe is de nacht’, waarop ze dialectisch maar poëtisch zegt: ‘helder’. Het zou een verwijzing zijn naar de bewuste nacht in augustus toen de astronoom zijn telescoop demonstreerde aan kardinaal Bellarmino.
Kijkend in de richting van de stad, ga je vanaf Piazzale Giuseppe Garibaldi even naar rechts en volg je de bakstenen afsluiting. Waar de bomen van de rijweg beginnen staat op het voetpad de eenzame buste van Menotti Garibaldi (1840-1903).
Hij was de oudste zoon van Garibaldi. Hem zien we ook als de in Brazilië geboren baby die de paardrijdende Anita Garibaldi (1821-1949) in de armen houdt op het krijgshaftige standbeeld dat zich hier vlakbij op de Gianicolo bevindt, op de piazzale die haar naam draagt. Anita heette eigenlijk Ana Maria de Jesus Ribeiro. Zij was de Braziliaanse echtgenote van Garibaldi en vergezelde haar man tijdens revoluties in Uruguay en Italië.
Geef een reactie