Hoe een eeuwenoude kapel de legende van de vrouwelijke paus laat voortleven

Wie met de geschiedenis van Rome bezig is, krijgt vroeg of laat weleens de legende van de vrouwelijke pausin Johannes/Johanna te horen of te lezen. Deze vermeende pausin (in sommige middeleeuwse geschriften wordt ze ook met de naam Agnes vermeld) zou volgens het verhaal omstreeks 855 als paus Johannes het pauselijke ambt zou hebben bekleed. Deze vertelling, die vandaag als ‘fake nieuws’ zou worden omschreven, kwam sommigen uitstekend van pas.

Toen het verhaal de wereld werd ingestuurd stond het pausdom zwak en was het moreel in verval. De vertelling over Johanna leek dat te bevestigen. Ook is de vermeende geschiedenis van Johanna wellicht de wereld ingestuurd als middel om de ‘verderfelijke invloed’ en de ontplooiing van vrouwen tegen te gaan. Vrouwen werden in de middeleeuwen in toenemende mate gezien als een gevaar voor de Kerk, omdat hun ‘wellust’ hen er sneller toe zou verleiden met de duivel in zee te gaan.

De legende van pausin Johanna paste uitstekend in dat beeld. Het verhaal is vanaf het begin gebruikt als argument in de discussie over kerkhervormingen. Het meest frequent werd de legende gebruikt door voorstanders van de reformatie, om het verval van de Heilige Stoel aan te tonen. Dat heeft eeuwenlang geduurd. De Tsjech Johannes Hus deed zelfs in de vijftiende eeuw nog beroep op het verhaal van pausin Johanna. Zijn verdediging van zijn aanval op de pausen op het Concilie van Konstanz berustte voornamelijk op de Johannalegende. Deze lijn werd later gewijzigd voortgezet door de zestiende-eeuwse reformatoren.

Wat weinigen weten is dat in Rome, opmerkelijk genoeg, nog altijd een eeuwenoude kapel staat die herinnert aan het verhaal van Johanna. Deze bevindt zich vlakbij de basiliek van San Clemente, op de hoek van de Via dei Santi Quattro en Via dei Querceti. Het straataltaar is meer dan duizend jaar oud en bevond zich vele jaren in een bedenkelijke en zelfs bouwvallige toestand. Er groeide zelfs onkruid op het gebouwtje. Een paar jaar geleden werd het samen met het aanpalende gebouw opgeknapt, al verdween daarmee ook de karakteristieke kleur.

De straatkapel is toegewijd aan Maria. Het half vergane fresco dateert uit de veertiende eeuw. De negentiende-eeuwse inscriptie bovenaan links op de voormuur luidt vrij vertaald: ‘de glimlach van Maria zal deze plaats verblijden indien de voorbijganger een Ave Maria zegt’.

Dit zou de plaats zijn waar volgens de hardnekkige legende ‘pausin Johanna’ gestenigd zou zijn. Ondanks de wijding aan Maria leggen vele Romeinen nog altijd de link met de vermeende pausin die hier de dood zou hebben gevonden. Er is een verklaring waarom deze wijdverbreide fabel al die eeuwen kon overleven. De straat die langs de San Clemente liep werd ‘vicus Papissae’ genoemd, naar de adellijke familie De Papa of de Papareschi.

Vicus Papissae werd foutief vertaald als ‘weg van de pausin’ en daaraan werd een verhaal verbonden waarvan de oudste schriftelijke vermeldingen te vinden zijn in een elfde-eeuws Byzantijns schotschrift en in een tekst van kroniekschrijver Jean de Mailly uit 1225, een Fransman die later Dominicaan werd. In zijn Latijnse kroniek van het bisdom Metz (Chronica universalis Mettensis) wordt voor het eerst melding gemaakt van pausin Johanna.

Het fictieve verhaal luidt als volgt. Toen paus Leo IV in 855 was gestorven, zou hij zijn opgevolgd door een hooggeschoolde vrouw die zich altijd in mannenkleren hulde om bij haar minnaar, een benedictijner monnik, te kunnen zijn. Ze zou in het Duitse Mainz geboren zijn op de sterfdag van Karel de Grote, als dochter van een Engelse priester die de Saksen wilde bekeren en een ganzenhoedster Judith. Verkleed als man slaagde zij erin opgenomen te worden in de clerus. Ze maakte een snelle carrière en werd uiteindelijk unaniem tot paus verkozen onder de naam Johannes VIII.

Tijdens haar inaugurale processie van het Vaticaan naar het Lateraan, passeerde ze gezeten op een witte ezel de San Clemente-basiliek. Daar begonnen de problemen: de nieuwe paus beviel er van een kind, een meisje. De onthutste menigte reageerde fel en stenigden zowel de moeder als het kind tot ze dood waren. Een minder gruwelijke versie van de legende vertelt dat de moeder stierf bij de bevalling van een doodgeboren kind.

Nog steeds volgens de overlevering zouden beiden ter plaatse begraven zijn. Nog een andere, latere versie verhaalt dat Johanna na haar bevalling slechts afgezet werd en een boetvaardig leven zou zijn gaan voeren. Na haar dood werd zij in de kathedraal van Ostia bijgezet. Haar zoon (opeens is het geen dochter meer!) zou het tot bisschop van Ostia gebracht hebben.

Het verhaal raakte in heel Europa verspreid doordat het in 1277 door de Dominicaan Martinus Polanus (in het Duits Martinus von Troppau) werd opgenomen in zijn kroniek Chronicon pontificum et imperatorum. Deze kroniek is bewaard gebleven in vele afschriften. Hij vermeldt weliswaar paus Johannes VIII, maar voegt eraan toe dat ‘hij – naar men beweert – een vrouw was’ en dat deze Johannes of Johanna 2,5 jaar paus(in) zou zijn geweest. Het verhaal bleef circuleren in populaire en quasi-wetenschappelijke geschriften. Het aantal gravures en tekeningen die in middeleeuwse geschriften opduiken zijn talrijk.

Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, het verhaal ging er bij velen in als zoete koek. Ook tijdens de renaissance werd de legende als waar beschouwd. Zowel Petrarca (1304-1374) als Boccaccio (1313-1375) schreven over Johanna, wat de geruchten bleef voeden en waardoor nog meer mensen gingen geloven dat er werkelijk een vrouwelijke paus was geweest.

Tijdens een vijftiende-eeuws concilie werd gedebatteerd over de doctrinale implicaties. Er circuleerden zelfs op het concilie portretten en gravures van de pausin. Het verhaal werd na verloop van tijd zo populair dat pauselijke processies systematisch omgeleid werden om toch maar niet voorbij deze plaats der schande te passeren.

Het portret van de vermeende pausin, getiteld ‘Johannes VIII een vrouw uit Engeland’ heeft zelfs lange tijd in de kathedraal van Siena tussen de pausen-portretten gehangen, tot Clemens VIII in 1592 het liet verwijderen en vervangen door dat van paus Zacharias (741-752). Een reisgids van een onbekende auteur uit 1518 schrijft over het straataltaar ‘that the English woman was buried here without any ceremony, but her death was commemorated by the shrine we still see’.

Pas tijdens de zeventiende eeuw werd onomstotelijk bewezen dat het verhaal over pausin Johanna op pure fictie steunde. David Blondel stelde toen na kritisch onderzoek als eerste vast dat pausin Johanna een onbestaande figuur was. In zijn bronnenonderzoek bewees hij bijvoorbeeld dat de vermelding van Johanna in de reeks negende-eeuwse pausen in het liber pontificalis een toevoeging uit de veertiende eeuw was. Toch werd het verhaal van Johanna in 1843 nog verdedigd in Nederland door de Leidse hoogleraar N.C. Kist, een verhandeling die twee jaar deskundig werd weerlegd door J. Wensing.

Een eeuwenoud en goed gebracht verhaal is echter hardnekkig: in vele hedendaagse reisgidsen wordt Johanna VIII nog steeds voorgesteld als waar of bijna waar. Dit idiote verhaal wordt zelfs opgevoerd in degelijke reisgidsen, zoals de ‘Cultuurhistorische wandelingen’ door Henk van Gessel en de Guides Bleus. In 1996 verscheen ‘Pope Joan’, de bestseller van Donna Woolfolk Cross, waarvan meer dan 3,5 miljoen exemplaren werden verkocht. Het boek werd vertaald in 20 talen, waaronder het Nederlands en in 2009 werd het verfilmd. ‘Die Päpstin’ werd geregiseerd door Sönke Wortmann en de titelrol was voor Johanna Wokalek.

De echte Johannes VIII, een geboren Romein, was paus tussen 14 december 872 en 16 december 882. Hij werd begraven in de oude Sint Pietersbasiliek. Hij was de eerste die de officiële titel van ‘papa’ droeg, een titel die voortaan voorbehouden was voor de bisschop van Rome. Gedurende een korte periode in 844 was er ook een tegenpaus die de naam Johannes VIII droeg.

Leo IV (847-855) was de paus die volgens de legende zou opgevolgd zijn door Johanna. In werkelijkheid gebeurde dat door Benedictus III. Hij was paus van 29 september 855 tot en met 17 april 858. Zijn verkiezing in juli 855 ging gepaard met hevige onlusten in Rome. Een groep belangrijke Romeinen van de keizerlijke partij trachtte een tegenpaus, Anastasius III, te forceren.

Ook over Benedictus bestaan legendes. Zo zou hij bijvoorbeeld drie keer aan de macht zijn geweest. Dit onbewezen verhaal is mogelijk gebaseerd op de tijdelijke verdrijving van Benedictus direct na diens pauskeuze. Na de pauskeuze van Benedictus trok de voormelde tegenpaus Anastasius Rome binnen en verdreef de legitieme paus van zijn zetel. In september 855 keerde Benedictus echter terug en werd alsnog tot paus gewijd. In het verleden is weleens gesuggereerd dat Benedictus III een fictieve persoon was en werd bedacht om pausin Johanna van de officiële pauslijst te kunnen schrappen. Ook dat is onzin, want ondanks de woelige periode bestaat er voldoende documentatie over de gebeurtenissen in die tijd.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.